Voorbereiding toetsweek

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Dagopening
  • Oefentoets
  • Literaire begrippen
  • Begin maken met 3PAK

Slide 2 - Tekstslide

Smoesjes
Welk smoesje gebruik jij wel eens om ergens onderuit te komen?
Wat is de beste smoes die je ooit hebt gebruikt?

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Smoesjes
Welk smoesje gebruik jij wel eens om ergens onderuit te komen?
Wat is de beste smoes die je ooit hebt gebruikt?

Slide 5 - Tekstslide

Presentatie + beoordelingsformulier


Niet ingeleverd?
-> donderdag 7 december presenteren voor de klas

Slide 6 - Tekstslide

H5 Formuleren + H7 Spelling
Hoofdstuk 5: paragraaf 1 t/m 5
Hoofdstuk 7: paragraaf 1 t/m 12

Oefentoets


Slide 7 - Tekstslide

Literaire begrippen
3 verhalen 3PAK
Toets over inhoud + literaire begrippen (TW 2)

Slide 8 - Tekstslide

Begrippen
-literatuur
-lectuur
-personages: hoofdpersoon, bijpersoon, tegenspeler, typen, karikatuur
-conflictmodel: evenwicht, conflict, motorisch moment, ontwikkeling
-perspectief: ik-perspectief, personaal perspectief, auctoriaal perspectief, 
                            wisselend perspectief, onbetrouwbaar perspectief
-tijd: historische tijd, duur, vertelde tijd, chronologie, vertelheden, vertellend ik, belevend ik, 
          flashback, terugwijzing, flashforward, vooruitwijzing, proloog, fabel, sujet
-motieven en thema's: concreet motief, abstract motief, symbolen

Slide 9 - Tekstslide

Literatuur vs. lectuur
Literatuur:
-Verzamelnaam voor alle soorten fictionele (verzonnen) teksten: proza 
  (=novellen en romans), poëzie, drama
-Doel: je laten nadenken -> kijk op jezelf of de werkelijkheid veranderen, 
  nieuwe inzichten verschaffen

Lectuur:
-Doel: amuseren



Slide 10 - Tekstslide

Literatuur - kenmerken
-Originaliteit: het werk voegt iets nieuws toe aan alles wat eerder is 
  geschreven.
-Onvoorspelbaarheid: het verhaal neemt een onvoorspelbare wending of de
  personages reageren anders dan dat je had verwacht.
-Stijl: de gebruikte taal is mooi of bijzonder, bijvoorbeeld door het gebruik   
  van beeldspraak en stijlfiguren.
-Diepere laag: de schrijver wil de lezer ergens over na laten denken, onder 
  het verhaal schuilt een diepere boodschap.



Slide 11 - Tekstslide

opdracht (samen)
Lezen tekst 2 (blz 174) + tekst 5 (blz 177/178)
Maken opdracht 2 + 4

Slide 12 - Tekstslide

Lezen 3PAK

Slide 13 - Tekstslide