De recensie 3

terugblik
In de vorige les hebben wij gekeken naar verschillende argumenten om een verhaal te beoordelen. Wij hebben de volgende argumenten besproken:
  • structuurargumenten
  • vernieuwingsargumenten
  • realistische argumenten

1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

terugblik
In de vorige les hebben wij gekeken naar verschillende argumenten om een verhaal te beoordelen. Wij hebben de volgende argumenten besproken:
  • structuurargumenten
  • vernieuwingsargumenten
  • realistische argumenten

Slide 1 - Tekstslide

Je kunt bijvoorbeeld schrijven: "Het verhaal De jongen met het mes van Remco Campert sprak mij aan omdat het in het echt ook zou kunnen gebeuren. Er zou bijvoorbeeld op een feestje van een vriend of vriendin best iemand met een mes kunnen rondlopen."

Slide 2 - Tekstslide

De recensie
Hieronder volgt een overzicht van de argumenten die een rol kunnen spelen bij het geven van een waardeoordeel. Je moet ze kunnen herkennen in recensies en je moet zelf kunnen toepassen in de boekrecensie die je gaat schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

morele argumenten
Moraal (of ethiek) is het beoordelen van iemands doen en laten in termen van “goed” of “slecht”. Deze argumenten gaan vaak over het thema van de roman. Normen (basale regels, vaste maatstaven) en waarden (veelal gedrag) zeggen hoe menselijk gedrag behoort te zijn. Wie zich er niet aan houdt, valt buiten de groep en wordt maatschappelijk afgewezen.  

Slide 4 - Tekstslide

emotionele argumenten
‘Emotivistische’ argumenten gaan over het effect van de roman op je emoties en gevoelens. Dergelijke argumenten zijn niet objectief, want persoonlijk

Slide 5 - Tekstslide

stilistische argumenten
Stilistische argumenten gaan over de stijl (zinsbouw, woordkeus, beeldspraak) in de roman. 

Slide 6 - Tekstslide

opdracht 1
Je leest in stilte het korte verhaal De Invaller van René Appel. Tijdens dit verhaal noteer je op een los blaadje 3 verschillende argumenten. Deze argumenten vullen wij na het beantwoorden van de quizvragen in.

Slide 7 - Tekstslide

Welke kleur heeft het shirt van de man die Merel achtervolgt.
A
paars
B
zwart
C
blauw
D
rood

Slide 8 - Quizvraag

Waar kende Merel de achtervolger van?
A
werk
B
buurt
C
school
D
stadshart

Slide 9 - Quizvraag

Hoe heet de barman uit het café?
A
Guus
B
Ruud
C
Sjaak
D
Joost

Slide 10 - Quizvraag

Welk geldbedrag legt Joost op de toonbank?
A
2 euro
B
10 euro
C
5 euro
D
20 euro

Slide 11 - Quizvraag

Wat doet de man aan het eind van het verhaal?
A
Hij pakt een mes.
B
Hij ontkleedt zich.
C
Hij zet een feestmuts op.
D
Dat weet je niet.

Slide 12 - Quizvraag

Schrijf hier een stilistisch argument.

Slide 13 - Open vraag

Schrijf hier een emotioneel argument, noteer ook een voorbeeld uit het verhaal.

Slide 14 - Open vraag

Schrijf hier een moreel argument van het verhaal (kijk op je blaadje)

Slide 15 - Open vraag