2.2 Een leven lang leren

Een leven lang leren
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Een leven lang leren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  1. De leerling kan uitleggen wat sociale controle is en beschrijven hoe sociale controle invloed heeft op het gedrag van individuen binnen een groep
  2. De leerling kan verschillende soorten sancties (positief/negatief, formeel/informeel) benoemen en voorbeelden geven van hoe deze worden toegepast in sociale situaties.
  3. De leerling kan uitleggen wat internalisatie is en hoe normen en waarden van een groep worden overgenomen door een individu.
  4. De leerling kan uitleggen wat genderneutraal betekent en voorbeelden geven van genderneutraal beleid of taalgebruik in de maatschappij.

Slide 2 - Tekstslide

Sociale controle 
mensen in je omgeving letten op hoe jij je gedraagt

Slide 3 - Tekstslide

Sancties 
manieren waarop iemand laat merken of je iets goed of fout gedaan hebt

Slide 4 - Tekstslide

  1. jullie krijgen kaartjes met verschillende scenario's. 
  2.  in tweetallen bepalen jullie welke soort sanctie (positief of negatief; formeel of informeel) van toepassing zou zijn en waarom. 
  3. Vervolgens delen jullie de ideeën met de klas.

Slide 5 - Tekstslide

Een leerling krijgt complimenten van de leraar voor goed gedrag.
Een leerling mag extra tijd besteden aan een favoriete activiteit.
Een leerling ontvangt een sticker voor positieve inzet.
Een leerling krijgt de kans om een groepsactiviteit te leiden.
De ouders worden geïnformeerd over het goede gedrag van een leerling.
Een leerling krijgt een mondelinge waarschuwing voor ongepast gedrag.
Een leerling verliest het recht om deel te nemen aan een schoolreis.
Een leerling moet de kosten vergoeden voor iets dat hij of zij heeft beschadigd.
Een leerling moet na schooltijd blijven om over zijn gedrag na te denken.
De leerling moet opschrijven waarom het gedrag ongepast was.
Een leerling wordt tijdelijk geschorst van school.
De leerling moet een contract ondertekenen met gedragsafspraken.
Een leerling wordt doorverwezen naar een commissie voor gedragsproblemen.
Het ongepaste gedrag wordt genoteerd in het leerlingendossier.
De leerling moet deelnemen aan gesprekken met een schoolpsycholoog.
Medeleerlingen maken duidelijk dat ze het gedrag niet accepteren.
Leerlingen maken sarcastische opmerkingen over het ongepaste gedrag.
Een leerling wordt uitgesloten van groepsactiviteiten.
Een leerling moet een extra taak uitvoeren als gevolg van zijn of haar gedrag.
De leerling krijgt een negatieve beoordeling in het rapport.
  1. Je komt regelmatig te laat op school.
  2. Een leerling helpt een klasgenoot met zijn huiswerk.
  3. Tijdens de les praat een leerling constant door.
  4. Een leerling deelt zijn snacks met anderen tijdens de pauze.
  5. Een klasgenoot verspreidt geruchten over een andere leerling.
  6. Een leerling maakt zijn huiswerk altijd op tijd en goed.
  7. Een leerling wordt betrapt op spieken tijdens een toets.
  8. Een leerling is de hele week vriendelijk tegen zijn klasgenoten.
  9. Er worden vervelende opmerkingen gemaakt over het uiterlijk van een leerling.
  10. Een leerling wordt gekozen om een presentatie te geven voor de klas vanwege zijn goede inzet.
  11. Tijdens een groepsproject doet één leerling helemaal niet mee.
  12. Een leerling helpt een oudere buurman met boodschappen.
  13. Een leerling komt terug van een schorsing en moet zich opnieuw bewijzen.
  14. Een leerling houdt zich niet aan de regels van de gymles en gedraagt zich gevaarlijk.
  15. Een klasgenoot organiseert een leuk spel tijdens de pauze voor iedereen.
  16. Een leerling vraagt netjes om hulp bij een moeilijk onderwerp en krijgt dat.
  17. Een leerling negeert de instructies van de leraar en maakt daardoor een fout.
  18. Een leerling doet zijn best om een conflict tussen klasgenoten op te lossen.
  19. Een leerling wordt regelmatig gepest en durft daar niets van te zeggen.
  20. Een leerling draagt een shirt met een aanstootgevende tekst naar school.

Slide 6 - Tekstslide

Internalisatie
aangeleerde normen en waarden zijn vanzelfsprekend gedrag geworden.

Slide 7 - Tekstslide

Identiteit
de persoon die jij bent, gevormd door alle kenmerken die bij jou horen en je ervaringen

Slide 8 - Tekstslide

Rolpatronen
gedrag dat we van elkaar in bepaalde situaties verwachten

Slide 9 - Tekstslide

Gendernormen
de normen die horen bijj het man zijn of vrouw zijn

Slide 10 - Tekstslide

Genderneutraal
als er helemaal geen onderscheid word gemaakt tussen vrouwen en mannen. 

Slide 11 - Tekstslide

Controlevragen
  1. Wat is sociale controle en kun je een voorbeeld geven van een situatie waarin sociale controle een rol speelde in jouw klas of omgeving?
  2. Welke verschillende soorten sancties kun je benoemen? Geef een voorbeeld van een situatie waarin een positieve en een negatieve sanctie werden toegepast.
  3. Wat bedoelen we met internalisatie? Hoe hebben de normen en waarden van jouw gezin of vrienden invloed op jouw gedrag?
  4. Wat is identiteit en welke factoren denk je dat belangrijk zijn voor het vormen van je identiteit? Geef een paar voorbeelden van hoe jouw identiteit is beïnvloed door jouw omgeving.
  5. Wat zijn rolpatronen? Geef een voorbeeld van een rolpatroon dat je in je eigen leven hebt ervaren en hoe dat jou beïnvloedt.
  6. Wat betekent genderneutraal? Kun je voorbeelden geven van situaties of taalgebruik die genderneutraal zijn?

Slide 12 - Tekstslide

https://www.primevideo.com/-/nl/region/eu/detail/0SMU1IN5249MPDYDA7HQ0IRKT2?pageTypeId=B09P49N12R&ref_=atv_sr_fle_c_Tn74RA_1_1_1&qid=1710765704787&sr=1-1&pageTypeIdSource=ASIN

Slide 13 - Tekstslide