HV2 préparation au test chapitre 1

HV2 préparation au test chapitre 1 (sans grammaire H)
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

HV2 préparation au test chapitre 1 (sans grammaire H)

Slide 1 - Tekstslide

Toetsstof toetsweek 1
 A B E F
phrases-clés C et G
Grammaire D - passé composé en Grammaire H- bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Tekstslide

avoir
=
hebben
Avoir: il,elle,on
Avoir: nous
Avoir: vous
Avoir: ils,elles
Avoir: tu
Avoir: j'
avons
ont
ai
avez
as
a

Slide 3 - Sleepvraag

Hoe maak je een Passé composé?
(chapitre 1)
A
avoir + ww op é
B
aller + ww op é
C
faire + ww op é
D
avoir

Slide 4 - Quizvraag

Ik ben geweest (passé composé)
A
je suis été
B
j'ai été
C
j'ai êtré
D
je suis êtré

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de passé composé?
A
J'ai parlé
B
Je parlais
C
Je parlerai
D
Je parlerais

Slide 6 - Quizvraag

Tu (manger = eten, passé composé)

passé composé
A
as mangé
B
a mangé
C
est mangé
D
es mangé

Slide 7 - Quizvraag

Begrijpen jullie de passé composé?

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Video

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 10 - Sleepvraag

Sleep de juiste 2 bezittelijke voornaamwoorde naar het midden
les plages
notre
nos
leur
leurs

Slide 11 - Sleepvraag

Mnl.ev.
Vrl.ev.
Mv.
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Bezittelijk voornaamwoord
Ma
Mon
Mes
Ton
Ta
Tes
Son
Sa
Ses

Slide 12 - Sleepvraag

vertaal: het is mooi weer

Slide 13 - Open vraag

Vertaal: Het is koud

Slide 14 - Open vraag

vertaal: Au printemps

Slide 15 - Open vraag

vertaal: La semaine dernière

Slide 16 - Open vraag

Zet in de passé composé:
Je (regarder)

Slide 17 - Open vraag

Zet in de passé composé:
Nous (faire)

Slide 18 - Open vraag

in de zomer
A
en été
B
au printemps
C
en hiver
D
en automne

Slide 19 - Quizvraag

Faire de la plongée
A
winkelen
B
duiken
C
uitslapen

Slide 20 - Quizvraag

Faire la grasse matinée
A
het is koud
B
winkelen
C
uitslapen

Slide 21 - Quizvraag

Geef antwoord in het Frans:
Tu as passé de bonnes vacances?

Slide 22 - Open vraag

Qu' est-ce que tu as fait cet été?
A
J' ai fait du vélo
B
J' ai été à la plage
C
j' ai visité Paris
D
Avec mes parents

Slide 23 - Quizvraag

C' était comment?
A
Oui, j' ai parlé français
B
C' était génial
C
C' était super

Slide 24 - Quizvraag

Geef antwoord op de vraag:
Il a fait beau?

Slide 25 - Open vraag

Maak de vormen van de passé composé van het werkwoord aimer.
Je/j'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
aimé
avons
avez
ont
as
a
ai

Slide 26 - Sleepvraag

slapen
A
arriver
B
dormir
C
voir
D
donner

Slide 27 - Quizvraag

Ik ben met mijn vrienden naar het strand geweest
A
J' ai parlé anglais
B
J' ai fait du camping
C
j' ai été à la plage avec mes copains

Slide 28 - Quizvraag

vertaal: de jongen

Slide 29 - Open vraag

het dorp
A
la ville
B
le village
C
l' église
D
le château

Slide 30 - Quizvraag

vertaal: Duits
A
anglais
B
allemand
C
espagnol
D
belge

Slide 31 - Quizvraag

vertellen
A
expliquer
B
raconter
C
parler
D
dormir

Slide 32 - Quizvraag