Thema 4, H1 Belangrijke woorden

• Rekenen
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Niet elektrisch versterkt.

1. Melodie
2. Akoestisch
3. Ritme
4. Instrumentaal

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Bedenken en opschrijven van een muziekstuk.

1. Componeren
2. Downloaden
3. Applaudisseren
4. Instuderen

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Leider van een orkest, een koor of een ander muziekgezelschap.

1. Instrumentaal
2. Dirigent
3. Artiest
4. Concert

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Opeenvolging van muzikale tonen die samen een geheel vormen.

1. Melodie
2. Refrein
3. Ritme
4. Tempo

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Muziekvoorstelling met publiek

1. Orkest
2. Artiest
3. Concert
4. Dirigent

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Muziek-, toneel-, of filmfeest van één of meerdere dagen waarbij verschillende optredens en/of voorstellingen worden gegeven.

1. Concert
2. Repeteren
3. Genre
4. Festival

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Een grote groep mensen die samen muziek maakt op verschillende muziekinstrumenten.

1. Repeteren
2. Intro
3. Orkest
4. Concert

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Deel van een liedje dat steeds op dezelfde melodie en met dezelfde woorden terugkomt.

1. Ritme
2. Refrein
3. Melodie
4. Couplet

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

De snelheid waarmee je iets doet of waarmee iets gebeurt.

1. Tempo
2. Ritme
3. Genre
4. Couplet

Welk woord past bij de volgende omschrijving?

Alleen met muziekinstrumenten uitgevoerd, zonder zang.

1. Orkest
2. Akoestisch
3. Instrumentaal
4. Concert

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Repeteren

1. Een muziek- of een toneelstuk oefenen.
2. Alleen met muziekinstrumenten uitgevoerd, zonder zang
3. De snelheid waarmee je iets doet of waarmee iets gebeurt.
4. Bedenken en opschrijven van een muziekstuk.

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Instuderen

1. Een muziek- of toneelstuk oefenen.
2. In je handen klappen uit bewondering of omdat je het ergens mee een bent
3. Iets oefenen zodat je het foutloos kunt uitvoeren.
4. Muziekvoorstelling met publiek

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Ritme

1. De snelheid waarmee je iets doet of waarmee iets gebeurt.
2. Regelmaat waarmee iets zich herhaalt, vooral geluid.
3. Opeenvolging van muzikale tonen die samen een geheel vormen.
4. Bedenken en opschrijven van een muziekstuk.

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Podium

1. De soort of de stijl, bijvoorbeeld in de kunst of muziek.
2. Een grote groep mensen die samen muziek maken op verschillende instrumenten.
3. Niet elektrisch versterkt.
4. Verhoging waaro peen optreden of voorstelling plaatsvindt.

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Genre

1. Iemand die kunst maakt of uitvoert, bijvoorbeeld een zanger.
2. Muziekvoorstelling met publiek.
3. Iets oefenen zodat je het foutloos kunt uitvoeren.
4. De soort of de stijl, bijvoorbeeld in de kunst of muziek.

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Couplet

1. Onderdeel van een lied dat met dezelfde melodie terugkomt, maar dan met andere woorden
2. Opeenvolging van muzikale noten die samen een geheel vormen.
3. Deel van een liedje dat steeds op dezelfde melodie en dezelfde woorden terugkomt.
4. Regelmaat waarmee iets zich herhaalt, vooral geluid.

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Downloaden

1. In je handen klappen uit bewondering of omdat je het ergens mee eens bent.
2. Bestanden naar je eigen computer halen via een internetverbinding.
3. Iets oefenen zodat je het foutloos kunt uitvoeren.
4. Verhoging waarop een optreden of voorstelling plaatsvindt.

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Intro

1. Leider van een orkest, een koor of een ander muziekgezelschap.
2. Niet elektrisch versterkt.
3. De soort of de stijl, bijvoorbeeld in de kunst of muziek.
4. Het begin, bijvoorbeeld van een liedje of een muziekstuk.

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Artiest

1. Iemand die kunst maakt of uitvoert, zoals een zanger.
2. Leider van een orkest, een koor of een ander muziekgezelschap.
3. Bedenken en opschrijven van een muziekstuk.
4. Het begin, bijvoorbeeld van een liedje.

Welke omschrijving hoort bij dit woord?

Applaudisseren

1. Bedenken en opschrijven van een muziekstuk.
2. In je handen klappen uit bewondering of omdat je het ergens mee eens bent.
3. Iets oefenen zodat je het foutloos kunt uitvoeren.
4. Een muziek- of toneelstuk oefenen.