LES 2:

Dienstverlening & Zorg
Hoofdstuk 1: les 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Dienstverlening & Zorg
Hoofdstuk 1: les 2

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Op les 1
Wat weet je nog?

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een sector?

Slide 3 - Open vraag

Over welke 4 sectoren hadden wij het vorige week?

Slide 4 - Open vraag

Vaak kom je als a.d&z bij een van de volgende sectoren

  1. Zorg & Welzijn
  2. Kappersbranche
  3. Facilitaire dienst
  4. Gastvrijheidssector 

Slide 5 - Tekstslide

Noem bedrijven in de kappersbranche

Slide 6 - Open vraag

Noem bedrijven in de gastvrijheidssector

Slide 7 - Open vraag

Wat is een zorgvrager?

Slide 8 - Open vraag

Kappersbranche
De kappersbranche is een verzamelnaam voor alle kapperszaken. 

Slide 9 - Tekstslide

Sommige kapsalons hebben een specialisme, zoals:
  1. Duurzame kapsalons die werken met milieuvriendelijke producten
  2. Kapsalons speciaal voor mensen met kroeshaar
  3. Kinderkapper
  4. Een barbier voor baarden en snorren. Vaak in combinatie met een herenkapper.

Slide 10 - Tekstslide

Facilitaire dienst
De facilitaire dienst is een brede sector. 
- een conciërge op school
- medewerker van een schoonmaakbedrijf
- achter de balie, bij een sportschool


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Taken als facilitaire medewerker
  1. Je zorgt dat de ruimtes gebruiksklaar zijn en blijven
  2. Je zorgt dat het gebouw klaar is om mensen te ontvangen
  3. Je ontvangt en helpt mensen

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Waar staat horeca voor?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Jij als assistent dienstverlening & zorg
Voorbereiden
Uitvoeren
Afronden

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Sector zorg en welzijn
In de sector zorg en welzijn heb je verschillende werktijden. Bij de kinderopvang werk je overdag en bij een verpleeghuis is dag en nacht iemand aanwezig. Het kan zijn dat je in ploegen werkt. Je wisselt elkaar af.
Je moet zorgen voor een goede overdacht.

Slide 20 - Tekstslide

Wat is een overdracht?

Slide 21 - Open vraag