Bespreken opdracht 3, 6 en 9
Schrijf de zinnen over, onderstreep de pv, benoem het wwg, ond en lv.
1. Victor heeft gisteren vanwege een lekke band tien kilometer gelopen.
2. Geef je haar je telefoon?
3. De slager snijdt voor mij een plakje leverworst af.
4. In het nieuwe boek van Sjoerd Kuyper staan veel grappige gebeurtenissen.
5. Plotseling brak het theeglas in twee delen.