week 50 stof herhalen

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, laptop dicht op tafel.


1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, laptop dicht op tafel.


Slide 1 - Tekstslide

Deze week
Maandag: uitleg WG + ww-spelling 
Donderdag: laatste vragen uit de klas + herhalen
Vrijdag: 1e uur: repetitie, 2e uur: lezen / boekopdracht 




Slide 2 - Tekstslide

Deze les
1. Bespreken exit-ticket vorige week vrijdag 
2. Uitleg werkwoordelijk gezegde herhalen
3. Uitleg werkwoordspelling herhalen 
4. Exit-ticket werkwoordspelling 

Doel: beter zicht op wat je nog moet leren voor de repetitie 




Slide 3 - Tekstslide

Wat viel me op? 

- Zinsdeelstrepen veel fouten
- Zinsdelen benoemen niet altijd juist, vooral bwb, wg en lv 
De conciërge brengt altijd koffie aan alle leraren in hun lokaal. 

Gisteren was er een groot feest op het plein. 

Achter de ingang, net voor de prullenbak, lag een wikkel van een mars op de grond. 

Slide 4 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde (WG)
Alle werkwoorden uit de zin vormen samen het werkwoordelijk gezegde. 
Er zit altijd een persoonsvorm in de zin. 
Die is onderdeel van het WG

Soms hoort er nog iets extra's bij het WG 

Slide 5 - Tekstslide

wg
Jan koopt een boek
koopt = pv (en dus ook wg!)
Jan heeft een boek gekocht
heeft gekocht 
Hij belde mij op
belde op, werkwoord dat je kunt scheiden
Ze vergiste zich lelijk
vergiste zich, met wederkerend naamwoord
Hij was aan het gamen
aan het gamen, 'te' + 'aan het' horen erbij 
Ik ben helemaal de kluts kwijt
ben de kluts kwijt, werkwoordelijke uitdrukking

Slide 6 - Tekstslide

Repetitiestof voor Nederlands: vrijdag 15 december het 1e lesuur
LES 20
persoonsvorm + onderwerp
LES 21
werkwoordelijk gezegde + hulpwerkwoord + zelfstandig werkwoord
LES 22
lijdend voorwerp + meewerkend voorwerp
LES 27
werkwoordspelling pv tt +vt
LES 28
werkwoordspelling vd + ovd
LES 37
bijwoordelijke bepaling 
Woordenlijst
Leer de 30 woordjes van de woordenlijst op It's Learning

Slide 7 - Tekstslide

Samen oefenen WG
De wrakstukken van het verongelukte vliegtuig werden gevonden door reddingswerkers

Na de volgende wedstrijd zal het Nederlands elftal zich hopelijk hebben gekwalificeerd voor het WK. 


Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordspelling
Start altijd met de vraag: is het de persoonsvorm? 



JA
NEE
TT
Ik + je erachter = stam
Hij/zij/jij/het = stam + t
Wij/jullie/zij = hele ww

VT
Stam + te(n)
Stam + de (n)
Kan je checken met 't kofschip x
Voltooid deelwoord? 
D of T? = 't kofschip X 

Onvoltooid deelwoord
Eindigt altijd op: -nd of -nde 

Slide 9 - Tekstslide

WW-spelling
Zorg dat je de regels kent, op gevoel is niet goed genoeg. 

Begin altijd met de vraag of het werkwoord de persoonsvorm is (ja of nee?)


1. Dat (gebeuren) me niet nog een keer! 
2. Wanneer heb jij voor het laatst een brief (versturen)?
3. Wie wat (bewaren), die heeft wat. 


Slide 10 - Tekstslide

OEFENEN! 
Je gaat zo oefenen en zelfstandig aan de slag. Kies wat je gaat doen:

1. Leren (samenvatten, mindmaps maken et cetera)
2. Oefeningen maken uit het boek
3. Oefeningen maken van de extra oefenbladen
4. Oefenen online: www.cambiumned.nl 


timer
8:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze les
1. Vooruitkijken naar de repetitie
2. Herhalen 
3. Oefenen met woordjes - quizlet 




Slide 12 - Tekstslide

Wat is het meewerkend voorwerp?
'Mijn oma appt mij het recept.'
A
Mijn oma
B
mij
C
het recept
D
Er is geen meewerkend voorwerp

Slide 13 - Quizvraag

Verdeel de zin in zinsdelen door de raketjes op de plek te zetten waar je normaalgesproken een zinsdeelstreep zet. 
In   de    klas    willen   de   meeste   leerlingen   achteraan   zitten.

Slide 14 - Sleepvraag

Verdeel de zin in zinsdelen door de raketjes op de plek te zetten waar je normaalgesproken een zinsdeelstreep zet. 
Er     kan     dan     soms     een     hevige       strijd       onstaan 

tussen    de     leerlingen.

Slide 15 - Sleepvraag

Kees overhandigde het enorme boeket aan de koning.
lijdend voorwerp
onderwerp
werkwoordelijk gezegde
bijwoordelijke bepaling

meewerkend voorwerp
de koning
het enorme boeket
Kees
overhandigde
aan de koning

Slide 16 - Sleepvraag


Slide 17 - Open vraag

1. Een maand geleden ... (verpoten) de eigenaar van de volkstuin zijn plantjes.

Slide 18 - Open vraag

2. ... (verblinden) de laagstaande zon de chauffeur van het bestelbusje?

Slide 19 - Open vraag

3. Het ... (verwennen) kind wilde niet op zijn beurt ... (wachten).

Slide 20 - Open vraag

4. De zakenman ... (trachten) zijn ... (inrichten) penthouse vorig jaar voor enkele maanden te ... (verhuren).

Slide 21 - Open vraag

QUIZLET
oefenen met woordjes 

Slide 22 - Tekstslide

LEREN VOOR DE REP 
1. Ga leren met het boek
2. Ga leren met de extra oefenbladen
3. Ga leren met www.cambiumned.nl

Slide 23 - Tekstslide

Deze les
1. Bespreken formatieve toets 
2. Wat weet je nog over het lv + mv? 
3. Korte uitleg
4. Weektaak of extra uitleg
5. Les afsluiten

Slide 24 - Tekstslide

Formatieve toets
Werkwoordspelling
- Stap 1: is het de persoonsvorm of niet?
- Vergeet bij meervoud (vt) niet ook het werkwoord in mv te zetten! 
Ontleden
- Lees de opdracht door en maak de hele opdracht! 
- PV is ook altijd deel van WG: daar mag je dus beide bijschrijven
HWW + ZWW
- Ging over het algemeen heel goed! 

Slide 25 - Tekstslide


DE NIEUWE EIGENAAR VAN HET RESTAURANT BELOOFT DE WERKNEMERS EEN CONTRACTVERLENGING. 



Stap 1: de persoonsvorm
Stap 2: het werkwoordelijk gezegde
Stap 3: onderwerp
Stap 4: lijdend voorwerp
Stap 5: meewerkend voorwerp

Slide 26 - Tekstslide

Weektaak les 22
KIES: ga aan je weektaak of krijg extra uitleg
Maak opdracht:  2, 3, 5, 6, 7, en 8

Klaar? Dan kijk je na? 
Ook klaar met nakijken? Dan maak je het extra oefenblad. 

Je werkt 10 minuten in stilte (geen vragen) 
timer
10:00

Slide 27 - Tekstslide

Wat weet je al?


Kies een van de foto's. Probeer (de sfeer) van de foto in een paar zinnen zo goed mogelijk te beschrijven.

- waar is het? 
- hoe is het daar? 



Slide 28 - Tekstslide

Deze les
1. Oefeningen maken: startopdracht 
2. Extra uitleg: bwb / lv / mv 
3. Leren! 
4. Kahoot 


Slide 29 - Tekstslide

ww-spelling

1. Er (woeden) gisteren een hevige storm. 

2. Hij (reageren) altijd zo boos als hij (worden) aangesproken op zijn gedrag. 

3. Goed of fout? 
De belastingdienst heeft verkeerde brieven verstuurt naar gezinnen. 
ontleden

1. In de klas staan bureaus

2. De feestneus stuurde vorige week uitnodigingen voor zijn verjaardag aan al zijn vrienden. 

3. Benoem hww+ zww:
Als snel bleek de docent geen extra punten meer te geven. 

Slide 30 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
Is ontzettend belangrijk in taal: daar geef je namelijk vanalles mee aan:

