workshop ervaringsordening

Hoe orden jij zelf je ervaringen? dus hoe beleef jij de wereld om je heen?
A
ik ervaar lichamelijk
B
ik ervaar door het maken van associaties
C
ik ervaar door het aanbrengen van verbanden, structuur overzicht en meer
D
eigenlijk wel A,B,C
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Hoe orden jij zelf je ervaringen? dus hoe beleef jij de wereld om je heen?
A
ik ervaar lichamelijk
B
ik ervaar door het maken van associaties
C
ik ervaar door het aanbrengen van verbanden, structuur overzicht en meer
D
eigenlijk wel A,B,C

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 1

De baby zal vanuit zijn hulpeloosheid de wereld lichaamsgebonden ervaren (horen, ruiken, voelen, proeven, voelen, zien).
De associatieve ordening geeft informatie over herkenning stem van moeder, lepel/fles als herkenning, mond open doen.
Daarna zal ze samenhang gaan zien van het verzorgingsritme/ritueel. Nog geen actief gebruik
De eigenheid van het kind wordt herkenbaar en wordt gewaardeerd. 
Dit van belang van eigenwaarde (vormgeving)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Dorothea Timmers-Huigens (1942) is de grondlegger van de Theorie van Ervaringsordening

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Indeling op ervaringsordening

Ervaringsordening : Manier waarop iemand met een verstandelijke beperking zichzelf en de wereld om zich heen beleeft.
1. vormgevende ervaringsfasen
zelf vorm kunnen geven aan leven (LVB)
2. structurende ervaringsfasen
verbanden kunnen zien, niet teveel afwijken van patronen.
3. associatieve ervaringsfasen :
simpele verbanden leggen bijvoorbeeld pyjama pakken is naar bed gaan
4. lichaamsgebonden ervaringsfasen :
ervaart wereld door zintuigen
  


Slide 4 - Tekstslide

Ervaringsfasen- korte samenvatting melle-
1 De lichaamsgebonden ervaringsfase
ordenen van ervaringen zoals babys dit in eerste instantie doen. puur zintuigelijk.

2 De associatieve ervaringsfase
Het leggen van simpele verbanden/patronen. Bijv. het herkennen van aankleden.

3 De structurerende ervaringsfase
Niet alleen verbanden zien maar ook deze kunnen beoordelen en doorzien. er kan afgeweken worden van patronen.

4 De vormgevende ervaringsfase
Iets persoonlijks of unieks toevoegen. Dus zelf 'vormgeven'.

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat is dus belangrijk om goed te kunnen communiceren?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

lichaamsgebonden ervaringsordening
  •  Lichamelijk en zintuiglijk beleven.
  • Verkenning van de omgeving via het eigen lichaam.
  • Nauwelijks besef van de functies van het eigen lichaam.
  • Stemmingsuitingen vaak moeilijk te definiëren.
  • Communicatie via lichaamstaal, klanken, intonatie.
  • Korte/vluchtige contactmomenten, initiatief voornamelijk van begeleider.
  • Motorische reacties of gebeurtenissen, motorische beperkingen.
  • Herkenning door herhaling, regelmaat .
  • Onvermogen tot verplaatsen in de ander.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

voorbeeld 2
Je maakt een wandeling, je hebt trek en eet ondertussen een boterham (lichaamsgebonden, je lichaam voelt goed/veilig).
Je loop een vaste korte route, je hoort de blaadjes (associatief. Omgeving is veilig)
Het is lunchpauze, je weet hoe laat je terug moet zijn en hoelang je kan wandelen (structurerend, samenhang zien)
Je kiest de ene keer voor een wandeling tijdens de pauze en de andere keer voor een praatje in de kantine met je collega (vormgevend)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Associatieve ervaringsordening
  • Herkenning van personen en hun rollen
  • Herkenning van (terugkerende) situaties en (de functie van) voorwerpen
  • Contact is functioneel en op zichzelf gericht (de ander is middel)
  • Ontdekking eigen lichamelijke mogelijkheden en beperkingen
  • Zekerheid, welbevinden en veiligheid: vaste patronen en voorspelbaarheid
  • Ontwikkelend begrip voor oorzaak en gevolg
  • Op basis van herhaling eenvoudige verbanden leggen
  • Beginnende taalontwikkeling (losse woorden, heel korte zinnetjes)
  • Het zien van middel-doel relaties (‘dit heb ik nodig om dat te bereiken’)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 3: Onduidelijke samenhang (help!)
Je dienstrooster veranderd steeds
Geen werk door corona
Op weg naar je werk, lekke band en je bent al laat
Ziek en je sigaretten zijn op

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structurerende ervaringsordening
  •  Taal als belangrijk(er) communicatiemiddel
  •  Er is sprake van wederkerig contact
  •  Zekerheid neemt toe door overzien, doorzien en begrijpen
  •  Toename van taakbesef maakt oefening op diverse ontwikkelingsgebieden
      mogelijk
  • Verder verkennen van eigen mogelijkheden; kent het eigen lichaam
  • Minder afhankelijk van vaste patronen, flexibeler
  • Meer inzicht in structuren; globaal inzicht in tijd (gisteren, vandaag, morgen)
  • Meer keuzes aankunnen
  • Inzicht dat losse onderdelen samen een geheel vormen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormgevende ervaringsordening
  • Taal als belangrijk(ste) communicatiemiddel
  • Ontwikkeling van zelfbewustzijn
  • Identificeren (zo wil ik zijn, net als…)
  • Vorming van persoonlijkheid en eigen identiteit
  • Bewustzijn van eigen mogelijkheden en onmogelijkheden
  • Benutten van kwaliteiten
  • Zelfstandig en bewust keuzes maken
  • Prioriteiten stellen in de vormgeving van het eigen leven

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld 4: vormgevend
Je eerste werkdag, je bent nerveus over hoe het gaat, wat wel en niet mag…..
Je hebt een date, wat kan ik wel en niet zeggen….
Eigen stempel op een afscheidsspeech 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht. Welke ervaringsordening hoort hierbij? 

