In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Welkom
Als de timer afgelopen is heb je ....
Tas op de grond
boek op tafel
chromebook dicht op tafel
Telefoon is thuis of in de kluis
Pen op tafel
timer
1:00
Slide 1 - Tekstslide
hoofdstuk 2 - Aarde
Paragraaf 7 - De opbouw van het laagland
Slide 2 - Tekstslide
Spoorboekje
- Huiswerk - herhaling verwering en erosie
- uitleg h2 paragraaf 7
- Keuze aan de slag PO of huiswerk
- huiswerk
- afsluiten
Slide 3 - Tekstslide
Huiswerk
hoofdstuk 2 paragraaf 6, opdrachten 1-4-5
Slide 4 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de ontstaanswijze van sedimentgesteenten bepalen aan de hand van de kenmerken van het gesteente
Slide 5 - Tekstslide
Hoe ontstaan deze meanders?
Slide 6 - Tekstslide
Sediment
Grind, zand en klei
= verweringsmateriaal
= materiaal dat zorgt voor erosie
Slide 7 - Tekstslide
Sedimentatie - Overstromingsvlakte
Benedenloop: vlak -> rivier gaat langzamer stromen
-> Sedimenten worden afgezet/bezinken
in rivierbedding: grind
Oever: zand
Achter de oever: klei
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Verschijnsel?
Slide 11 - Tekstslide
Delta
Bij zee
Stroming stopt -> Sedimenten laten vallen
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Delta
De Rijn is: een deltarivier
Voordat de rivier uitmondt in zee, zie je veel vertakkingen = delta
Dat komt o.a. door sediment (= klei en steentjes).
gelijkenis met de Griekse delta Δ- δέλτα
Slide 14 - Tekstslide
Estuarium
Sommige rivieren hebben juist een trechtvormige monding: een estuarium.
Zoals de Westerschelde.
sediment
Slide 15 - Tekstslide
Estuarium
Slide 16 - Tekstslide
Estuarium
Slide 17 - Tekstslide
Op welk plaatje zie je een estuarium en welke een delta?
Slide 18 - Tekstslide
Duinvorming en afbraak (erosie)
Slide 19 - Tekstslide
Bovenloop
Bovenloop: hoge stroomsnelheid, groot verschil in reliëf (groot verhang), veel erosie (door hoge stroomsnelheid), vervoer van grove sedimenten zoals stenen en keien. Voorkomen van V-dalen (verticale erosie).
Middenloop
Middenloop: minder reliëf, afnemende stroomsnelheid, evenwicht tussen erosie en sedimentatie, grove sedimenten sedimenteren eerst. Nog wel vervoer grof zand, zand en klei. Steeds meer erosie in breedte ipv diepte - ontstaan meanders
Benedenloop
Benedenloop: weinig reliëf, vooral sedimentatie (van fijn materiaal), erosie in de breedte (oevers van de rivier), fijn zand en klei, lage stroomsnelheid. Voorkomen van verlaten meanders (hoefijzermeer). Grootste debiet.
Delta
Doordat rivierwater 'botst' met zeewater daalt de stroomheid tot zo goed als 0. Hierdoor sedimenteert al het materiaal. Wanneer het sediment boven water komt, noemen we dat een delta.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Aan de slag
opdrachten paragraaf 2.7: 1-3-6
en/of
werken aan de po
en/of
alvast voorbereiden voor de toets op 20 maart 2024 (hoofdstuk 2)
Slide 23 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kunt de ontstaanswijze van sedimentgesteenten bepalen aan de hand van de kenmerken van het gesteente