Hoofdstuk 7.2 notatie

Hoofdstuk 7.2 notatie
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 7.2 notatie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
fleur online
Korte herhaling vorige week (ionisatie vergelijkingen, pH schaal, indicatoren).
Notatie wordt behandeld (heb je nodig voor zuur base reacties)

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je
De notatie opschrijven van zwakke en sterke zuren 

Slide 3 - Tekstslide

Teken de pH schaal en schrijf alles wat je tot nu toe geleerd hebt rondom deze pH schaal (3 min)

Slide 4 - Tekstslide

Notatie
In het boek slecht uitgelegd. 

Heb je nodig als je straks zuur-base reacties gaat maken

Slide 5 - Tekstslide

Notatie
''Van welke deeltjes heb je het meeste in je oplossing'' 

Verschilt tussen zwak en sterke zuren

Slide 6 - Tekstslide

Notatie
Sterk zuur


--> betekent 100% geïoniseerd
''van welke deeltje(s) heb je het meeste in je oplossing''?

Slide 7 - Tekstslide

Notatie sterk zuur
Sterk zuur


--> betekent 100% geïoniseerd
''van welke deeltje(s) heb je het meeste in je oplossing''?
Notatie = NA de pijl
H3O+ en Cl- + (aq)

Slide 8 - Tekstslide

Notatie zwak zuur
.

Evenwichtpijl; een bepaalde % wordt omgezet. 
''van welke deeltje(s) heb je het meeste in je oplossing?''

Slide 9 - Tekstslide

Notatie zwak zuur
.

Evenwichtpijl; een bepaalde % wordt omgezet. 
''van welke deeltje(s) heb je het meeste in je oplossing?''
Notatie: VOOR de pijl
HSO4- en H2O

Slide 10 - Tekstslide

Notatie zwak zuur
.

Evenwichtpijl; een bepaalde % wordt omgezet. 
''van welke deeltje(s) heb je het meeste in je oplossing?''
Notatie: VOOR de pijl
HSO4- (aq)
Het is in de oplossing dus H2O hoeft niet bij de notatie + (aq)

Slide 11 - Tekstslide

Geef van de volgende zuren de ionisatie vergelijking + de notatie
- salpeterzuur 
- oxaalzuur 
- methaanzuur 
- waterstofbromide 


Slide 12 - Tekstslide

Weektaak deel 1
18 opnieuw als die eerder niet gelukt was of als hij incorrect was 
20
23

Slide 13 - Tekstslide