Par. 5.1 Industrie en samenleving

Leerdoelen opschrijven
  1. Wat veranderde vanaf 1870 in de industrie?
  2. Wat veranderde in de samenleving?

4 minuten
Eerder klaar? Lees "Veranderingen in de industrie" op blz. 90
timer
4:00
  1. Wat veranderde in de 19e eeuw in het leven van de mensen?
  2. Hoe en waardoor nam de productie toe?
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen opschrijven
  1. Wat veranderde vanaf 1870 in de industrie?
  2. Wat veranderde in de samenleving?

4 minuten
Eerder klaar? Lees "Veranderingen in de industrie" op blz. 90
timer
4:00
  1. Wat veranderde in de 19e eeuw in het leven van de mensen?
  2. Hoe en waardoor nam de productie toe?

Slide 1 - Tekstslide

Burgers en stoommachines

De opkomst van de machines

Slide 2 - Tekstslide

Planning 2hv1
03/04 par. 5.1 Industrie en samenleving
04/04 par. 5.1 Industrie en samenleving
Tweede Paasdag
11/04 par. 5.2 Democratie in Nederland
17/04 par. 5.2 Democratie in Nederland
18/04 par. 5.3 De sociale kwestie
 Meivakantie
08/05 par. 5.3 De sociale kwestie
09/05 par. 5.4 Politiek en samenleving
15/05 par. 5.4 Politiek en samenleving
16/05 par. 6.1 Europa na Napoleon
22/05 par. 6.1 Europa na Napoleon
23/05 par. 6.3 Westerse Wereldrijken
Tweede Pinksterdag

TOETSWEEK P4
 par. 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 6.1 en 6.3
30/05 par. 6.3 Westerse Wereldrijken
05/06 PO
06/06 PO
12/06 TOETWEEK

Slide 3 - Tekstslide

Planning 2hv2
04/04 par. 5.1 Industrie en samenleving
06/04 par. 5.1 Industrie en samenleving
Tweede Paasdag
11/04 par. 5.2 Democratie in Nederland
13/04 par. 5.2 Democratie in Nederland
18/04 par. 5.3 De sociale kwestie
20/04 par. 5.3 De sociale kwestie 
Meivakantie
09/05 par. 5.4 Politiek en samenleving
11/05  par. 5.4 Politiek en samenleving
16/05 par. 6.1 Europa na Napoleon
Hemelvaart
23/05 par. 6.1 Europa na Napoleon
25/05 par. 6.3 Westerse Wereldrijken
Tweede Pinksterdag

TOETSWEEK P4
 par. 5.1, 5.2, 5.3, 5.4, 6.1 en 6.3
30/05 par. 6.3 Westerse Wereldrijken
01/06  PO
06/06 PO
08/06 Voorbereiden toetsweek
12/06 TOETWEEK

Slide 4 - Tekstslide

Programma
1. Uitleg par. 5.1
2. Leerdoelen antwoorden
3. Opdrachten maken en bespreken
4. Afsluiten

Slide 5 - Tekstslide

Napoleon is verslagen.
Tijdens het Congres van Wenen (1815) maken de grootmachten een nieuwe indeling van Europa

Slide 6 - Tekstslide

Moderne tijd
1800 - heden
Het leven van Europeanen veranderde veel meer dan de eeuwen daarvoor.

Slide 7 - Tekstslide

Hoe worden producten gemaakt voor 1800 (in Europa)?

Slide 8 - Tekstslide

Grote veranderingen
  • Tussen 1800 en 1900 brak een nieuwe tijd aan in Europa: de Moderne Tijd.
  • In deze tijd veranderde Europa enorm door de industriële revolutie.
  • Tussen 1800 en 1900 werden er uitvindingen gedaan zoals de stoommachine, de (stoom)trein, gloeilamp.
  • Er worden enorme fabrieken gebouwd waar producten worden gemaakt (industrie), in plaats van dat ze met de hand worden gemaakt.
  • Er worden meer en sneller producten gemaakt maar het milieu raakt vervuild.

Slide 9 - Tekstslide

Engeland rond 1800
  • Machtig land met een enorm groot rijk dat zich over de hele wereld uitstrekte.
  • De bevolking van Engeland groeit, hierdoor is er meer grondstoffen en producten nodig. 
  • Er worden kanalen en spoorwegen aangelegd. 
  • Handnijverheid en werktuigen. 

Foto: Liverpool rond 1800.

Het Britse Rijk omstreeks 1700

Slide 10 - Tekstslide

Tot 1800:  kleinschalige handmatige productie in de huisnijverheid.
Vanaf 1800: grootschalige machinale productie in fabrieken.

Slide 11 - Tekstslide

Engeland vanaf 1900

De meeste mensen werken in de industrie (productie in de fabrieken).

Slide 12 - Tekstslide


Industriële Revolutie
1750-1900




  • Door de komst van de machines verandert de manier waarop mensen produceren: van handmatig naar machinaal
  • De verandering noemen we de Industriële Revolutie









Mensen reisden met de trem of het stoomschip en woonden en werkten in de stad. Er waren veel nieuwe producten gekomen, zoals de lamp, blikvoedsel en lucifers. 

