Oefentoets zinsontleding H1-6, vwo 1
1 / 32
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat is de pv in onderstaande zin?
Desondanks hebben veel mensen een probleem met hun telefoon.
Desondanks hebben veel mensen een probleem met hun telefoon.
Slide 2 - Open vraag
Wat is de pv in onderstaande zin?
Een dag later verscheen een artikel over dit voorval in de krant.
Een dag later verscheen een artikel over dit voorval in de krant.
Slide 3 - Open vraag
Wat is de pv in onderstaande zin?
Je mag bijvoorbeeld niet met anderen bellen.
Je mag bijvoorbeeld niet met anderen bellen.
Slide 4 - Open vraag
Wat is de pv in onderstaande zin?
Mijn wollen trui kan niet gewassen worden in de oude wasmachine
Mijn wollen trui kan niet gewassen worden in de oude wasmachine
Slide 5 - Open vraag
Benoem het onderwerp in onderstaande zin.
De antieke vaas viel in stukken op de betonnen museumvloer
De antieke vaas viel in stukken op de betonnen museumvloer
Slide 6 - Open vraag
Benoem het onderwerp in onderstaande zin.
Met zijn tractor maakte hij een verkeerde beweging.
Met zijn tractor maakte hij een verkeerde beweging.
Slide 7 - Open vraag
Benoem het onderwerp in onderstaande zin.
Precies naast de aanhanger reden een vader en zijn dochter in hun cabriolet.
Precies naast de aanhanger reden een vader en zijn dochter in hun cabriolet.
Slide 8 - Open vraag
Benoem het onderwerp in onderstaande zin.
Waarom zou dit Roemeense orkest zulke ouderwetse liedjes spelen?
Waarom zou dit Roemeense orkest zulke ouderwetse liedjes spelen?
Slide 9 - Open vraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel?
Wanneer biedt deze sportclub alle vrijwilligers EEN FEESTAVOND aan in de nieuwe kantine?
Wanneer biedt deze sportclub alle vrijwilligers EEN FEESTAVOND aan in de nieuwe kantine?
A
pv
B
ond
C
lv
D
mv
Slide 10 - Quizvraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel?
Johan heeft ONS alweer zo'n lange mail gestuurd.
Johan heeft ONS alweer zo'n lange mail gestuurd.
A
pv
B
ond
C
lv
D
mv
Slide 11 - Quizvraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel?
Vanmorgen LEGDE de leraar de opgaven aan zijn klas uit.
Vanmorgen LEGDE de leraar de opgaven aan zijn klas uit.
A
pv
B
ond
C
lv
D
mv
Slide 12 - Quizvraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel?
Morgen wordt MIJN NIEUWE JAS door PostNL bij mij thuis afgeleverd.
Morgen wordt MIJN NIEUWE JAS door PostNL bij mij thuis afgeleverd.
A
pv
B
ond
C
lv
D
mv
Slide 13 - Quizvraag
lv of mv?
Heeft Adriaan JOU dat vieze drankje ingeschonken?
Heeft Adriaan JOU dat vieze drankje ingeschonken?
A
lv
B
mv
Slide 14 - Quizvraag
lv of mv?
Zulke IJslandse husky's kunnen moeiteloos EEN ZWAARBELADEN SLEE trekken.
Zulke IJslandse husky's kunnen moeiteloos EEN ZWAARBELADEN SLEE trekken.
A
lv
B
mv
Slide 15 - Quizvraag
lv of mv?
Hidde en Luuk hadden voor hun toets PRECIES HETZELFDE CIJFER.
Hidde en Luuk hadden voor hun toets PRECIES HETZELFDE CIJFER.
A
lv
B
mv
Slide 16 - Quizvraag
lv of mv?
AAN WIE mag Daniëlle deze bos bloemen overhandigen?
AAN WIE mag Daniëlle deze bos bloemen overhandigen?
A
lv
B
mv
Slide 17 - Quizvraag
Ontleed onderstaande zin.
Benoem pv - wwg - ond - lv - mv - bwb.
