24 augustus

maandag 24 augustus A
  1. woorden kleding
  2. zinnen oefenen
  3. bezittelijke voornaamwoorden/grammatica
  4. spreekoefeningen 
  5. vragen
  6. met eigen methode aan het werk
  7. Schrijven in Nederland
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

maandag 24 augustus A
  1. woorden kleding
  2. zinnen oefenen
  3. bezittelijke voornaamwoorden/grammatica
  4. spreekoefeningen 
  5. vragen
  6. met eigen methode aan het werk
  7. Schrijven in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Wat dragen ze?
Wat hebben ze aan?

Slide 2 - Tekstslide

de handschoen
de want

Slide 3 - Tekstslide

de stof
de naald en draad

Slide 4 - Tekstslide

de wol 
het katoen

Slide 5 - Tekstslide

de sieraden
De sieraden zijn van goud
de bril
Hij draagt een mooie bril.

Slide 6 - Tekstslide

de broekzak
het horloge

Slide 7 - Tekstslide

de hoofddoek
de armband

Slide 8 - Tekstslide

de slippers
Hij trekt de slippers aan. 
de sjaal
Zij doet de sjaal om.

Slide 9 - Tekstslide

de muts
de hoed

Slide 10 - Tekstslide

aantrekken /uittrekken
Ik trek mijn jas uit
hij trekt zijn vest aan.
ik trek mijn sokken aan
zij trekt haar handschoenen uit. 

Slide 11 - Tekstslide

wat vind je leuk?
gge
gestreept
geruit
effen
gebloemd

Slide 12 - Tekstslide

Wat moet ik aan?
het past goed                                              het jeukt
het past niet goed                                     het is stom
het is te klein
het zit niet lekker/fijn
het zit te strak
het is te groot
het is niet leuk

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

in de schoenenwinkel
Waar staan de laarzen? 
Daar staan de laarzen
Heeft u maat 40? 
Ja, ik zal ze pakken....Alstublieft
Zitten ze goed?
Ja, ze passen goed

Slide 15 - Tekstslide

in de kledingwinkel
Mag ik wat vragen? Waar kan ik de ................................vinden?
Daar hangen ze, rechts
Welke maat heeft u?
Ik heb maat 42
Welke kleur zoekt u?
Ik vind blauw mooi.
Wilt u deze even passen?

Slide 16 - Tekstslide

nieuw
kort
warm
dik
lelijk
groot
vuil
duur
rijk 


lang
koud
goedkoop
dun
klein
schoon
mooi
arm
oud

Slide 17 - Tekstslide

mijn tas     van mij 
jouw huis    van jou   
zijn huis       van hem 
haar kamer    van haar     ons huis      van ons 
jullie auto  van jullie 
hun klas     van hen  

jij
hij
zij 
jullie
wij
ik
zij 

Slide 18 - Tekstslide

0

Slide 19 - Video

Slide 20 - Tekstslide

Wat betekent:
het vest
A
B
C
D

Slide 21 - Quizvraag

Zij draagt...............
A
hoge haken
B
hoge hakken
C
sandaal
D
laarzen

Slide 22 - Quizvraag


A
Het meisje draagt een bikini.
B
Het meisje draagt een zwembroek
C
Het meisje trekt een zwempak.
D
Het meisje draagt een badpak.

Slide 23 - Quizvraag


A
de wol
B
de kleding
C
de naald
D
de stof

Slide 24 - Quizvraag


A
het overhemd
B
het slaappak
C
het kostuum
D
de pyjama

Slide 25 - Quizvraag


A
de nald
B
de naald
C
de naalt
D
het naald

Slide 26 - Quizvraag


Slide 27 - Open vraag


Slide 28 - Open vraag


Slide 29 - Open vraag


Slide 30 - Open vraag