t2 29/11




Telefoon in het hotel
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les




Telefoon in het hotel

Slide 1 - Tekstslide

Laptop op tafel!

Slide 2 - Tekstslide

Planning
1. Herhalen bs 1 en bs 2 voedingsmiddelen en voedingsstoffen
2. blooket 'racing'
3. opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Vitamines zijn
A
Voedingsmiddelen
B
Voedingsstoffen

Slide 4 - Quizvraag

Je lichaam heeft bouwstoffen nodig. Wat zijn de bouwstoffen?
A
Eiwitten, zetmeel, koolhydraten, suikers en vitamines
B
Eiwitten, koolhydraten, vezels, mineralen en vitamines
C
Eiwitten, zetmeel, vezels, vetten, vitamines en mineralen
D
Eiwitten, koolhydraten, vetten, water, vitamines en mineralen

Slide 5 - Quizvraag

Deze voedingsstoffen zijn brandstoffen
A
Water en vitaminen
B
Koolhydraten, eiwitten en mineralen
C
Vetten, eiwitten en water
D
Alleen koolhydraten, eiwitten en vetten

Slide 6 - Quizvraag

Wat zijn plantaardige voedingsmiddelen?
A
rookworst
B
sla
C
kopje thee
D
kaas

Slide 7 - Quizvraag

Welke taak kunnen vitamines hebben in het lichaam?

Vitamines kunnen dienen als … en ...
A
bouwstof en beschermende stof
B
bouwstof en reservestof
C
brandstof en beschermende stof
D
brandstof en reservestof

Slide 8 - Quizvraag

Olijfolie is plantaardig.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag


Wat doen bouwstoffen?
A
Ze worden opgeslagen
B
Ze zijn nodig voor de groei en ontwikkeling
C
Ze leveren energie
D
Ze beschermen je lichaam

Slide 10 - Quizvraag

1. Vezels zorgen voor een hongerig/verzadigd gevoel.
2. Door voedingsvezel wordt de darmwerking beter/minder.
A
1. hongerig, 2. beter
B
1. hongerig, 2. minder
C
1. verzadigd, 2. beter
D
1. verzadigd, 2. minder

Slide 11 - Quizvraag

14. Vitamines zijn reservestoffen.
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Koolhydraten zijn:
A
alleen brandstoffen
B
alleen bouwstoffen
C
bouwstoffen en brandstoffen
D
bouwstoffen, brandstoffen en reservestoffen

Slide 13 - Quizvraag

Fastfood bevat vooral ... vetten. Dit zijn de ... vetten.
A
Verzadigd ; gezonde
B
Verzadigd ; ongezonde
C
Onverzadigd ; gezonde
D
Onverzadigd ; ongezonde

Slide 14 - Quizvraag

koolhydraten zijn
A
vetten
B
suikers
C
vitamine
D
sapjes

Slide 15 - Quizvraag

Vetten zijn
A
Bouwstof
B
Bouwstof, beschermende stof
C
Bouwstof en brandstof
D
Bouwstof, brandstof, beschermende stof en reservestof

Slide 16 - Quizvraag

Welke vitamine zorgt dat we minder snel verkouden of grieperig worden?
A
vitamine A
B
vitamine B
C
vitamine C
D
vitamine D

Slide 17 - Quizvraag


Wat doen brandstoffen?
A
Ze worden opgeslagen
B
Ze zijn nodig voor de groei en ontwikkeling
C
Ze leveren energie
D
Ze beschermen je lichaam

Slide 18 - Quizvraag

Mineralen zijn een voorbeeld van bouwstoffen. Wat is een mineraal dat een bouwstof is van botten?
A
Zout
B
Kalk
C
Suiker
D
Eiwit

Slide 19 - Quizvraag

Een biefstuk is een dierlijk voedingsmiddel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 20 - Quizvraag

blooket

Slide 21 - Tekstslide

Aan de slag
maak van thema 2 bs 2 opdracht 1,2,4,5,6,7

Slide 22 - Tekstslide