LES 2 - Van grondstof tot eindproduct

Les 2 - Van grondstof tot eindproduct
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Les 2 - Van grondstof tot eindproduct

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Weet je het nog... van de vorige les?
Produceren en productiefactoren
_______ is het maken van goederen en diensten.
De _______ zijn kapitaal, natuur, arbeid en _______.
_______ is het kopen van producten door een bedrijf.
Het in gebruiknemen van machines noem je _______
Als machines het werk van mensen overnemen, spreek je van _______.
Drie soorten milieuvervuiling zijn: watervervuiling, luchtvervuiling en _______.
Bodemvervuiling
Ondernemerschap
Automatisering
Investering
Mechanisatie
Produceren
Productiefactoren

Slide 3 - Sleepvraag

Leerdoelen
Aan het eind van deze opdracht kun je:
  • uitleggen wat bedoeld wordt met de productieweg van een product.
  • een bedrijfskolom tekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Producten
Kun je onderverdelen in:

  • Goederen kun je aanraken, bijvoorbeeld een schrijft of een brommer.
  • Diensten kun je niet aanraken, bijvoorbeeld een busrit of les krijgen.





Slide 5 - Tekstslide

Produceren
Bij een bakker kun je een brood kopen en bij een kledingwinkel een nieuwe jas.


Maar het brood of de jas in de winkel ligt, heeft het artikel een 'hele reis' afgelegd: er zijn verschillende bedrijven betrokken geweest bij het produceren van het brood of de jas.


Slide 6 - Tekstslide

Schrijf zoveel mogelijk bedrijven op die betrokken zijn bij de productie van een brood.

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Video

Van grondstof 
naar eindproduct
Grondstoffen zijn materialen die in een productieproces gebruikt worden om goederen te maken.

Veel grondstoffen zijn natuurlijke grondstoffen; ze worden door de natuur voortgebracht.
Voorbeelden van natuurlijke grondstoffen zijn olie, mineralen, hout en andere gewassen.

Slide 9 - Tekstslide

Grondstoffen en eindproducten
Je ziet een aantal grondstoffen. Sleep het eindproduct naar de juiste grondstof.
Staal
Hout
Rubber
Wol
Leer
Graan
Katoen
Koper
T-shirt
Brood
Trui
Auto
Autoband
Schoenen
Stoel
Gasleiding

Slide 10 - Sleepvraag

Slide 11 - Video

Bedrijfskolom
De weg die een product doorloopt van grondstof tot eindproduct noem je de productieweg van het product.
Een bedrijfskolom geeft aan welke bedrijven in de productieweg voorkomen.

De consument(=koper) zelf behoort niet tot de bedrijfskolom.
De goederenstroom loopt van boven naar beneden
De geldstroom loopt van beneden naar boven.

Het verschil tussen de inkoopprijs en de verkoopprijs noem je de toegevoegde waarde.

Slide 12 - Tekstslide

Bedrijfskolom
Hieronder staat een aantal bedrijven uit twee verschillende bedrijfskolommen. Zet ze in de juiste kolom
Bedrijfskolom 1
Bedrijfskolom 2
houtzagerij
katoenimporteur
meubelwinkel
 weverij
meubelfabriek
textielfabriek
bosbouwer
katoenplantage
  houtimporteur
 spinnerij
 herenmodezaak

Slide 13 - Sleepvraag

De bedrijfskolom loopt van landbouwer tot bakkerswinkel.

De consument zelf maakt geen onderdeel uit van de bedrijfskolom. In de bedrijfskolom zie je een geldstroom en een goederenstroom.

Loopt de goederenstroom van boven naar beneden of van beneden naar boven?
A
Van beneden naar boven
B
Van boven naar beneden

Slide 14 - Quizvraag

De bedrijfskolom loopt van landbouwer tot bakkerswinkel.

De consument zelf maakt geen onderdeel uit van de bedrijfskolom. In de bedrijfskolom zie je een geldstroom en een goederenstroom.

Hoe loopt de geldstroom?
A
Van beneden naar boven
B
Van boven naar beneden

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Video

Waarom zouden al deze onderdelen uit andere landen komen?

Slide 17 - Woordweb

Producten uit het buitenland zijn vaak goedkoper. Hoe komt dat?

Slide 18 - Woordweb