Diagnostische toets verhaal- en poëzieanalyse SI

Een chronologisch verteld verhaal kan flashbacks bevatten
A
Niet waar
B
Waar
1 / 19
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 3 videos.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Een chronologisch verteld verhaal kan flashbacks bevatten
A
Niet waar
B
Waar

Slide 1 - Quizvraag

Een chronologisch verhaal kan tijdssprongen bevatten
A
Niet waar
B
Waar

Slide 2 - Quizvraag

Een flashforward en een toekomstverwijzing zijn hetzelfde
A
Niet waar
B
Waar

Slide 3 - Quizvraag

Het verschijnsel waarbij een lange periode van tijd kort wordt samengevat, noemen we (tijd)versnelling of

Slide 4 - Open vraag

Een fragmentarisch opgebouwd verhaal hoort bij de term
A
Continu verteld verhaal
B
Niet-continu verteld verhaal

Slide 5 - Quizvraag

Een ___ is een verhaalelement dat steeds terugkeert, dat steeds wordt herhaald. Het ondersteunt je bij het bepalen van het thema van het verhaal.

Slide 6 - Open vraag

Ik-verteller
Personale verteller
Auctoriële verteller
Onzichtbare verteller
- 1 perspectief
- eerste persoon enkelvoud
- 1 perspectief
- derde persoon enkelvoud
- alwetend
- meerdere perspectieven
- impliciet aanwezig, expliciet niet. 
- alwetend
- meerdere perspectieven
- expliciet aanwezig

Slide 7 - Sleepvraag

Het verhaal begint als een sprookje.
A
Ab ovo
B
In medias res
C
Post rem

Slide 8 - Quizvraag

Wat is spanning? En, wanneer eindigt spanning?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Video

Welke vorm van beeldspraak herken je in: "Je woorden maken wolkjes in de lucht. Een rilling loopt een rondje op mijn rug."

Slide 11 - Open vraag

Welk stijlmiddel herken je in: "Kunnen we één seconde terug?"

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Video

Ze huilt, maar ze lacht?
A
Antithese
B
Metafoor
C
Paradox

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Welke vorm van beeldspraak herken je in de titel van dit nummer 'Ons hoofd is een huis.'

Slide 16 - Open vraag

"Met uitzicht naar binnen
Inzicht naar buiten."
Welke stijlfiguur herken je?

Slide 17 - Open vraag

Een strofe van vier regels heet een

Slide 18 - Open vraag

in de toetsweek

Slide 19 - Tekstslide