Nederlands H6 Werkwoordspellen

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de juiste spelling van de werkwoorden in deze zin: "Maar zo ... ik dat niet ...!"
A
heb, bedoelt
B
hebt, bedoeld
C
heb, bedoeld
D
hebt, bedoelt

Slide 13 - Quizvraag

WAAR
NIET WAAR
Je kunt in de pv verleden tijd een dt achter elkaar krijgen
't kofschip of sexy fokschaap kun je alleen gebruiken voor de pv verleden tijd en het voltooid deelwoord
ww-spelling kun je altijd op gevoel doen
Het is belangrijk dat je eerst bepaalt wat de pv(s) in een zin zijn
Vaak kun je de spelling van een werkwoord horen, maar niet altijd
Een van de verleden tijd-regels is ik-vorm +dde

Slide 14 - Sleepvraag

En dan toch echt de (werkwoord-)spelling!

27. Het VOvA-bestuur wil vooraf weten wat er tijdens het teamuitje gebeur...
A
-
B
-d
C
-dt
D
-t

Slide 15 - Quizvraag

Spelling werkwoord
Hij .................... iedere dag 10 kilometer
A
loopdt
B
lopt
C
loopt
D
loopd

Slide 16 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Wat is de juiste spelling?

Ik .... al die oude contacten


A
delete
B
deleted
C
deletet

Slide 17 - Quizvraag

Kies de juiste spelling van het werkwoord.
Toen ik in de zomer …
A
kampeerdde
B
Kampeerden
C
kampeerde

Slide 18 - Quizvraag

timer
17:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide