Herhaling temperatuur / meetinstrumenten
1 / 22
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Als ik de temperatuur wil meten gebruik ik de ...
timer
0:20
A
Hygrometer
B
Thermometer
C
Barometer
D
Neerslagmeter
Slide 2 - Quizvraag
Als ik de relatieve luchtvochtigheid wil meten gebruik ik de ...
timer
0:20
A
Barometer
B
Hygrometer
C
Anemomemeter
D
Thermometer
Slide 3 - Quizvraag
Als ik de windsnelheid wil meten gebruik ik de ...
timer
0:20
A
Barometer
B
Hygrometer
C
Thermometer
D
Anemometer
Slide 4 - Quizvraag
Om een thermometer te kunnen ijken moet je twee punten weten. Welke twee?
timer
0:20
Slide 5 - Open vraag
Wat doen de moleculen van een stof
wanneer de temperatuur stijgt?
wanneer de temperatuur stijgt?
timer
0:20
A
moleculen koken
B
moleculen bewegen sneller
C
moleculen verdampen
D
moleculen trekken elkaar sterker aan
Slide 6 - Quizvraag
timer
0:20
Welke vormen van neerslag ken je?
Slide 7 - Woordweb
Water kan in drie verschijningsvormen voorkomen. Weten jullie welke drie?
timer
0:20
Slide 8 - Open vraag
Waarom wordt er geen water gebruikt in een vloeistof thermometer?
timer
0:20
Slide 9 - Open vraag
mooi weer
wisselvallig weer
lage luchtdruk
hoge luchtdruk
Slide 10 - Sleepvraag
Wat is wind?
timer
0:20
A
Waaiende lucht
B
Wind dat stilstaat
C
Lucht die van de ene naar de andere plek gaat.
D
Een scheetje
Slide 11 - Quizvraag
Van waar naar waar gaat lucht?
timer
0:20
A
Van lage naar hoge druk
B
Van hoge naar lage druk
C
Dat heeft er niets mee te maken.
D
Huh? Hier snap ik niets van
Slide 12 - Quizvraag
Dus wind is...
timer
0:20
A
Wind die waait van een hoge naar een lage luchtdruk.
B
Lucht die beweegt.
C
Wind die waait van een lage naar een hoge luchtdruk.
D
Lucht die stilstaat.
Slide 13 - Quizvraag
Hoe ontstaat luchtdruk dan?
timer
0:20
A
Doordat het waait
B
Doordat de zon de lucht warm maakt.
C
Doordat iets op de aarde drukt.
D
Doordat de maan zich verplaatst.
