Basisstof 9 en 10

De bloedsomloop
Basisstof 9 en 10
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

De bloedsomloop
Basisstof 9 en 10

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Je kent de kenmerken en functies van weefselvloeistof en lymfe.
Je kunt beschrijven waarin de boedgroepen van elkaar vershillen en welke rol bloedgroepen spelen bji bloedtransfusies.

Slide 2 - Tekstslide

Deel van een orgaan met een haarvat, cellen en een lymfevat.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Het lymfevatsysteem bestaat uit:

1. Lymfevaten

2. Lymfeknopen 

Slide 5 - Tekstslide

Lymfe en lymfevaten
  • afweersysteem
  • weefselvocht met witte bloedcellen
  • lymfeklieren filteren lymfevloeistof

Slide 6 - Tekstslide

lymfe
  • Weefselvloeistof dat niet teruggaat in de haarvaten wordt afgevoerd door het lymfestelsel ->lymfe.
  • In de lymfeknopen wordt de lymfe gezuiverd van ziektekiemen.
  • daarnaast maken de lymfeknopen witte bloedcellen.
  • De lymfevaten komen samen in enkele grote aders, vlakbij het hart.

Slide 7 - Tekstslide

Lymfevat in detail: 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Bloedfactoren
Een bloedfactor die je zelf niet hebt is een lichaamsvreemde stof, ofwel een antigeen
Het lichaam gaat er dan dus antistoffen tegen maken

Slide 10 - Tekstslide

Bloedgroepen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Bloedtransfusie

Slide 13 - Tekstslide

Welke bloedgroep(en) heeft/hebben de antigenen B
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 14 - Quizvraag

Welke bloedgroep kan alle bloedgroepen ontvangen?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 15 - Quizvraag

Welke bloedgroep komt het meeste voor in Nederland
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 16 - Quizvraag

Welke bloedgroep heeft geen antistoffen in het bloedplasma?
A
Bloedgroep A
B
Bloedgroep B
C
Bloedgroep AB
D
Bloedgroep O

Slide 17 - Quizvraag

Bedenk of het bloed gaat klonteren
  • Patient met bloedgroep A krijgt bloed van een donor met bloedgroep B
  • ja
  • Patient met bloedgroep AB krijgt bloed van een donor met bloedgroep B
  • nee
  • Patient met bloedgroep 0 krijgt bloed van een donor met bloedgroep A
  • ja
  • Patient met bloedgroep B krijgt bloed van een donor met bloedgroep 0
  • nee
  • Patient met bloedgroep A krijgt bloed van een donor met bloedgroep AB
  • ja

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk voor
Maken opdrachten van bs 9 en 10

Slide 19 - Tekstslide