Komma's plaatsen in een zin

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je komma's correct plaatsen in een zin.
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoel
Aan het einde van deze les kun je komma's correct plaatsen in een zin.

Slide 1 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les en wat de studenten aan het einde van de les zullen kunnen.
Komma's plaatsen in een zin

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over het gebruik van komma's in een zin?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn komma's?
Komma's zijn leestekens die worden gebruikt om een ​​pauze in een zin aan te geven.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat komma's zijn, hoe ze worden gebruikt en waarom ze belangrijk zijn in een zin.
Waar plaats je een komma?
Een komma wordt geplaatst tussen delen van een zin die niet bij elkaar horen.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit waar in een zin komma's worden geplaatst en waarom. Geef een paar voorbeelden.
Voorbeeld 1
Mijn broer, die in Madrid woont, komt ons volgende week bezoeken.

Slide 6 - Tekstslide

Gebruik dit voorbeeld om uit te leggen waarom de komma wordt gebruikt en hoe deze in de zin wordt geplaatst.
Voorbeeld 2
Ik hou van voetballen, zwemmen en fietsen.

Slide 7 - Tekstslide

Gebruik dit voorbeeld om uit te leggen hoe komma's worden gebruikt bij het opsommen van dingen.
Voorbeeld 3
Na het werk ging ik naar de sportschool, en daarna ging ik naar huis.

Slide 8 - Tekstslide

Gebruik dit voorbeeld om uit te leggen hoe komma's worden gebruikt bij het verbinden van zinnen.
Voorbeeld 4
Ik ga naar school, maar mijn broer blijft thuis.

Slide 9 - Tekstslide

Gebruik dit voorbeeld om uit te leggen hoe komma's worden gebruikt bij het scheiden van twee zinnen.
Wanneer gebruik je geen komma?
Je gebruikt geen komma als de delen van de zin bij elkaar horen.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit wanneer je geen komma gebruikt en geef voorbeelden.
Oefening 1
Plaats de komma's in de volgende zin: 'Ik heb een hekel aan koken schoonmaken en strijken.'

Slide 11 - Tekstslide

Geef de studenten tijd om de oefening te doen en controleer de antwoorden daarna.
Oefening 2
Voeg de juiste komma's toe aan deze zin: 'Mijn vriendin die in Parijs woont komt volgende maand op bezoek.'

Slide 12 - Tekstslide

Geef de studenten tijd om de oefening te doen en controleer de antwoorden daarna.
Oefening 3
Voeg de juiste komma's toe aan deze zin: 'Ik hou van muziek films en boeken.'

Slide 13 - Tekstslide

Geef de studenten tijd om de oefening te doen en controleer de antwoorden daarna.
Oefening 4
Voeg de juiste komma's toe aan deze zin: 'Ik ben moe daarom ga ik vroeg naar bed.'

Slide 14 - Tekstslide

Geef de studenten tijd om de oefening te doen en controleer de antwoorden daarna.
Waarom zijn komma's belangrijk?
Komma's zorgen voor duidelijkheid en structuur in een zin.

Slide 15 - Tekstslide

Leg uit waarom het belangrijk is om correcte komma's te gebruiken en hoe dit kan helpen bij het begrijpen van een zin.
Veelgemaakte fouten
Veelgemaakte fouten zijn het gebruik van te veel of te weinig komma's en het verkeerd plaatsen van komma's.

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat veelgemaakte fouten zijn en hoe studenten deze kunnen vermijden.
Samenvatting
Komma's zijn leestekens die worden gebruikt om een ​​pauze in een zin aan te geven en zorgen voor duidelijkheid en structuur in een zin.

Slide 17 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en zorg ervoor dat de studenten het leerdoel hebben bereikt.
Vragen
Zijn er nog vragen over het gebruik van komma's in een zin?

Slide 18 - Tekstslide

Geef de studenten de mogelijkheid om vragen te stellen en bespreek eventuele onduidelijkheden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.