21/9 LnH Journaal en schrijven

Welkom LnH!
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom LnH!

Slide 1 - Tekstslide

Planning 21/9
  • stillezen + woorden noteren
  • NOS Jeugdjournaal kijken en aantekeningen maken
  •  tekst schrijven-> maandag af

Slide 2 - Tekstslide

stillezen
  • Schrijf moeilijke woorden op in je schrift. 
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Moeilijke woorden opschrijven

Slide 4 - Tekstslide

Jeugdjournaal kijken (20 min.)
Schrijf de onderwerpen in je schrift:
  • Prinsjesdag
  • Katy Perry
  • Marokko
  • Kite surfen

Schrijf kort op wat je al over weet over het onderwerp. Dit helpt je bij het lezen of luisteren naar een tekst over het onderwerp.

Slide 5 - Tekstslide

Jeugdjournaal kijken (20 min.)
  • Maak aantekeningen (woorden schrijven) tijdens het kijken.
  • Schrijf zoveel mogelijk woorden over het onderwerp op, zodat je straks iets kunt vertellen over het onderwerp.

Slide 6 - Tekstslide

Alinea 1: inleiding 
In alinea 1 schrijf je algemeen over het onderwerp van je tekst. Het onderwerp is het nieuwe gebouw voor de ISK. Schrijf in je inleiding bijvoorbeeld waarom er een nieuw gebouw moet komen. Schrijf nog niets over wat je in het middenstuk gaat schrijven. 
Elke alinea bestaat uit minimaal drie zinnen.

TIps:
  • Begin niet elke zin op dezelfde manier. Begin bijvoorbeeld niet elke keer met het onderwerp.
  • Probeer verschillende woorden of synoniemen te gebruiken. Schrijf dus niet elke keer 'de ISK'. Schrijf ook een keer: 'de school',  'het gebouw' enz.

Kom bij mij langs als je twijfelt of je zinnen kloppen/goed zijn.



Slide 7 - Tekstslide

Het middenstuk: alinea 2-4
 In de 2e, 3e en 4e alinea (middenstuk) schrijf je over wat jouw wensen zijn wat er in het gebouw moet komen. Je begint elke alinea met een signaalwoord voor een opsommend verband.
Signaalwoorden voor een opsommend verband:
alinea 2: allereerst, ten eerste
alinea 3: ten tweede, ook, bovendien, daarnaast
alinea 4: ten derde, ook, bovendien, daarnaast
Je mag boven elke alinea in het middenstuk een tussenkopje plaatsen. (kort deelonderwerp)
Na het signaalwoord plaats je de persoonsvorm (werkwoord) om een goede zin te maken. Voorbeeld: Allereerst moet het gebouw midden in de stad komen.  Daarna leg je de eerste zin uit, je geeft een toelichting. Voorbeeld: Zo kunnen leerlingen in hun pauze of tussenuur makkelijk even naar de winkels.

Slide 8 - Tekstslide

het slot: alinea 5
 
Het slot  (5e alinea)begin je met een signaalwoord voor een samenvattend of concluderend verband. In het slot geef je geen nieuwe informatie, maar  schrijf je een samenvatting van de belangrijkste informatie uit het middenstuk. Je kunt hiervoor de eerste zin gebruiken van alinea 2-4.

Signaalwoorden waarmee je alinea 5 begint kunnen zijn:
  • samengevat, samenvattend, concluderend
  • Als je 'dus' wilt gebruiken, mag dat ook. Het woordje 'dus' gebruik je niet aan het begin van een zin, maar na het onderwerp en de persoonsvorm.
  • Voorbeeld: Er moet dus een mooi kleurrijk gebouw voor de ISK komen.

Slide 9 - Tekstslide

Opsommend tekstverband
Bij een opsommend tekstverband worden dingen opgesomd. Je herkent dit verband aan de volgende signaalwoorden:
- allereerst, ten eerste (bij 1e alinea van het middenstuk)
- ten tweede, ook bovendien (bij volgende alinea van het middenstuk
- Als laatste, ten derde, tot slot (bij slotalinea van het middenstuk)
Na het signaalwoord plaats je altijd de persoonsvorm.
Voorbeeld: Allereerst is het belangrijk dat....

Slide 10 - Tekstslide

Concluderend tekstverband
Bij een concluderend tekstverband wordt er een conclusie getrokken. Je begint vaak de slotalinea van je tekst met een signaalwoord voor een concluderend of een samenvattend verband.  Het gaat om de volgende signaalwoorden:
- concluderend 
- dus, kortom
Na het signaalwoord plaats je altijd de persoonsvorm.
Voorbeeld: Concluderend moet er dus veel veranderd worden.....
Kortom gebruik je op de volgende manier: Kortom, er moet dus veel veranderd worden.
(je plaatst dus een komma achter kortom en daarna formuleer je een mooie zin)

Slide 11 - Tekstslide

Samenvattend tekstverband
Bij een  samenvattend tekstverband  worden er dingen samengevat. Je begint vaak de slotalinea van je tekst met een signaalwoord voor een concluderend of een samenvattend verband.  Het gaat om de volgende signaalwoorden:
samenvattend, samengevat 
Na het signaalwoord plaats je altijd de persoonsvorm.
Voorbeeld: Samenvattend moet er dus veel veranderd worden.....

Slide 12 - Tekstslide

Schrijfopdracht 
Stel je voor: er moet een nieuw gebouw komen voor de hele ISK.  Denk na over waar het gebouw moet komen, wat moet er in de buurt zijn, wat voor soort lokalen moeten er komen, pauzeruimtes, restaurant, nieuwe vakken, kleuren, meubels, computers enz.

Je gaat een tekst schrijven van 5 alinea's. In de eerste alinea  (inleiding)schrijf je  algemeen over het onderwerp
In de 2e, 3e en 4e alinea (middenstuk) schrijf je over wat jouw wensen zijn wat er in het gebouw moet komen. Je begint elke alinea met een signaalwoord voor een opsommend verband.
Het slot  (5e alinea)begin je met een signaalwoord voor een samenvattend of concluderend verband. In het slot geef je geen nieuwe informatie, maar  schrijf je een samenvatting van de belangrijkste informatie uit het middenstuk.

Slide 13 - Tekstslide