Quiz industriële revolutie

Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd
1 / 17
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat betekent "Industriële Revolutie"?
A
verandering in de manier van denken
B
verandering van manier om met werknemers om te gaan
C
verandering van de manier van produceren
D
grote verandering in korte tijd

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen oorzaak van
de industriële revolutie?

A
Grote vraag naar katoen
B
Agrarische revolutie
C
Hoge sterftecijfers
D
Nieuwe uitvindingen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als gevolg van de industriële revolutie ....
A
Daalde het bevolkingsaantal
B
Groeide het bevolkingsaantal
C
Groeide de bevolking op het platteland
D
Daalde het aantal het aantal mensen in de steden.

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen gevolg van de Industriële revolutie?
A
Ontstaan van Krottenwijken in steden
B
Werkeloosheid op het land
C
Aanleg van spoorwegen en kanalen
D
Markten

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zet de begrippen bij de juiste periode (vóór de industriële revolutie of industriële revolutie)?
Industriële revolutie
vóór de industriële revolutie
fabrieken
huisnijverheid
landbouw
stoommachine
slechte werkomstandigheden
stad
platteland

Slide 5 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een juiste beschrijving van arbeidsdeling?
A
Door het grote aanbod van arbeiders waren er lage lonen
B
Om als gezin te kunnen overleven moesten vrouwen en kinderen ook werken
C
Om sneller te produceren maakten arbeiders geen complete producten meer
D
Protesterende arbeiders hadden een grote kans op ontslag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liberalen
Socialisten

Slide 7 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een vakbond? En waar diende deze voor?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat willen de Liberalen?
A
Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
B
Meer invloed van de kerk
C
Algemeen Kiesrecht
D
Meer invloed van de koning

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

-      Liberaal                 Socialistisch             Confessioneel
VVD
CDA
PvdA

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een sociale wet?
A
een wet die zorg dat mensen socialer worden
B
een wet die zorgt dat de werkomstandigheden beter worden
C
een wet die zorgt dat de leef- en werkomstandigheden van mensen beter worden
D
een wet die zorgt dat de leefomstandigheden beter worden

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat was de eerste sociale wet?
A
Algemene Ouderdoms Wet
B
Bijstandswet
C
Kinderwetje van Van Houten
D
Armenwet

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om welke reden was het Kinderwetje van Van Houten minder effectief dan de Arbeidswet?
A
Het kinderwetje liet kinderen onder de 12 jaar in de fabriek werken
B
Er was nauwelijks controle op het kinderwetje
C
Het kinderwetje verbood kinderen om naar school te gaan
D
Op het land werken was volgens het kinderwetje verboden

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

oorzaak 
gevolg
arbeidsdeling
Betere hygiëne 
radio en film
uitgebreid transport netwerk 
Snellere productie
bevolkingsgroei
snellere verspreiding van nieuws 
toename goederen verkeer

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kwamen er mensen uit Indonesië en Suriname in Nederland wonen?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarop slaat de term 'gastarbeider'?
A
Een werknemer die na een tijd weer teruggaat naar het vaderland.
B
Een werknemer die bij een Nederlands gezin te gast is.
C
Een arbeider die in de aardgasindustrie werkt.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke regio kwamen de meeste arbeiders in 1960?
A
Turkije en marrokko
B
Duitsland en scandinavie
C
Amerika en canada
D
Zuid-amerika

Slide 17 - Quizvraag

in 1950 waren er nog veel mannen uit de landen Spanje, Italie en griekenland die als gast-arbeider in west-europa wilde gaan werken. Maar na een tijdje was er minder interesse om te gaan werken in west-europa. Daarom werden (vaak ongeschoolde mannen) uit Turkije en marokko gewerft. Want die wilde WEL werken in de textiel, metaal en voedingsmiddelenindustrie.