Social media workshop december 22

To social or not to social 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

To social or not to social 

Slide 1 - Tekstslide

Social media
"Via een online communicatiemiddel sociale interactie voeren tussen twee of meerdere gebruikers"

Slide 2 - Tekstslide

Social media marketing
Marketingtechniek waarbij sociale media worden ingezet met als doel marketing (communicatie) doelstellingen te realiseren. Interactieve vorm, gericht op het aangaan van een dialoog. Een middel, geen doel. Zet het alleen in als bedrijf en markt geschikt zijn.

Slide 3 - Tekstslide

Welke social media gebruik jij?

Slide 4 - Woordweb

Welke social media is zakelijk ingesteld?
A
Linked In
B
Facebook
C
TikTok
D
Snapchat

Slide 5 - Quizvraag

Welk social media platform wordt het meest gebruikt in Nederland?
A
Facebook
B
Snapchat
C
Whatsapp
D
YouTube

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Vak Nederlands - doelen
  • Informeren 
  • Overtuigen
  • Instrueren 
  • Amuseren 

In communicatie hebben we het ook over doelen .. 

Slide 9 - Tekstslide

Kennis - houding - gedrag

Kennis: ervoor zorgen dat de doelgroep je merk, product of dienst kent of opmerkt. Kennis van je organisatie.  
Houding: hoe creëer ik een loyale doelgroep? Ervoor zorgen dat je van waarde bent en dat men een positieve houding krijgt tegenover je organisatie. 
Gedrag: zorgen voor bepaald gedrag bij je doelgroep. Hoe moeten zij concreet tot actie overgaan?   


Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Doelgroepanalyse
  • Wat is je doelgroep?
  • Kenmerken?
  • Handig

Slide 12 - Tekstslide

Man of vrouw?
Leeftijdscategorie?
Nationaliteit/etniciteit?
Welke plaats?
Gemiddeld inkomen?
Opleiding?
Gezinssamenstelling?
Branche of beroep?
Zakelijk of particulier?
Waar doen zij het liefst hun aankopen? Online of offline?
Welke social media kanalen gebruiken ze?
Welke websites bezoeken ze?
Wat zijn hun interesses?

Slide 13 - Tekstslide

Middelen en doelgroep
Facebook: brede doelgroep vanaf 20 jaar en ouder. Interessant bij de oudere doelgroep die ook steeds meer online is.

Instagram: het kanaal voor jongeren en millennials.
Snapchat: jongeren van 12 tot en met 24 jaar.
LinkedIn: de zakelijke doelgroep vanaf de jonge professionals tot aan senior management.






Slide 14 - Tekstslide

Middelen en doelgroep
TikTok: ook een kanaal voor jongeren en millennials waarbij short-form video content centraal staat.
YouTube: een brede doelgroep van zowel jongeren als ouderen die actief zijn op dit medium.
Pinterest: een voornamelijk vrouwelijke doelgroep die tussen de 20 en 40 jaar oud is.





Slide 15 - Tekstslide

Middelen en doelgroep
Je kiest dus de juiste middelen, bij de juiste doelgroep, omdat je een bepaald doel wilt bereiken.

En elk middel, elk kanaal heeft zijn eigen eigenschappen.

Wie is jullie doelgroep, in je werk? 





Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Hulp
En als social media je taak wordt, wil je ook regelmatig wat plaatsen. Een hulpmiddel is bv de inhaakkalender.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Functie social media
Bepaal op welke manier je op je stage hebt gecommuniceerd (zie ook volgende sheet). Bepaal of je een van deze vormen kan vervangen door social media.

Bedenk erbij: wat is het doel van de communicatie? [kennis, houding, gedrag]
Wat is de doelgroep? [en past het dus bij deze doelgroep] 

Slide 23 - Tekstslide

Functie social media
Bespreek dit in twee- of drietallen en koppel terug naar de groep [10 minuten]. 

Slide 24 - Tekstslide

Hoe communiceer je in je werk?  
  • Persoonlijk
  • Whatsapp
  • Prikbord
  • E-mails
  • Brieven
  • App
  • ...

Slide 25 - Tekstslide

Conclusie
Sociale media: ja of nee?

Hou rekening met doel en doelgroep: waar bevindt je doelgroep zich, en welke inhoud wil je delen?

Slide 26 - Tekstslide

Vragen?

Slide 27 - Tekstslide