Afronding module 1

Wat betekent 'schaarste' bij economie?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Wat betekent 'schaarste' bij economie?

Slide 1 - Open vraag

2. Waarom is er eigenlijk internationale handel?
A
Omdat vervoer meestal niet duur is
B
Omdat landen allemaal hetzelfde maken
C
Vanwege de prijs-kwaliteits verschillen in landen
D
Omdat bedrijven in meerdere landen actief willen zijn

Slide 2 - Quizvraag

3. Wat is geen oorzaak van internationale arbeidsdeling?
A
Regeringsvorm in een land
B
Loonkosten
C
Scholing en Kennis
D
Klimaat

Slide 3 - Quizvraag

4. Wat is het gevolg van een hoge arbeidsproductiviteit?
A
Lagere loonkosten per product
B
Dure producten produceren
C
Meer geld voor kapitaalgoederen
D
Goedkope producten produceren

Slide 4 - Quizvraag

5. Wat is het beste voorbeeld van internationale arbeidsindeling?
A
Nederlanders gaan op vakantie in eigen land
B
Bijna alle vliegtuigen in de wereld zijn gemaakt in de VS
C
Een Nederlandse spijkerfabriek gaat ook auto's produceren
D
Een Grieks bedrijf bouwt een nieuw hotel in Athene

Slide 5 - Quizvraag

6. Waarom zouden we niet alles in ons eigen land maken?

Slide 6 - Open vraag

wat is GEEN geldfunctie
A
spaarmiddel
B
rekenmiddel
C
uitgeefmiddel
D
ruilmiddel

Slide 7 - Quizvraag

Munten is een voorbeeld van...
A
chartaal geld
B
giraal geld

Slide 8 - Quizvraag

Geld betalen en een koek ontvangen is een voorbeeld van...
A
rekenmiddel
B
ruilmiddel

Slide 9 - Quizvraag

Intrinsieke waarde 
Nominale waarde
Interne waarde 
Externe waarde
Waarde van het materiaal 
Waarde die op de munt staat 
Koopkracht van het geld 
Wisselkoers

Slide 10 - Sleepvraag

Benoem de vier productiefactoren

Slide 11 - Open vraag

Wanneer zijn producten alternatief aanwendbaar?
A
Als een middel verschillende behoeften kan bevredigen
B
Als een product voor 1 doel gebruikt wordt
C
Als producten beperkt aanwezig zijn
D
Als de baten hoger zijn dan de kosten

Slide 12 - Quizvraag

Als de prijzen dalen en het budget daalt ook welke kant gaat de budgetlijn dan op?
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Blijft gelijk
D
Kan je zo niet zeggen

Slide 13 - Quizvraag

Als er inflatie(stijgend prijspeil) is wat zal er dan met de budgetlijn gebeuren?
A
Verschuift naar links
B
Verschuift naar rechts
C
Blijft gelijk

Slide 14 - Quizvraag