Meervoudsvormen

Meervoudsvormen
Meervoudsvormen op -s en 's
Meervoudsvormen op -en
Meervoudsvormen op -ieën, -iën en eeën.
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Meervoudsvormen
Meervoudsvormen op -s en 's
Meervoudsvormen op -en
Meervoudsvormen op -ieën, -iën en eeën.

Slide 1 - Tekstslide

Wat hebben we al behandeld?
Meervoudsvormen op -s en 's.
Even checken:

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het meervoud van auto?

Slide 3 - Open vraag

Wat is het meervoud van repetitie

Slide 4 - Open vraag

Het meervoud eindigt op 's als het woord in het enkelvoud eindigt op:
A
a, i, o, u of y
B
a, i, o, n, of j
C
a, i, o, u of z
D
a, i, o, s, u

Slide 5 - Quizvraag

Meervoudsvormen op -en
De les van vandaag!

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
De volgende dia's zijn opdrachten.
Schrijf van de zin het zelfstandige naamwoord op dat in het meervoud staat. Huh? Kijk naar het voorbeeld op het bord.

Slide 7 - Tekstslide

De vliegenzwam heeft witte stippen.

Slide 8 - Open vraag

Amsterdam is gebouwd op palen.

Slide 9 - Open vraag

Op de markt zijn de druiven vandaag in de aanbieding.

Slide 10 - Open vraag

Wil jij de glazen even pakken?

Slide 11 - Open vraag

Wat is het enkelvoud van die woorden?
Stippen = 
Palen =
Druiven =
Glazen =
Wat valt je op bij de -f en de -s?

Slide 12 - Tekstslide

Bijna aan het werk!
Veel zelfstandig naamwoorden schrijf je in het meervoud met
 -en.
Er zijn 4 dingen waar je op moet letten:

Slide 13 - Tekstslide

1) Woorden die 'eindigen' op een korte klank
Hierbij verdubbelt de laatste letter:
bed - bedden
mus - mussen

Slide 14 - Tekstslide

2) Woorden die 'eindigen' op een lange klank
Schuur - schuren
Keel - kelen
Hierbij gaat er een klinker af. (uu wordt u)

Slide 15 - Tekstslide

3)Woorden die eindigen op f
druif - druiven
bedrijf - bedrijven
De f verandert in een het meervoud in een v.

Slide 16 - Tekstslide

4) Woorden die eindigen op een -s
Huis - huizen
laars - laarzen
De s verandert in het meervoud in een z.
Let op er zijn uitzonderingen: mens - mensen, wens - wensen, kaars, kaarsen. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht 4 t/m 11.
Samenwerken mag!

Slide 18 - Tekstslide