De onderzoekscyclus

De onderzoekscyclus
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De onderzoekscyclus

Slide 1 - Tekstslide

1.
2.
3.
4.
De onderzoeksmethode
De onderzoeksvraag
De hypothese
De conclusie

Slide 2 - Sleepvraag

Lesstructruur
1. De onderzoeksvraag
2. De hypothese
3. De onderzoeksmethode
4. De conclusie

Slide 3 - Tekstslide

De onderzoeksvraag
Werkboek p. 37-39

Slide 4 - Tekstslide

Waar moet een goede onderzoeksvraag aan voldoen?

Slide 5 - Woordweb

Een goede onderzoeksvraag...
...is een vraag.

Slide 6 - Tekstslide

Een goede onderzoeksvraag...
...is een open vraag.

Slide 7 - Tekstslide

Een goede onderzoeksvraag...
...is geen kennisvraag die je zomaar kan opzoeken.

Slide 8 - Tekstslide

Een goede onderzoeksvraag
...is bondig geformuleerd.

Slide 9 - Tekstslide

Een goede onderzoeksvraag...
...is eenduidig geformuleerd.

Slide 10 - Tekstslide

Een goede onderzoeksvraag...
...is voldoende afgebakend.

Slide 11 - Tekstslide

Een goede onderzoeksvraag...
...is neutraal.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Link

Goede onderzoeksvraag
Kan je je hersenen beter laten werken?
Hoe kan je de werking van je lichaam optimaliseren?
Bestaan er methodes om je hersenactiviteit te trainen en te optimaliseren zodat je slimmer wordt en welke methodes zijn dat dan?
Waarom komt Bart van Peer intelligenter over dan Otto-Jan Ham?
Hoe kan je de werking van je hersenen verbeteren?
Uit welke onderdelen bestaat het menselijk brein?
Methodes om je hersenactiviteit te optimaliseren.
Hoe kunnen je hersenen beter worden?

Slide 15 - Sleepvraag

Kan je je hersenen beter laten werken?

Slide 16 - Woordweb

Hoe kan je de werking van je lichaam optimaliseren?

Slide 17 - Woordweb

Bestaan er methodes om je hersenactiviteit te trainen en te optimaliseren zodat je slimmer wordt en welke methodes zijn dat dan?

Slide 18 - Woordweb

Waarom komt Bart van Peer intelligenter over dan Otto-Jan Ham?

Slide 19 - Woordweb

Uit welke onderdelen bestaat het menselijk brein?

Slide 20 - Woordweb

Methodes om je hersenactiviteit te optimaliseren.

Slide 21 - Woordweb

Hoe kunnen je hersenen beter worden?

Slide 22 - Woordweb

Oefening 3, p. 38-39

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Link

Slide 25 - Link

Slide 26 - Link

Slide 27 - Link

De hypothese
P. 39

Slide 28 - Tekstslide

Noteer je hypothese bij het onderzoek van Otto-Jan en Bart. Wat werkt volgens jou om je hersenen te verbeteren? Wat niet?

Slide 29 - Open vraag

De onderzoeksmethode
P. 39-44

Slide 30 - Tekstslide

Bureauonderzoek
Empirisch onderzoek
  • Kwalitatief
  • Kwantitatief

Slide 31 - Tekstslide

Bureauonderzoek
  • Info "passief" verwerven
=via literatuuronderzoek
  • Belang betrouwbare bronnen via CRAAP
Empirisch onderzoek

Slide 32 - Tekstslide

Bureauonderzoek
Empirisch onderzoek
  • Zelf onderzoeken
  • Kwantitatief
=numerieke data/getallen
(Percentages, grafieken, tabellen...)
  • Kwalitatief
=woorden/hoe- of waarom vragen

Slide 33 - Tekstslide

Een goed onderzoek is...
Specifiek
Meetbaar
Actueel
Relevant
Tijdsgebonden

Slide 34 - Tekstslide

empirisch+ kwalitatief
empirisch kwantitatief
bureauonderzoek
experiment
observatie
interview
enquête
literatuuronderzoek

Slide 35 - Sleepvraag

Hoe goed is de dienstverlening van onderneming X afgestemd op de klantenbehoeften?
A
diepte-interview
B
observatie
C
literatuurstudie
D
experiment

Slide 36 - Quizvraag

Wat is de beste opstelling van de banken in een klas om de leerlingen stiller aan een individuele opdracht te laten werken?
A
diepte-interview
B
enquête
C
experiment
D
literatuurstudie

Slide 37 - Quizvraag

Hoe gedragen mensen zich als ze in de supermarkt in een lange rij staan te wachten?
A
literatuurstudie
B
observatie
C
enquête
D
diepte-interview

Slide 38 - Quizvraag

Welke sociale media worden het meest gebruikt door dertigers?
A
diepte-interview
B
experiment
C
enquête
D
observatie

Slide 39 - Quizvraag

Wat is de invloed van wifistraling op de groei van een plant?
A
literatuurstudie
B
enquête
C
observatie
D
experiment

Slide 40 - Quizvraag

Hoe veilig is fietsen op drukke verkeerspunten in Brussel?
A
kwalitatief
B
kwantitatief

Slide 41 - Quizvraag

Welke invloed heeft fietsen naar het werk op iemand?
A
experiment
B
literatuurstudie
C
enquête
D
diepte-interview

Slide 42 - Quizvraag

Empirisch onderzoek: valkuilen
Opdracht 6, p. 41

Slide 43 - Tekstslide

Literatuurstudie: valkuilen

Slide 44 - Tekstslide

Literatuurstudie: valkuilen
Opdracht 7, p. 42-44

Slide 45 - Tekstslide

Vraag b, p. 44
Mogelijke antwoorden op het bord

Slide 46 - Tekstslide

Literatuurstudie: valkuilen

Slide 47 - Tekstslide

De conclusie
P. 44

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Link

Toets!

Slide 50 - Tekstslide