Week 12 - afronding cursus Spelling

Week 12 - afronding cursus Spelling
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Week 12 - afronding cursus Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Welkom th1a!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:
 je leesboek
 - je schrift en pen
- je leesmapje
 - je laptop


Je kunt meteen starten met lezen in je leesboek.



maandag 30 september 2024

Slide 2 - Tekstslide

Na deze les:
  • Weet je de betekenis van onbekende woorden.
Planning van deze les:
  • Lezen in je leesboek - ongeveer ca. 10 minuten.
  • Nakijken huiswerk voor vandaag.
  • Taalvoutje van de week.
  • In groepjes onbekende woorden uit krantenartikel halen.

Slide 3 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Slide 4 - Tekstslide

Cursus 7 Spelling, §2 - maak opdracht 1 t/m 6.
Vorige week in de les gemaakt

Zelf nakijken met andere kleur pen als je het huiswerk in het boek of schrift had gemaakt.
Tijd: 10 minuten

Slide 5 - Tekstslide

Antwoorden §2, opdr 1 t/m 6
Opdracht 1
1 Het is naalden, dus naald.
2 Het is poorten, dus poort.
3 Het is woeste, dus woest.
4 Het is waardig, dus waard.
5 Het is feestelijk, dus feest.
6 Het is kruidig, dus kruid.

Opdracht 2
1 eindstand – vijfduizend – krokant – macht – fruit – standbeeld
2 piloot – akkoord – correct – drievoud – bruid – scheepvaart









Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 3 t/m 6  - zie word-document
   

Slide 7 - Tekstslide

Taalvoutje van de week
Laatste letter -d of -t?

Slide 8 - Tekstslide

Aan de slag met krantenartikel
  • In groepjes van 4 - ik wijs de groepjes aan.
  • Vind in het krantenartikel de onbekende woorden en zoek deze online op. 
  • Tijd: 15 minuten, daarna klassikaal bespreken


Slide 9 - Tekstslide

Volgende les woensdag 20 november
We gaan verder met Cursus Spelling, vanaf §3.
We gaan het proefwerk over Meer dan lezen nabespreken.
Je neem het krantenartikel over vapen mee en zoekt onbekende woorden op.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag met krantenartikel
  • In groepjes van 4 - ik wijs de groepjes aan.
  • Vind in het krantenartikel de onbekende woorden en zoek deze online op. 
  • Tijd: 15 minuten, daarna klassikaal bespreken


Slide 11 - Tekstslide

Welkom th1a!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:
 je leesboek
 - Nieuw Nederlands
 - je schrift en pen
-  opgeladen laptop


Je kunt meteen starten met lezen in je leesboek.



maandag 30 september 2024

Slide 12 - Tekstslide

Na deze les:
  • kun je korte en lange vorm van het bijvoeglijke naamwoord spellen. 
Planning van deze les:
  • Lezen in je leesboek - 10 minuten.
  • Uitleg over Spelling §3 - bijvoeglijk naamwoord.
  • Opdrachten §3 maken


Slide 13 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Slide 14 - Tekstslide

Spelling §3 - Bijvoeglijk naamwoord - blz. 
Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden ook al weer?
  • het bijvoeglijk naamwoord geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord.
  • Dat is een spannende film. Het bijvoeglijk naamwoord spannende geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord film.

De meeste bijvoeglijk naamwoorden hebben een korte vorm en lange vorm
hoog, hoge

De wind is zwak. Er staat een zwakke wind.
De brug is hoog. een hoge brug.

Slide 15 - Tekstslide

Theoriefilmpje

Slide 16 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: van korte naar lange vorm
  1. mooi ---> mooie (zet een -e achter het woord)
  2. smal ---> smalle (verdubbel laatste letter + e)
  3. lief ---> lieve                      serieus ---> serieuze
    (verander f in een v +e of een s in een z +e)
  4. duur ---> dure                    individueel ---> individuele
    (haal een u, a, o of e weg en zet een -e achter het woord)
  5. gaaf ---> gave                     waardeloos ---> waardeloze
    (combinatie van 3 en 4)


Slide 17 - Tekstslide

Sommige bijvoeglijk naamwoorden krijgen een trema.
commercieel wordt commerciële 
officieel wordt officiële

Trema bij die klinker geeft een nieuwe lettergreep aan. Daarmee voorkom je een verkeerde uitspraak.


