1.1 Wat heb je te besteden? deel 2

H1 Inkomen en welvaart


§ 1.1 Wat heb je te besteden? deel 2
§ 1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde.
§ 1.3 Wil je welvaart of welzijn?
§ 1.4 Help, de prijzen stijgen!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1 Inkomen en welvaart


§ 1.1 Wat heb je te besteden? deel 2
§ 1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde.
§ 1.3 Wil je welvaart of welzijn?
§ 1.4 Help, de prijzen stijgen!

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling: de 6P's.

In deze les leer je:
- wat een doelgroep is;
- waarom bedrijven duurzaam consumeren;
- wat bedoeld wordt met maatschappelijke 
  kosten.
GOAL!

Slide 2 - Tekstslide

Prijs
Product
Plaats
Promotie
Personeel
Presentatie
P

Slide 3 - Tekstslide

Waaraan denk jij bij het
begrip 'doelgroep'?

Slide 4 - Woordweb

Doelgroep
= een groep consumenten met dezelfde kenmerken voor wie een product of boodschap bedoeld is.
Jongeren zijn een belangrijke doelgroep, want
  • ze hebben invloed op het gezinsbudget;
  • ze hebben veel vrij te besteden;
  • ze zijn makkelijk over te halen;
  • ze zijn merkentrouw en dus de consument van de toekomst.

Slide 5 - Tekstslide

Maatschappelijke kosten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Maatschappelijke kosten
= alle nadelige gevolgen die de samenleving ondervindt van het gedrag van personen of bedrijven. Denk aan:
  • goedkope producten kleding dankzij kinderarbeid;
  • milieuvervuiling;
  • goedkope kip dankzij plofkippen;
  • vliegreizen die zorgen voor CO2-uitstoot.
Door duurzaam te consumeren / te produceren wordt rekening gehouden met andere mensen en het milieu.

Slide 8 - Tekstslide

Opgave 13 (blz. 13)
a  


Slide 9 - Tekstslide

Opgave 13 (blz. 13)
a  Kippenvlees.
b  


Slide 10 - Tekstslide

Opgave 13 (blz. 13)
a  Kippenvlees.
b  34,0 ÷ 6,8 = 5 keer zoveel.
c  

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 13 (blz. 13)
a  Kippenvlees.
b  34,0 ÷ 6,8 = 5 keer zoveel.
c  Noten: 3,2
    Lamsbout: 51

Hoeveel % is noten minder dan lamsbout?

Slide 12 - Tekstslide

Opgave 13 (blz. 13)
a  Kippenvlees.
b  34,0 ÷ 6,8 = 5 keer zoveel.
c  Noten: 3,2
    Lamsbout: 51

Hoeveel % is noten minder dan lamsbout?
Verschil?
51 - 3,2 = 47,8
1
Vergeleken met (= delen door) ...?
(47,8 : 51) x 100 = 93,72... --> 93,7%
2

Slide 13 - Tekstslide

Aan het werk
Maken: par. 1.1
opg. 8 t/m 12 (blz. 12)
Zelf nakijken via Magister ELO Studiewijzers

Slide 14 - Tekstslide