Niet elk zinsdeel hoeft in de zin te zitten.
Deze band zal ongetwijfeld binnenkort een nieuwe cd uitbrengen.
Benoem pv - wwg - ond - lv - mv - bwb.
Niet elk zinsdeel hoeft in de zin te zitten.
Deze band zal ongetwijfeld binnenkort een nieuwe cd uitbrengen.
Slide 18 - Open vraag
Ontleed onderstaande zin. Benoem pv - wwg - ond - lv - mv - bwb. Niet elk zinsdeel hoeft in de zin te zitten.
In de kelder van het museum mocht ik de zorgvuldig gerestaureerde schilderijen bekijken.
In de kelder van het museum mocht ik de zorgvuldig gerestaureerde schilderijen bekijken.
Slide 19 - Open vraag
Ontleed onderstaande zin. Benoem pv - wwg - ond - lv - mv - bwb. Niet elk zinsdeel hoeft in de zin te zitten.
Staat de burgemeester op het bordes snoep uit te delen aan de kinderen?
Staat de burgemeester op het bordes snoep uit te delen aan de kinderen?
Slide 20 - Open vraag
Ontleed onderstaande zin. Benoem pv - wwg - ond - lv - mv - bwb. Niet elk zinsdeel hoeft in de zin te zitten.
Vanwege mijn verjaardag gaf ik iedereen in de klas een lekkere Mars.
Vanwege mijn verjaardag gaf ik iedereen in de klas een lekkere Mars.
Slide 21 - Open vraag
Ontleed onderstaande zin. Benoem pv - wwg - ond - lv - mv - bwb. Niet elk zinsdeel hoeft in de zin te zitten.
Mijn vader gaat elke dag met de auto naar zijn werk.
Mijn vader gaat elke dag met de auto naar zijn werk.
Slide 22 - Open vraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel.
Vanavond MAAK ik eindelijk mijn werkstuk over vulkanisme AF.
Vanavond MAAK ik eindelijk mijn werkstuk over vulkanisme AF.
Slide 23 - Open vraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel.
Dit weekend wil Frits MET EEN PAAR VRIENDEN Madurodam gaan bezoeken.
Dit weekend wil Frits MET EEN PAAR VRIENDEN Madurodam gaan bezoeken.
Slide 24 - Open vraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel.
Na dit teleurstellende seizoen zal FC BARCELONA vermoedelijk de trainer ontslaan.
Na dit teleurstellende seizoen zal FC BARCELONA vermoedelijk de trainer ontslaan.
Slide 25 - Open vraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel.
Met een vies gezicht gooide Henk DE ROTTE TOMAAT in de plastic vuilnisbak.
Met een vies gezicht gooide Henk DE ROTTE TOMAAT in de plastic vuilnisbak.
Slide 26 - Open vraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel.
Onze tegenstanders speelden IN GELE SHIRTS EN ZWARTE BROEKJES.
Onze tegenstanders speelden IN GELE SHIRTS EN ZWARTE BROEKJES.
Slide 27 - Open vraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel.
VOOR WIE schreef de keizer ook al weer dat boek over de valkenjacht?
VOOR WIE schreef de keizer ook al weer dat boek over de valkenjacht?
Slide 28 - Open vraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel.
DEZE PRACHTIGE RING heb ik voor mijn vriendin gekocht.
DEZE PRACHTIGE RING heb ik voor mijn vriendin gekocht.
Slide 29 - Open vraag
Benoem het grootgedrukte zinsdeel.
Jou zal DE KOK een heerlijk warm bordje soep opscheppen.
Jou zal DE KOK een heerlijk warm bordje soep opscheppen.
Slide 30 - Open vraag
Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in onderstaande zin?
Vanwege de risico’s wilde de bevelhebber zijn soldaten niet door de mijnenvelden sturen.
Vanwege de risico’s wilde de bevelhebber zijn soldaten niet door de mijnenvelden sturen.
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 31 - Quizvraag
Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in onderstaande zin?
In Frankrijk verwachten de wijnboeren dit jaar een goede oogst.
A
1
B
2
C
3
D
4
