1.5, Laag- Nederland

Introductie
Periode 2: hoofdstuk 1 landschappen
Paragraaf 1.5
Planning:
Nakijken 1.4 huiswerk
herhaling met lessonup
Theorie
Check vragen


Lesdoelen:
- Aan het eind van de les kun je in eigenwoorden uitleggen hoe laag Nederland is ontstaan, daarbij herken je verschillende landschap types.
- Aan het eind van de les kun je beschrijven hoe mensen in laag-Nederland ervoor hebben gezorgd dat zij droge voeten kregen en behouden.

Op tafel:
Open je WB op hw 1.4
Boeken + snelhechter
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Introductie
Periode 2: hoofdstuk 1 landschappen
Paragraaf 1.5
Planning:
Nakijken 1.4 huiswerk
herhaling met lessonup
Theorie
Check vragen


Lesdoelen:
- Aan het eind van de les kun je in eigenwoorden uitleggen hoe laag Nederland is ontstaan, daarbij herken je verschillende landschap types.
- Aan het eind van de les kun je beschrijven hoe mensen in laag-Nederland ervoor hebben gezorgd dat zij droge voeten kregen en behouden.

Op tafel:
Open je WB op hw 1.4
Boeken + snelhechter

Slide 1 - Tekstslide

Nakijken Huiswerk
  • Nakijkboekje
  • Zelfstandig 10 min.
  • Klaar? Lezen 1.5 in stilte
  • Klaar? Naar lessonup

Slide 2 - Tekstslide

Wat is hoog-Nederland? Kies de juiste letter.
A
Het deel van Nederland dat LAGER dan de zeespiegel ligt.
B
Het deel van Nederland dat HOGER dan de zeespiegel ligt.

Slide 3 - Quizvraag

Wat voor grondsoort heeft hoog-Nederland? Kies de juiste letter.
A
klei
B
steen
C
zand
D
moeras

Slide 4 - Quizvraag

Het Nederlandse landschap bestaat uit:
Hoog-Nederland
Laag-Nederland
Welke letter geeft Hoog-Nederland aan?
Kies de juiste letter.
A
A
B
B

Slide 5 - Quizvraag

Wat is een stuwwal?
A
Een meer
B
Landijs
C
Heuvels ontstaan door landijs
D
Dat heel Nederland met zand bedekt was

Slide 6 - Quizvraag

Geef aan waardoor een stuwwal is gevormd.

Slide 7 - Open vraag

IJstong
Smeltwaterdal
Stuwwal

Slide 8 - Sleepvraag

3

Slide 9 - Video

Laag-Nederland
Het landschap in NL is vooral na de laatste ijstijd ontstaan

De temperatuur steeg --> zeespiegel steeg


In deze periode ontstonden veel grondsoorten

Slide 10 - Tekstslide

Aan de kust
  1. Zeespiegel stijgt 
  2. Strand en duinen vormen
  3. Achter strand en duinen ontstaat binnenzee, daar dwarrelen kleideeltjes naar beneden: zeeklei.
Ontstaan veen en moeras
Het westelijk deel van Nederland ligt laag en is vaak door de zee overspoeld. Door de zee ontstonden er stranden en duinen (bron 29). Af en toe sloeg de zee een gat in de duinen. Hierdoor stroomde het zeewater naar binnen. Er ontstond een soort waddenzee waar het zeewater bij vloed instroomde en bij eb weer uitstroomde. Als het water stilstond, zakten kleideeltjes naar beneden. Hierdoor ontstonden dikke lagen klei. Als het gat in de duinen weer dichtging, veranderde de Waddenzee in een groot moeras. In dit moeras hoopten de dode plantenresten zich onderwater op. Omdat er geen zuurstof bij kon, verrotte dit materiaal niet en zo ontstond
veen. Dat is een grond die bestaat uit plantenresten.

Slide 11 - Tekstslide

00:14
Geef aan hoe je ziet aan het landschapspatroon dat de polder door mensen is gemaakt en niet door de natuur.

Slide 12 - Open vraag

01:54
Geef aan waarom de nieuwe inwoners van Flevoland op deze kenmerken werden beoordeelt.

Slide 13 - Open vraag

02:12
Geef aan welke functies Flevoland op dit moment allemaal heeft. (Voorbeeld van functies: wonen, landbouw, natuur, recreatie)

Slide 14 - Open vraag

1. Golven nemen zand mee naar het strand.
2. Door sedimentatie ontstaat er een zandbank.
Ontstaan duinen

Slide 15 - Tekstslide

3. Uiteindelijk komt de zandbank boven water uit.
4. De wind neemt het zand mee tot het een obstakel tegenkomt.
Ontstaan duinen

Slide 16 - Tekstslide

5. Bij het obstakel ontstaat een heuveltje.
6. Dit heveltje kan uitgroeien tot een metershoge duin.
Ontstaan duinen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Aan de kust
4. De duin openingen sluiten, er ontstaat een binnenzee 
5. Binnenzee verandert in uitgestrekt moeras gebied
6. Dode plantenresten hopen op onder water, zonder zuurstof, ontstaan veen. 
Ontstaan veen en moeras
Het westelijk deel van Nederland ligt laag en is vaak door de zee overspoeld. Door de zee ontstonden er stranden en duinen (bron 29). Af en toe sloeg de zee een gat in de duinen. Hierdoor stroomde het zeewater naar binnen. Er ontstond een soort waddenzee waar het zeewater bij vloed instroomde en bij eb weer uitstroomde. Als het water stilstond, zakten kleideeltjes naar beneden. Hierdoor ontstonden dikke lagen klei. Als het gat in de duinen weer dichtging, veranderde de Waddenzee in een groot moeras. In dit moeras hoopten de dode plantenresten zich onderwater op. Omdat er geen zuurstof bij kon, verrotte dit materiaal niet en zo ontstond
veen. Dat is een grond die bestaat uit plantenresten.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Geef aan hoe veen is ontstaan?

Slide 21 - Open vraag

Geef aan waarom er tegenwoordig geen vorming van nieuw veen meer plaatsvindt.

Slide 22 - Open vraag

Geef aan wat het verschil is tussen veen en turf.

Slide 23 - Open vraag

De bewoners van Laag-Nederland
Moesten hun gebouwen beschermen tegen overstromingen

Dus ze bouwden op terpen 
= door mensen gemaakte verhoging als besscherming tegen het zeewater.

Slide 24 - Tekstslide

Van terp naar dijk
De eerste dijken bestonden uit terpen die met elkaar verbonden waren



dijk

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Video

Geef aan waarom een polder constant leeg gepompt moet worden.

Slide 30 - Open vraag

Check leerdoelen!

Slide 31 - Tekstslide

Noem tenminste 2 landschaptypen die voorkomen in laag-Nederland

Slide 32 - Open vraag

Geef aan hoe je in laag-Nederland droge voeten kunt behouden.

Slide 33 - Open vraag