- waar iets plaatsvindt  (In lokaal 110)
- wanneer is gebeurt  (Het 5e lesuur)
- waarom iets gebeurt  (Vanwege de lesplanning) 
- met wie iets gebeurt  (Met klas HA1C)
- hoe iets gebeurt   (Met veel plezier) 
en een heleboel nuances 

Slide 31 - Tekstslide

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
- Er kunnen er meerdere in één zin zitten
- Soms is het echt een woordgroep
- Soms is het maar één woord
- Ook een vraagwoord is een bijwoordelijke bepaling (wanneer, waarom etc)

Slide 32 - Tekstslide

lv + mv
Een zin kan een lijdend voorwerp hebben: iets of iemand dat iets 'ondergaat'
Niet iedere zin heeft een lijdend voorwerp. 
wie of wat + wg + ow

Een zin kan een meewerkend voorwerp hebben: iets of iemand voor wie iets wordt gedaan. Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp. 
aan wie of wat + wg + ow + lv

Slide 33 - Tekstslide

MET VEEL RISICO REMDE MAX VERSTAPPEN VLAK VOOR DE BOCHT OP HET NATTE ASFVALT ACHTER ZIJN VOORGANGER. 

Stap 1: de persoonsvorm
Stap 2: het werkwoordelijk gezegde
Stap 3: onderwerp
Stap 4: lijdend voorwerp
Stap 5: meewerkend voorwerp
Stap 6: bijwoordelijke bepaling 




Slide 34 - Tekstslide

NU JIJ:

Stap 1: de persoonsvorm
Stap 2: het werkwoordelijk gezegde
Stap 3: onderwerp
Stap 4: lijdend voorwerp
Stap 5: meewerkend voorwerp
Stap 6: bijwoordelijke bepaling
De conciërge brengt altijd koffie aan alle leraren in hun lokaal. 

Gisteren was er een groot feest op het plein. 

Achter de ingang, net voor de prullenbak, lag een wikkel van een mars op de grond. 

Slide 35 - Tekstslide

Leren
1. Met je lesboek + opdrachten
2. Met de extra oefenbladen op It's Learning
3. Met Quizlet (woordjes)
4. Met cambiumned.nl 


timer
10:00

Slide 36 - Tekstslide

Einde van de les

Slide 37 - Tekstslide

Welkom!
Welkom 

Etui, lesboek, schrift, leesboek, laptop dicht op tafel.


Slide 38 - Tekstslide

Welkom!
Stillezen
Pak je boek en ga stillezen 
OF
werk aan je boekopdracht 

timer
30:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze les
1.  Stillezen
2. Oefening perspectief
-pauze- 
3. Oefenen ontleden + bwb 
4. Aan de slag
5. Quiz werkwoordspelling! 
5. Afsluiten 

Slide 40 - Tekstslide

Mindmap leesboek
Je maakt een mindmap over de hoofdpersoon uit jouw boek.  Dat helpt je om te bepalen welk perspectief je boek heeft en wat jij allemaal weet over je hoofdpersoon. 

Stap 1: start met de naam van de hoofdpersoon
Stap 2: schrijf alles op wat je van hem/haar weet. 
Hobby's, uiterlijk, familie, en alles waar je nog meer aan denkt 

Stap 3: bespreek het na 10 minuutjes met de klasgenootje. Kan je jouw mindmap nog aanvullen? 

Slide 41 - Tekstslide

Zij kreeg op haar verjaardag een prachtige nieuwe fiets. 


Stap 1: de persoonsvorm
Stap 2: het werkwoordelijk gezegde
Stap 3: onderwerp
Stap 4: lijdend voorwerp
Stap 5: meewerkend voorwerp
Stap 6: bijwoordelijke bepaling 



Slide 42 - Tekstslide

Thomas Edison vond lang geleden de elektrische gloeilamp uit.






nu jij!

Slide 43 - Tekstslide

Weektaak les 37
Let op: alleen 2e deel van les 37 (bwb)
Maak opdracht: 6, 7 en 10?
Heb je de weektaak van les 22 al af? 
> 2, 3, 5, 6, 7 en 8
Klaar? Dan kijk je na? 
Ook klaar met nakijken? Dan maak je het extra oefenblad. 

Je werkt 10 minuten in stilte (geen vragen) 
timer
10:00

Slide 44 - Tekstslide

Quiz werkwoordspelling
Iemand 0 fouten gemaakt? Dan volgt maandag een traktatie! 




Slide 45 - Tekstslide