Samenvatting cursus 4

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 1

Samenvatting cursus 4

1: Moedertaal

2: taal uit de buurt

2: Taal uit de buurt

Standaardnederlands: het Nederlands dat als correct taalgebruik wordt gezien

Het Fries: in Nederlands een officiële rijkstaal

3: taalverandering

3: taalverandering

Taalvernieuwing: het verschijnsel dat taal steeds verandert en er woorden bijkomen

Straattaal: taal die afwijkt van de standaardtaal en vooral door jongeren op straat wordt gesproken

4: bouwstenen

4: bouwstenen

Klinker: de letters a, e, i, o, u

Medeklinkers: de andere letters van het alfabet

Communiceren: met elkaar contact hebben en informatie uitwisselen

5: formeel en informeel

6: letterlijk en figuurlijk

6: letterlijk en figuurlijk

Uitdrukking: vaste combinaties van woorden met een figuurlijke betekenis

7: beeldtaal

Cursus Fictie. 4: Over gedichten

Rijm: Als de laatste stukjes van twee woorden hetzelfde klinken, rijmen ze. Bijvoorbeeld: verdriet - niet - giet -riet.

Strofe: Vaak zijn gedichten door witregels in stukjes verdeeld. Zo'n stukje heet een strofe.

Regels en zinnen: Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een leesteken. Een regel bestaat uit alle woorden die achter elkaar staan. 

Vragen?