Binnen is beginnen: Kies een plekje, pak je spullen en begin met werken.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2
In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Binnen is beginnen: Kies een plekje, pak je spullen en begin met werken.
Slide 1 - Tekstslide
Opmerking over de proef
Proef morgen gaat door. Uitstel vragen naar maandag 6 maart mag.
Morgen het hele lesuur stil werken (aan de proef of eigen werk)
Slide 2 - Tekstslide
Keuze
Zelf aan het werk of Meedoen met lessonup quiz
of eigen ideeën?
Slide 3 - Tekstslide
Lesdoel(en)
Je oefent nog eens goed met de stof van hoofstuk 4, zodat je - morgen een goede proef kan maken of - minder aan wiskunde hoeft in de vakantie.
Slide 4 - Tekstslide
Dit verwacht ik van jou
- Je bent aan het werk voor wiskunde, tenzij je al klaar bent.
- Je mag overleggen, maar doet dit op fluistervolume.
- De telefoon is niet toegestaan.
Slide 5 - Tekstslide
Quiz
Ga naar lessonup.app en log in met de code die op de volgende dia staat.
Slide 6 - Tekstslide
Hoe heet het hoogste punt van een bergparabool en het laagste punt van een dalparabool?
A
Top
B
Dal
C
Daar is geen vaste naam voor
D
Hypotenusa
Slide 7 - Quizvraag
Wat voor grafiek hoort er bij deze formule:
y=−x2+22
A
Dalparabool
B
Bergparabool
C
Rechte lijn
D
Dat kun je niet weten
Slide 8 - Quizvraag
Wat voor grafiek hoort er bij deze formule:
y=3x−12
A
Dalparabool
B
Bergparabool
C
Rechte lijn
D
Dat kun je niet weten
Slide 9 - Quizvraag
Wat voor grafiek hoort er bij deze formule:
y=5x2+6
A
Dalparabool
B
Bergparabool
C
Rechte lijn
D
Dat kun je niet weten
Slide 10 - Quizvraag
Wat voor grafiek hoort er bij deze formule:
y=−0,02x2+800
A
Dalparabool
B
Bergparabool
C
Rechte lijn
D
Dat kun je niet weten
Slide 11 - Quizvraag
Ligt het punt (6, 12) op de grafiek van deze formule?
y=x2−24
A
Ja
B
Nee
Slide 12 - Quizvraag
Ligt het punt (5, 120) op de grafiek van deze formule?
y=4x2+20
A
Ja
B
Nee
Slide 13 - Quizvraag
Ligt het punt (-4, -11) op de grafiek van deze formule?
y=x2+5
A
Ja
B
Nee
Slide 14 - Quizvraag
Ligt het punt (-10, 150) op de grafiek van deze formule?
y=2x2−50
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quizvraag
Ligt het punt (-3, -26) op de grafiek van deze formule?
y=−2x2−8
A
Ja
B
Nee
Slide 16 - Quizvraag
De oppervlakte van een vierkant is 20.
Hoe lang is een zijde van dit vierkant?
A
4√20
B
Dat hangt af van de verhoudingen.
C
10
D
√20
Slide 17 - Quizvraag
Gegeven is de formule:
Bereken y als x = 9
y=√x+4
A
y = 7
B
y = 8,5
C
Kan niet
D
y = 1
Slide 18 - Quizvraag
Gegeven is de formule:
Bereken y als x = 81
y=2√x−15
A
y = 56
B
y = 14
C
Kan niet
D
y = 3
Slide 19 - Quizvraag
Gegeven is de formule:
Bereken y als x = 12
y=0,5√3x
A
y=0,5√312
B
y = 3
C
y = 9
D
Kan niet
Slide 20 - Quizvraag
Gegeven is de formule:
Bereken y als x = 32
y=0,25√0,5x
A
y=0,5√0,532
B
y = 1
C
y = 2
D
Kan niet
Slide 21 - Quizvraag
Gegeven is de formule:
Bereken y als x = -100
y=√x+30
A
y = 20
B
y = 40
C
y = -20
D
Kan niet
Slide 22 - Quizvraag
Herleid.
√5+3√5=
A
Kan niet korter
B
3√5
C
4√5
D
15
Slide 23 - Quizvraag
Herleid.
5√13+4√6=
A
Kan niet korter
B
3√5
C
4√5
D
15
Slide 24 - Quizvraag
Herleid.
−2√36+5√9=
A
Kan niet korter
B
3
C
27
D
-21
Slide 25 - Quizvraag
Herleid.
√5⋅√8=
A
Kan niet korter
B
√40
C
√13
D
√58
Slide 26 - Quizvraag
Herleid.
2√3⋅5√10=
A
Kan niet korter
B
7√30
C
7√13
D
10√30
Slide 27 - Quizvraag
Herleid.
(5√10)2=
A
Kan niet korter
B
250
C
25√10
D
50
Slide 28 - Quizvraag
Herleid.
(−3√11)2=
A
9√11
B
-33
C
-99
D
99
Slide 29 - Quizvraag
Wat geeft dezelfde uitkomst als
√96
A
√2⋅48
B
√16⋅√6
C
16⋅√6
D
√4⋅√24
Slide 30 - Quizvraag
Herleid. (Maak de wortel zo klein mogelijk)
√50=
A
Kan niet
B
2√5
C
5√2
D
10
Slide 31 - Quizvraag
Herleid. (Maak de wortel zo klein mogelijk)
10√44=
A
Kan niet
B
40√11
C
110√4
D
20√11
Slide 32 - Quizvraag
Herleid.
√2⋅√12=
A
Kan niet
B
√24
C
2√6
D
6√2
Slide 33 - Quizvraag
Werktijd
Grote ronde Ik inventariseer waar iedereen mee bezig gaat. (Nog geen vragen over de inhoud.)
Slide 34 - Tekstslide
Werktijd
Kleine ronde Ik loop een ronde door de klas en neem de tijd om je te helpen of met je in gesprek te gaan.
Slide 35 - Tekstslide
Werktijd
Observeren Nu even geen vragen.
Slide 36 - Tekstslide
Werktijd
Stil werken (Geen vragen) Je bent zelfstandig en stil aan het werk. Je hebt geen contact met anderen. Je kan nu geen vragen stellen. Lees de theorie of sla de vraag over als je vastloopt.
timer
15:00
Slide 37 - Tekstslide
Werktijd
Stil werken (Vragen mag wel) Je bent zelfstandig en stil aan het werk. Je mag zacht fluisterend wat vragen aan een klasgenoot of aan de docent.