De TIME methode is een manier van rapporteren en duidelijk in kaart te brengen hoe de wond er uit ziet op een manier die voor iedereen duidelijk is
TIME staat voor:
Tissue (weefsel)
Infection and inflamation (ontstekingsverschijnselen)
Moisture (wondvocht)
Edge (wondrand)
Slide 4 - Tekstslide
Wat zou een voordeel kunnen zijn van de TIME-methode?
Slide 5 - Tekstslide
Voordelen van TIME
Wanneer je volgens de TIME methode rapporteert kan je een duidelijk beeld maken van hoe de wond er uit ziet en hoe ver de wond is in het genezingsproces.
Als er een keer vergeten word een foto te maken kan je via de TIME nog steeds duidelijk maken hoe de wond er uit ziet
Slide 6 - Tekstslide
Hoe gebruik je TIME?
Je kijkt naar de wond en het verband wat je er van af heb gehaald. Wanneer je hier naar kijkt let je op een aantal dingen:
Slide 7 - Tekstslide
TIME
De T in TIME staat voor Tissue
Hierbij kijk je naar het weefsel in de wond, je kijkt naar een aantal dingen:
Waar denk je zelf aan?
Slide 8 - Tekstslide
TIME
De T in TIME staat voor Tissue
Je kijkt dus naar:
Hoeveel % van het weefsel in de wond is zwart, geel of rood
Is er mogelijk granulatie weefsel te zien
Valt er nog wat raars op aan het weefsel?
Slide 9 - Tekstslide
TIME
De I in TIME staat voor Infection/inflammation
In het Nederlands: ontstekingsverschijnselen
Waar zou je naar kijken?
Slide 10 - Tekstslide
TIME
Hier kijk je naar:
- Zijn er tekenen van infecties?
- Is er sprake van een roodheid om de wond heen
- Voelt de wond warm aan?
Slide 11 - Tekstslide
TIME
De M in TIME staat voor Moisture, ofwel vocht
Waar observeer je op?
Slide 12 - Tekstslide
TIME
Hiermee word er gekeken naar:
- Hoeveelheid wondvocht in de wond
- Hoeveelheid wondvocht in het verband
- Of is de wond zelfs droog?
Slide 13 - Tekstslide
TIME
De E in TIME staat voor Edge ofwel rand.
Wat zouden we hiermee bedoelen.
Slide 14 - Tekstslide
TIME
Hiermee bedoelen we hoe de wondrand er uit ziet.
Is het rood? Is de wondrand soepel?
Waar zou je nog meer naar kijken?
Slide 15 - Tekstslide
Waar let je op bij wondzorg?
Slide 16 - Tekstslide
Waar let je op bij wondzorg?
- Grootte van de wond (lengte, breedte en diepte)
- Kleur van het weefsel in de wond
- Nat of droog?
- Roodheid er omheen
- Hoe ruikt de wond?
- Zit er iets in de wond wat er niet hoort?
Wat nog meer?
Slide 17 - Tekstslide
Extra hulpmiddelen bij wondzorg
- Meerdere hulpmiddelen
- WCS classificatie model
- Bradenschaal
Beide zijn makkelijk te gebruiken en in te vullen.
Slide 18 - Tekstslide
WCS classificatie
Ook wel bekend als
het wondkaartje.
Ik zal hier meerdere van
uitprinten en in de team-
post leggen voor wie er
belangstelling heeft.
Slide 19 - Tekstslide
Bradenschaal
Gemaakt om decubitus vroeg te kunnen signaleren.
Hoe lager de score hoe meer risico/hoe erger de wond.
Totaal score 24 = Perfect!
Slide 20 - Tekstslide
Rode, Gele en Zwarte wonden
Slide 21 - Tekstslide
Rode wond
Bij de rode wond is de wondbodem bedekt met een korrelig, vochtig glanzend, helderrood weefsel.
Een rode wondbodem is een goed teken. Deze wondbodem moet worden beschermd en mag niet uitdrogen.
Slide 22 - Tekstslide
Gele wond
Een gele wond is bedekt met een gele laag. Vaak is deze laag dik of half vloeibaar. Soms is het een taaie laag. Hierin bevinden zich de celresten en gestolde eiwitten. Deze laag moet worden verwijderd om de wondgenezing in gang te zetten.
Slide 23 - Tekstslide
Zwarte wond
Zwart betekent dat zich in de wond dood (necrotisch) weefsel bevindt.
Dit dode weefsel houdt de wondgenezing tegen. Het is daarom goed om dit uit de wond te halen. Hier zijn verschillende manieren voor, bijvoorbeeld door de wond goed te spoelen
Slide 24 - Tekstslide
Casussen
Slide 25 - Tekstslide
Casus 1
Decubitus wond
Ca. 3x4x1.5 cm
Op de hiel
Maak een TIME-rapportage
Op papier......
Slide 26 - Tekstslide
Casus 2
Skin tear
ongeveer 4 cm lang
op het breedste punt 5mm
Maak hier een rapportage
van met de TIME
Slide 27 - Tekstslide
Gaan jullie de TIME gebruiken?
Slide 28 - Tekstslide
Hoe vonden jullie de klinische les?
Slide 29 - Tekstslide
Einde
Ik hoop dat jullie wat opgestoken hebben van mijn les.