- Ludo kan onder begeleiding zijn leven goed inrichten. Hij heeft hobby's en dagbesteding. Daarnaast volgt hij een opleiding die hij leuk vindt. Echter zal hij nooit volledig en fulltime kunnen werken dit is te belastend.


- Yildiz wordt onrustig als ze teveel prikkels krijgt. Ze gaat dan klanken maken en om zich heen slaan met haar armen. 
Yildiz functioneert op het niveau van een 0-2 jarige.

KLIK OP HET LUIDSPREKERTJE VOOR DE ANTWOORDEN! (BELUISTER DEZE)

Slide 20 - Tekstslide

Maak de koppeling dat vaak deze zeven leefgebieden ook weer terugkomen bij andere begeleidingsmethodieken.

Je kan de PowerPoint gebruiken en op mijn stem drukken dan hoef je het zelf niet uit te leggen... lukte me niet om de geluidsfragmenten te verwerken in lesson up. (uploade niet).

Nog tijd over dan kun je ook Casus Cindy doen. Dia erna...
1

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

01:31
welke ervaringsordening past bij Jordi?

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke ervaringsordening past bij een ernstige verstandelijke beperking
A
Associatief & structurerend
B
Lichaamsgebonden & associatief
C
Structurerend en vormgevend

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

1

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies

00:00
kijk naar Bram probeer op basis van wat je ziet een voorzichtige inschatting te maken hoe Bram zijn ervaringen ordend?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke ordeningsfase past het beste bij Bram?

Slide 26 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Hoe orden jij zelf je ervaringen? dus hoe beleef jij de wereld om je heen?
A
ik ervaar lichamelijk
B
ik ervaar door het maken van associaties
C
ik ervaar door het aanbrengen van verbanden, structuur overzicht en meer
D
eigenlijk wel A,B,C

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

lichaamsgebonden ervaringsordening
  •  Lichamelijk en zintuiglijk beleven.
  • Verkenning van de omgeving via het eigen lichaam.
  • Nauwelijks besef van de functies van het eigen lichaam.
  • Stemmingsuitingen vaak moeilijk te definiëren.
  • Communicatie via lichaamstaal, klanken, intonatie.
  • Korte/vluchtige contactmomenten, initiatief voornamelijk van begeleider.
  • Motorische reacties of gebeurtenissen, motorische beperkingen.
  • Herkenning door herhaling, regelmaat .
  • Onvermogen tot verplaatsen in de ander.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Associatieve ervaringsordening
  • Herkenning van personen en hun rollen
  • Herkenning van (terugkerende) situaties en (de functie van) voorwerpen
  • Contact is functioneel en op zichzelf gericht (de ander is middel)
  • Ontdekking eigen lichamelijke mogelijkheden en beperkingen
  • Zekerheid, welbevinden en veiligheid: vaste patronen en voorspelbaarheid
  • Ontwikkelend begrip voor oorzaak en gevolg
  • Op basis van herhaling eenvoudige verbanden leggen
  • Beginnende taalontwikkeling (losse woorden, heel korte zinnetjes)
  • Het zien van middel-doel relaties (‘dit heb ik nodig om dat te bereiken’)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structurerende ervaringsordening
  •  Taal als belangrijk(er) communicatiemiddel
  •  Er is sprake van wederkerig contact
  •  Zekerheid neemt toe door overzien, doorzien en begrijpen
  •  Toename van taakbesef maakt oefening op diverse ontwikkelingsgebieden
      mogelijk
  • Verder verkennen van eigen mogelijkheden; kent het eigen lichaam
  • Minder afhankelijk van vaste patronen, flexibeler
  • Meer inzicht in structuren; globaal inzicht in tijd (gisteren, vandaag, morgen)
  • Meer keuzes aankunnen
  • Inzicht dat losse onderdelen samen een geheel vormen

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vormgevende ervaringsordening
  • Taal als belangrijk(ste) communicatiemiddel
  • Ontwikkeling van zelfbewustzijn
  • Identificeren (zo wil ik zijn, net als…)
  • Vorming van persoonlijkheid en eigen identiteit
  • Bewustzijn van eigen mogelijkheden en onmogelijkheden
  • Benutten van kwaliteiten
  • Zelfstandig en bewust keuzes maken
  • Prioriteiten stellen in de vormgeving van het eigen leven

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke ervaringsordening past bij een ernstige verstandelijke beperking
A
Associatief & structurerend
B
Lichaamsgebonden & associatief
C
Structurerend en vormgevend

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies