Oefenvragen Kracht

Anja beklimt de Alpe d’Huez. Wat is de naam van de kracht in de ketting?
A
spankracht
B
spierkracht
C
veerkracht
D
zwaartekracht
1 / 18
volgende
Slide 1: Quizvraag
NatuurkundeMiddelbare school

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen.

Onderdelen in deze les

Anja beklimt de Alpe d’Huez. Wat is de naam van de kracht in de ketting?
A
spankracht
B
spierkracht
C
veerkracht
D
zwaartekracht

Slide 1 - Quizvraag

Anja oefent een kracht uit op de trapper.
De krachtenschaal is 1cm ≅ 30 N.

Bepaal de grootte van de kracht op de trapper.
Hoe lang is de lengte van de pijl in cm?
Hoe groot is de kracht in N?

Slide 2 - Open vraag

Een walnoot aan de boom zit in een omhulsel. De massa van deze walnoot is 20 g.

Noteer de zwaartekracht op de walnoot.

Slide 3 - Open vraag

Sven huurt een vakantiehuis met een trap in de woonkamer. Sven tilt de trap op zodat er meer ruimte in de kamer komt.
Door de twee gewichten hangt de trap stil.

De zwaartekracht op de twee gewichten samen is 250 N.
De trap hangt stil.
De spankracht in het touw bij punt Q is
A
kleiner dan 250N
B
gelijk aan 250N
C
groter dan 250N

Slide 4 - Quizvraag

Sven huurt een vakantiehuis met een trap in de woonkamer.
Om de trap weer naar beneden te trekken, maakt Sven aan de zijkant een touw vast.
De kracht die hij dan moet uitoefenen, wil hij zo klein mogelijk maken.
Op welke plaats moet Sven het touw bevestigen?
A
punt A
B
punt B
C
punt C
D
maakt niet uit

Slide 5 - Quizvraag

Melvin gebruikt bij een practicum over krachten een krachtmeter.
Hij hangt zijn etui aan de krachtmeter.
Je ziet een afbeelding van de schaalverdeling van de krachtmeter. Welke kracht geeft de krachtmeter aan?
A
0,80N
B
0,85N
C
0,90N
D
1,15N

Slide 6 - Quizvraag

Melvin gebruikt bij een practicum over krachten een krachtmeter.
Hij hangt een schaar uit zijn etui aan de krachtmeter.
De schaar heeft een massa van 60 g (0,060 kg).
Leg uit hoe je de kracht van de haak op de schaar zou tekenen. De krachtenschaal is 1,0 cm ≅ 0,2 N.

Slide 7 - Open vraag

Met een uitschuifbare takkenschaar kun je takken snoeien.
Je ziet een afbeelding van de bek van de schaar.
Bij het snoeien kun je een tak bij plaats 1 of plaats 2 doorknippen.
Wat is juist over de kracht op de tak?
A
De kracht op de tak is op plaats 1 het grootst.
B
De kracht op de tak is op plaats 2 het grootst.
C
De plaats van de tak maakt niet uit.

Slide 8 - Quizvraag

Bij de aanleg van een straat worden trottoirbanden geplaatst.
Om de trottoirband te klemmen gebruikt de stratenmaker een speciale tang.
Welke bewering is juist?
A
F1 is even groot als F2
B
F1 is groter dan F2
C
F1 is kleiner dan F2

Slide 9 - Quizvraag

De moeder van Teun bakt de lekkerste patat.
Met een patatsnijder maakt ze van aardappelen patatjes die ze in hete olie bakt.
Door een hefboom naar beneden te drukken wordt de aardappel door een rooster met messen geduwd.
Moeder drukt de hefboom met een kracht van 20 N naar beneden.
Maak de zin compleet.
De kracht op de aardappel is ... 20 N.
A
kleiner dan
B
gelijk aan
C
groter dan

Slide 10 - Quizvraag

Peter heeft een grote tuinparasol. Voor het opentrekken zit er een takel in de parasol.
De takel bestaat uit een losse en een vaste katrol.

Je ziet een afbeelding met de katrollen.
Geef van elke katrol aan of het een losse of vaste katrol is.
A
Katrol 1 vast Katrol 2 los
B
Katrol 1 vast Katrol 2 vast
C
Katrol 1 los Katrol 2 vast
D
Katrol 1 los Katrol 2 los

Slide 11 - Quizvraag

Om de parasol te openen trekt Peter de geleider 90 cm omhoog. Je ziet twee zinnen over het openen van de parasol. Maak elke zin compleet. De benodigde spierkracht wordt door een
vaste / een losse katrol
verkleind / vergroot. Als Peter de geleider 90 cm omhoog trekt, neemt hij 45 / 90 / 180 / 360 cm touw in.

Slide 12 - Open vraag

Ben heeft een parasol die hij kan openen door aan een koord te trekken. Het koord loopt over een losse en een vaste katrol.

Hoe heet de combinatie van een losse en een vaste katrol?
A
hefboom
B
momentsleutel
C
omvormer
D
takel

Slide 13 - Quizvraag

Je ziet een aangepaste Jeep met rupsbanden. De druk onder één rupsband op de ondergrond is 3,2 N/cm2.
Het contactoppervlak van deze rupsband met de ondergrond is 2000 cm2.
Bereken de kracht van deze rupsband op de ondergrond.

Slide 14 - Open vraag

Marion heeft een solowheel. Dit is een elektrisch wiel waarmee ze zich snel kan verplaatsen. Staat Marion rechtop, dan is de totale zwaartekracht 580 N.
Het contactoppervlak met de ondergrond is 16 cm2.

Bereken de druk onder de solowheel in N/cm2.

Slide 15 - Open vraag

Om met een rolstoel op het strand te rijden is er een rolstoel met extra brede banden.
Wat is het gevolg van extra brede banden?
A
De druk op het zand is kleiner.
B
De kracht op het zand is kleiner.
C
Het contactoppervlak met het zand is kleiner.

Slide 16 - Quizvraag

Om met een rolstoel op het strand te rijden is er een rolstoel met extra brede banden.
Informatie strandrolstoel
Druk op het zand bij maximale belasting: 9 N/cm2.
Totale contactoppervlak met het zand: 160 cm2.
Gewicht rolstoel: 240 N.
Maximaal gewicht inzittende: ??? N. De rolstoel is maximaal belast. Bereken het gewicht van de inzittende. Bereken daarvoor eerst de totale kracht op het zand.

Slide 17 - Open vraag

Harko laat zijn honden uit. Om ze bij te kunnen houden stept hij achter ze aan. Voor vertrek pompt Harko de banden van zijn step flink op. Staat hij op de step, dan is de druk onder de banden 50 N/cm2.
Het contactoppervlak van de banden met de ondergrond is 12 cm2.
Bereken de zwaartekracht op Harko en de step.

Slide 18 - Open vraag