Hst 2 communicatie H2CE

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Agenda

1. Voorstellen en kennismaken 
2. Planning schooljaar / periode 1 
3. Start KERN 
4. Uitlenen en start boek
5. Volgende les 

     Mevrouw Willemse (WSE)

Docent Nederlands

       (ook psychologie gestudeerd)

Getrouwd, drie kinderen.

Houdt van: lezen, 

zwemmen, koken, 

eten.  

     Deze vakantie gelezen o.a. 

Jaarplanning

• Iedere periode een (literair) boek: schrijfopdracht in het proefwerk. 
• Periode 1 = onderwerp communicatie
• P2 taal & literatuur, P3 argumentatie, P4 oefenen examens

Periode 1 

• Iedere periode een (literair) boek: schrijfopdracht in het proefwerk. 
• Periode 1: klassikaal zelfde boek. 
• Periode 1: onderwerp communicatie
• H2 t/m H6

Communicatie

Informatie-uitwisseling 

// 

Verbaal & non-verbaal

Zender

Boodschap

Ontvanger

Communicatie

Publiek - kennis en ervaring

Referentiekader - Hoe iemand de wereld ziet. Op basis van achtergrond, geschiedenis en persoonlijke ervaringen. 

Context - ? 

Communicatie

Publiek - kennis en ervaring

Referentiekader - Hoe iemand de wereld ziet. Op basis van achtergrond, geschiedenis en persoonlijke ervaringen. 

Context - tijd, plaats en situatie

Bedenk samen met je buur een situatie waarin sprake is van miscommunicatie, gebruik daarbij de begrippen referentiekader & context

Voortaan mee:

Handboek HAVO

Laptop (opgeladen) 

Agenda

1. Uitlenen en start boek
2. Lezen fragment en vragen maken 

Confrontaties

Literatuur

Paginanummers

 leesfragmenten:

11-18, 63-79

Confrontaties vraag 1

Salomé zit in een jeugddetentiecentrum, maar in dit fragment weet je nog niet welke misdaad Salomé gepleegd heeft. Je leest over haar jeugd en de eerste momenten in de gevangenis.

a) In welke drie woorden zou je Salomé omschrijven op basis van het

gelezen fragment?

b) In hoeverre speelt de misdaad die Salomé heeft gepleegd een rol in jouw

beschrijving van haar?

c) Op basis van het fragment heb je misschien wel vermoedens wat de reden

is dat Salomé in het jeugddetentiecentrum zit. Wat vermoed jij?

In welke drie woorden zou je Salomé omschrijven op basis van het
gelezen fragment?

In hoeverre speelt de misdaad die Salomé heeft gepleegd een rol in jouw
beschrijving van haar?

Op basis van het fragment heb je misschien wel vermoedens wat de reden
is dat Salomé in het jeugddetentiecentrum zit. Wat vermoed jij?

Confrontaties vraag 2

Salomé zegt dat ze van alle mensen juist haar vader het meest mist.

a) Leg uit waarom je dit wel/niet begrijpt.

Salomé zegt dat ze van alle mensen juist haar vader het meest mist. Leg uit waarom je dit wel/niet begrijpt. is dat Salomé in het jeugddetentiecentrum zit. Wat vermoed jij?

Agenda 4e

Ophalen van tekstdoelen (hst 3), verder met onderwerp en hoofdgedachte (hst 2, blz. 56/57) 

Hoe? Slides/presentatie van docent en overleg tussendoor

Agenda 4c

Boek veranderen

Ophalen van tekstdoelen (hst 3), verder met onderwerp en hoofdgedachte (hst 2, blz. 56/57) 

Hoe? Slides/presentatie van docent en overleg tussendoor

Vorige les

Wat is blijven hangen over communicatie van vorige les? 

Tekstdoelen (hst 3) 

Alvast even ophalen: 

Wat weet je nog van tekstdoelen?

Welke zijn er? 

Tekstdoelen (zie ook blz. 59)

Activeren
Amuseren
Informeren
Beschouwen
Overtuigen

Onderwerp & deelonderwerpen Hst 2

Onderwerp = de basis van elke boodschap. Het samenvatten van de tekst in één woord/woordgroep.

Deelonderwerp = verschillende delen/kanten van het onderwerp 

Onderwerp & deelonderwerpen: een voorbeeld

Onderwerp = voetbal (= heel breed)

Deelonderwerp kan zijn= tenue, toernooien, controverses

Onderwerp & deelonderwerpen

In tweetallen

Onderwerp = supermarkt

Deelonderwerp = ? noem er 3

Hoe vind je de hoofdgedachte?

Vraag je af: wat is het belangrijkste dat de schrijver/spreker over het onderwerp zegt? 

Onderwerp + hoofdzaken in één zin.

 

In een tekst: vaak een kernzin

Waar vind je ze? 

Onderwerp: titel, inleiding, slot, eventueel afbeeldingen

Deelonderwerp: tussenkoppen

Hoofdgedachte: titel, inleiding, slot 

Agenda 4c

1e uur

Nakijken huiswerk => vraag 9 

2e uur

Uitlenen Frightnight; 

start met lezen

Aan de slag

Opdracht 

Opdracht 9, blz. 35 t/m e

9

Onderwerp: vriendschap

Hoofdgedachte: Wat zijn de tekenen als een vriendschap niet meer goed is?

9b

Titel bijvoorbeeld: BFF of toch niet zo voor eeuwig?

Inleiding bijvoorbeeld: Er was een tijd dat jullie alles samen deden én deelden. Dat je aan één blik genoeg had om te weten wat de ander dacht of voelde. Jullie vriendschap leek onverwoestbaar, totdat de eerste scheurtjes zich aandienden. Het is moeilijk om er precies de vinger op te leggen, maar waaraan herken je een vriendschap die op zijn einde loopt?

9c

1. Eénrichtingsverkeer

2. Klaarstaan voor elkaar

3. Blij bij afscheid

4. Irritaties

5. De waarheid vertellen

6. Geheimen

7. Zuinigheid

8. Respect

9d/e

d Bijvoorbeeld: Wat zijn de kenmerken van een goede vriendschap?

e Bijvoorbeeld: respect, vertrouwen, voor elkaar klaarstaan

Volgende les

Verder met tekstdoelen hst 2 (lees de informatie van hst 2 uit Kern Nederlands Taal & Cultuur, blz. 58 

Agenda

1. Terugblik vorige les
2. Tekst + vragen blz. 35 
   
3. Volgende les 

Onderwerp & deelonderwerpen

Onderwerp = de basis van elke boodschap. Het samenvatten van de tekst in één woord/woordgroep.

Deelonderwerp = verschillende delen/kanten van het onderwerp 

Hoofdgedachte

Wat is het belangrijkste dat de schrijver/spreker over het onderwerp zegt? Onderwerp + hoofdzaken in één zin.

 In een tekst: kernzin

Waar vind je ze? 

Onderwerp: titel, inleiding, slot, eventueel afbeeldingen

Deelonderwerp: tussenkoppen

Hoofdgedachte: titel, inleiding, slot 

Voor we gaan lezen, kun je kinderen opvoeden met AI-poppen i.p.v. ouders?

Hulp?

Buur

LessonUp

Docent

 

Klaar?

Huiswerk gemaakt/gelezen? 

Opdracht (was)

We lezen samen de tekst op blz. 36. 

Maak daarna vraag 10 t/m 15.

Volgende Les/Week

Begin met Tekstsoorten 

(hst 3 van 'Communicatie - 'Inhoud en Opbouw')

Vrijdag samen lezen: H4C 2e blokuur