ZWW/HWW en vvt Klas 1 GL

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel:
- aan het einde van de les weten we het verschil tussen een zelfstandig werkwoord en een hulpwerkwoord
- aan het einde van de les hebben we geoefend met de voltooide en verleden tijd 

Slide 2 - Tekstslide

wat weet je al over
grammatica?

Slide 3 - Woordweb

Wat zijn de ZN in deze zin:
"Jantje heeft gisteren een mooie, nieuwe fiets gekregen"
A
Jantje
B
mooie
C
gisteren
D
fiets

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de PV in de zin:
"Jantje heeft gisteren een ijsje gegeten"?
A
Jantje
B
gisteren
C
heeft
D
gegeten

Slide 5 - Quizvraag

Welke vraag stel je, als je het onderwerp in een zin zoekt?

Slide 6 - Open vraag

De vraag die je stelt is: 
Wie/wat + wg = 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het onderwerp in de zin:
Dat heeft mijn buurmeisje goed gedaan!

Slide 8 - Open vraag

Het antwoord is: mijn buurmeisje
Je stelt namelijk de vraag: Wie/wat + wg?
Dus: Wie heeft gedaan? 
Mijn buurmeisje. Dat is dus het onderwerp.

Slide 9 - Tekstslide

HWW of ZWW?
Met HWW bedoelen we: hulpwerkwoord
Met ZWW bedoelen we: zelfstandig werkwoord

In een zin met meerdere werkwoorden, ga je op zoek naar HWW en ZWW. Het zelfstandig werkwoord is het ww dat de handeling aangeeft. 

Slide 10 - Tekstslide

Bijvoorbeeld: Jan gaat fietsen
In deze zin is het fietsen de belangrjkste handeling. Je ziet Jan op die fiets zitten. 

Nu gaan we wat oefeningen doen: 

Slide 11 - Tekstslide

Jantje heeft Pietje geslagen.
Wat is in deze zin het ZWW?
A
Pietje
B
heeft
C
geslagen
D
geen zww

Slide 12 - Quizvraag

Jan zal over een maand een marathon lopen.
Wat is hierin het hww?
A
marathon
B
zal
C
maand
D
lopen

Slide 13 - Quizvraag

Pietje vindt Jantje een eikel.
Wat is in deze zin het ZWW?
A
eikel
B
Pietje
C
vindt
D
Jantje

Slide 14 - Quizvraag

Nu alles weer een beetje is opgefrist gaan we aan de slag... 

Maak van 3.4 opdracht 1 t/m 7

Slide 15 - Tekstslide

timer
15:00

Slide 16 - Tekstslide

Wat hebben we
vandaag gedaan?

Slide 17 - Woordweb

Wat vond je het
lastigst vandaag?

Slide 18 - Woordweb