Pak tekst 33 erbij in je boek en maak de vragen. Het best is als je verder niks opzoekt, maar als dat niet lukt: mét opzoeken is het nog steeds leerzaam!
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Diagnostische test les 32-34
Pak tekst 33 erbij in je boek en maak de vragen. Het best is als je verder niks opzoekt, maar als dat niet lukt: mét opzoeken is het nog steeds leerzaam!
Slide 1 - Tekstslide
Waar speelt tekst 33 zich af? Wees precies: noem niet alleen land/stad, maar ook de precieze plek.
Slide 2 - Open vraag
Noteer wie de personen zijn die een rol spelen in de tekst en wat je over ze te weten bent gekomen.
Slide 3 - Open vraag
r. 4: inventore claro Wie blijkt dit te zijn? Antwoord in het Nederlands
Slide 4 - Open vraag
r. 7 duci Welke vorm is dit?
A
1e pers perf
B
dat ev
C
inf perf act
D
inf praes pass
Slide 5 - Quizvraag
r. 10 collectos esse Wat is waar? Deze infinitivus is...
A
actief en praesens
B
passief en praesens
C
actief en perfectum
D
passief en perfectum
Slide 6 - Quizvraag
r. 14 nocuisse Wat is waar? Deze infinitivus is...
A
actief en praesens
B
passief en praesens
C
actief en perfectum
D
passief en perfectum
Slide 7 - Quizvraag
r. 15-16: Noteer de PV van de zin en de infinitivus van de AcI en zet de tijd erachter
Slide 8 - Open vraag
Leg nu uit in welke tijd je deze infinitivus moet vertalen en waarom
Slide 9 - Open vraag
r. 18-19: Daedalus iam t/m invenisse sciebat
Deze zin bevat een A.c.I. Sleep de woorden naar de juiste functie
Onderwerp van de PV
PV
Subj. acc. vd AcI
Obj. acc. vd AcI
Infinitivus
Daedalus
puerum
serram
invenisse
sciebat
Slide 10 - Sleepvraag
r. 21-23: Homines Perdicem t/m esse praesensit Noteer de infinitivus van de AcI
Slide 11 - Open vraag
r. 22-23: laudaturos esse Wat is waar? Deze infinitivus is...
A
perfectum en passief
B
perfectum en passief
C
futurum en actief
D
futurum en passief
Slide 12 - Quizvraag
Leg uit in welke tijd je deze infinitivus moet vertalen en waarom
Slide 13 - Open vraag
r. 23: Ira affectus est Leg uit wat de oorzaak hiervan was en het gevolg
Slide 14 - Open vraag
r. 31: eo Citeer het Latijnse woord waarnaar dit verwijst
Slide 15 - Open vraag
r. 34 se Citeer het Latijnse woord waarnaar dit verwijst
Slide 16 - Open vraag
r 36: te Citeer het Latijnse woord waarnaar dit verwijst
Slide 17 - Open vraag
r. 36: veto Leg uit waarom Ctesibius dit zegt
Slide 18 - Open vraag
r. 37 Pharum Wat was dit?
A
Een bibliotheek
B
Een soort universiteit
C
Een vuurtoren
D
Een burcht
Slide 19 - Quizvraag
Leg uit waarom nu juist in Alexandrië een beroemde uitvinder als Ctesibius jr. zich kon ontwikkelen