Slide 18 - Tekstslide

Stoffelijke bijvoeglijk naamwoorden
Zeggen van welk materiaal (stof) iets is gemaakt. 
Deze hebben altijd maar één vorm. Eindigen meestal op -en.

katoenen shirt
granieten vloer
houten speelgoed
elastieken haarband

Maar niet altijd: de plastic zak, het denim jasje, aluminium kozijn

Slide 19 - Tekstslide

Zelf aan de slag
WAT?     Cursus 7 Spelling, §3 Bijvoeglijk naamwoorden
                 Maken opdracht 1 t/m 5

HOE?    Zelfstandig, op laptop of in je leerwerkboek. 
               Daarna samen nakijken.
                
TIJD      Tot de bel gaat. 
KLAAR?  Lees theorie §4 en maak opdracht 1 t/m 3.


timer
15:00

Slide 20 - Tekstslide

Volgende les donderdag 21 november

Je hebt Nieuw Nederlands, schrift, pen, je leesboek en opgeladen laptop mee.
Maken cursus 7 Spelling, §3  - opdracht 1 t/m 5

Slide 21 - Tekstslide

Welkom th1a!
Telefoon in de telefoontas? Ga dan lekker zitten en leg op je tafel:
 je leesboek
 - Nieuw Nederlands
 - je schrift en pen
-  opgeladen laptop


Je kunt meteen starten met lezen in je leesboek.



maandag 30 september 2024

Slide 22 - Tekstslide

Na deze les:
  • heb je geleerd meervouden te spellen.
  • heb je taalfouten ontdekt
Planning van deze les :

4e uur
  • Lezen in je leesboek - 10 minuten.
  • Uitleg §4 Meervouden en maken opdrachten.

    5e uur
  • Taalvoutjesspel


Slide 23 - Tekstslide

Lezen in je leesboek
Je leest ongeveer 10 minuten in stilte.

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk voor vandaag was:
Cursus Spelling , §3 Bijvoeglijk naamwoord  - maken opdracht 1 tot en met 5.


Slide 25 - Tekstslide

Cursus Spelling §4 - Meervouden
Als er iets van één is: enkelvoud.
Als er iets van meer dan één is: meervoud.

Zelfstandige naamwoorden hebben meestal een meervoud door -en of -s achter het woord te zetten: broek  -> broeken; wielrenner -> wielrenners.



 

Slide 26 - Tekstslide

Let op, soms moet je daarnaast
  • de laatste letter verdubbelen: stok -> stokken 
  • een a, e, o, of u weglaten: boom -> bomen 
  • een -f in een -v of een -s in een -z veranderen:
       dief -> dieven            kluis -> kluizen 

Slide 27 - Tekstslide

Zelf aan de slag 
WAT?     Cursus 7 Spelling -  §4 Meervouden - opdracht 1 tot en met 5.
                 
HOE?        Zelfstandig op je laptop of in je leerwerkboek, blz. 234-235. 
                    Opdracht 5 doe je in tweetallen.                
TIJD          10 minuten

KLAAR?   Lees de theorie van §5 Verkleinwoorden, blz. 236 
                    en maak opdracht 1 t/m 3



timer
10:00

Slide 28 - Tekstslide

Evaluatie

  • Je kunt nu meervouden spellen.

Vragen?  

Slide 29 - Tekstslide

Spullen opbergen
Tafels in groepjes van vier zetten voor het Taalvoutjesspel.

Slide 30 - Tekstslide

Taalvoutjesspel
  • In groepjes van 4 - ik wijs de groepjes aan, die staan zo op het bord .
  • Vind in elke foto de taalfoutjes. Totaal 15 foto's.
  • Schrijf de nummers van de foto's onder de juiste spellingscategorie op het grote vel papier.  

Tijd: 15 minuten, daarna leg ik de volgende stap uit. 


timer
15:00

Slide 31 - Tekstslide

Taalvoutjesspel - stap 2
  • Verbeter als groepje alle taalfouten.  
  • Per groepje schrijft één persoon de taalfoutjes en de verbetering op het blad bij de juiste spellingscategorie. 


timer
1:00

Slide 32 - Tekstslide

Volgende les maandag 25 november
Huiswerk:
  • Cursus 7 Spelling, §4 Meervouden - afmaken opdracht 1 tot en met 5 - blz. 234-235.

We gaan verder met cursus Spelling, §5 Verkleinwoorden.
We bespreken de toets Meer dan lezen na.

Slide 33 - Tekstslide

lesplan th1a 25 november
- herhalen meervouden en uitleg par. 5 verkleinwoorden
- toets nabespreken
-evaluatie Taalvoutjesspel

Slide 34 - Tekstslide