Slide 13 - Tekstslide

Uitvinding van de  stoommachine
Eerste stoommachine werd uitgevonden door Thomas Newcomen, om water uit mijnen te pompen. 
James Watt ontwikkelde in 1765 betere machines, die meer stoom opleveren en bruikbaar zijn buiten de mijnen. 

Slide 14 - Tekstslide

Textielnijverheid
  • Eeuwenoude werkmachines werden in 1750 vervangen door eerst machine die door water werden aangedreven, later (vanaf 1800) door stoommachines.
  • Het ontstaan van fabrieken. 
  • Toenamen van ijzer- en machinefabrieken. 
Meer katon? Slavernij nam toe, want er zijn veel meer slaven nodig om de katoen te plukken...

Slide 15 - Tekstslide

Niet alleen de manier van produceren verandert enorm: ook de komst van stoomtreinen brengt grote veranderingen in het vervoer van mensen en goederen.
- In 1830 werd de eerst spoorlijn ter wereld tussen Liverpool en Manchester in gebruik genomen. 
- In Nederland startte de eerst spoorlijn in 1839, tussen Amsterdam en Haarlem. 

Slide 16 - Tekstslide

Vanaf 1830: Industrialisatie (uitbreiding van de industrie) 


Voor de bouw van stoomtreinen, spoorwegen, stoomschip waren er meer steenkoolmijnen, ijzer- en machinefabrieken nodig.  

Groot-Brittannië was rond 1850 de "werkplaats van de wereld": producten werden naar de hele wereld geëxporteerd. 

Slide 17 - Tekstslide

De bourgeoisie
  • Rijke burgers (hogere burgerij) hadden vaak een bedrijf (fabriek). Ze waren ondernemers. 
  • Ook  artsen en professoren behoorden tot de bourgeoisie.
  •  Ze hadden steeds meer invloed op de samenleving.
  • Ondernemers willen zo veel mogelijk winst maken. 

Slide 18 - Tekstslide

Toetsweektoets bespreken

Slide 19 - Tekstslide

Industrialisatie (uitbreiding van de industrie) 
Vanaf 1870 vonden er veel economische veranderingen plaats, zoals:
1. Naast steenkool kwam aardolie op als energiebron
2. Er werd vaker staal gebruikt i.p.v. ijzer
3. Er ontstonden allerlei nieuwe industrieën, zoals de chemische 
industrie en de voedingsmiddelenindustrie (kunstmest, plastic
 en margarine).  

Een belangrijke uitvinding was de gloeilamp (Thomas Edison)
Gerard Philips begon zijn eigen gloeilampenfabriek in Eindhoven!
  • De eerste uitvindingen waren het werk van individuele ontdekkers. Later gingen bedrijven nieuwe producten produceren.  
De Philips gloeilamp

Slide 20 - Tekstslide

De industriële samenleving 

Meer dan de helft van de bevolking wonen in steden en veel mensen werken in de industrie en diensten
                
                             sectoren

De economie heeft verschillende sectoren (delen), zoals de landbouwsector, industriesector en de dienstsector.

Slide 21 - Tekstslide

Bijvoorbeeld Engeland
  • In 1900 werkte meer dan 50% van de Britten in de industriesector en 9% in de landbouwsector.
 
  • Door de uitbreiding van handel en transport groeide ook de dienstsector.

  • Door de grotere voedselproductie groeide de bevolking snel en breidden steden zich snel uit.

  • London groeide van 900.000 naar 6,5 miljoen inwoners. 

  • In Nederland: Amsterdam en Rotterdam groeide erg snel. Er kwamen ook nieuwe industriesteden zoals Eindhoven, Tilburg en Enschede. 

Slide 22 - Tekstslide

Er waren wel nadelen...
De steden groeien snel doordat daar veel industrie en handel was. 

  • Luchtvervuiling (CO2)
  • Afval werd in het water gedumpt.
  • Lawaai
  • Slechte werk- en woonomstandigheden. 

Slide 23 - Tekstslide

Industrieel kapitalisme
Kapitalisme waarin ondernemers in de industrie (fabrikanten) de leiding hebben. 

  • De relatie tussen werkgevers en werknemers werd onpersoonlijk.
  • Bedrijven probeerde zo veel mogelijk winst te maken en een groot deel van de markt te veroveren. 
  • Daarom waren de lonen van werknemers zo laag mogelijk en ze konden makkelijk ontslagen worden.   
Wat is kapitalisme?
Een economisch systeem dat is gebaseerd op investeringen van geld in de verwachting winst te maken.

Slide 24 - Tekstslide

Opdrachten maken en bespreken
Opdracht par. 5.1 blz. 119 opdracht 3
Blz. 120-121 opdracht 6 en 7
Zelfstandig en in stilte
Eerder klaar? Antwoord de leerdoelen!
timer
15:00

Slide 25 - Tekstslide

Leerdoelen beantwoorden
  1. Wat veranderde in de 19e eeuw in het leven van de mensen?
  2. Hoe en waardoor nam de productie toe?

timer
2:00

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video