7.2 Misdaad en straf - les 2

7.2 Misdaad en straf - les 2
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

7.2 Misdaad en straf - les 2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze paragraaf:
  • Kunnen jullie verschillende misdaden en straffen uitleggen.
  • Begrijpen jullie meer van het Nederlands rechtssysteem 

Slide 2 - Tekstslide

Lees blz. 86: Misdaad. 
Onderwereld
Het milieu (de leefomgeving) van criminelen. De criminele netwerken en activiteiten in de onderwereld zijn voor de gewone buitenwereld moeilijk zichtbaar.

Criminaliteit: alle misdrijven die in de wet staan omschreven.

Criminelen:  mensen die zich niet volgens de regels van de overheid gedragen.

Zinloos geweld:Benaming voor geweld dat wordt gebruikt omwille van het geweld. Niet zozeer om de discussie of probleem die eraan vooraf gaan.

Slide 3 - Tekstslide

Teken een Cornell-schema
Maak aantekeningen bij het volgende filmpje

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Na een vonnis kan de veroordeelde in hoger beroep gaan. Ook een officier van justitie kan in hoger beroep gaan. De zaak wordt dan opnieuw bekeken door een hogere rechterlijke instantie: het gerechtshof

Deze vind je in Amsterdam, Arnhem-Leeuwarden,  Den Haag en Den Bosch,  
Gerechtshoven 
Hoger beroep !

Slide 6 - Tekstslide

De Rechtzaak 

1. 
De opening





De rechter controleert de persoonsgegevens van de verdachte.

Slide 7 - Tekstslide


2. 
De aanklacht


De officier van justitie leest de aanklacht (=ten laste legging) voor.

Slide 8 - Tekstslide


3. 

Het getuigenverhoor




Mensen die iets gehoord of gezien hebben dat met de zaak te 

maken kan hebben. Hiervoor leggen getuigen een eed af. Getuigen mogen niet liegen (=meineed) en geen aannames doen. 

Dankzij het spreekrecht  mag ook het slachtoffer een verklaring afleggen. 

Slide 9 - Tekstslide


4. 
Het verhoor van de verdachte


Eerst mag de verdachte zelf zijn verhaal doen en vervolgens  ondervragen de rechters, de officier van justitie en je eigen advocaat jou.

Slide 10 - Tekstslide


5. 

Officier van justitie.



De officier legt uit waarom hij de verdachte schuldig vindt en eist een bepaalde straf. Dit heet het requisitoir.

Slide 11 - Tekstslide

6. 
Het pleidooi

De advocaat mag de verdachte een laatste keer verdedigen. Hij kan nogmaals bijzondere omstandigheden aanhalen. Of wijzen op het feit dat de verdachte geen strafblad heeft. Dit heet het pleidooi.

Slide 12 - Tekstslide


7. 
Het laatste woord



Als verdachte heb je altijd het laatste woord.  Je kunt ook nog iets zeggen over de strafeis van de officier.  De verdachte kan bijvoorbeeld ook aangeven of hij/zij spijt heeft. 

Slide 13 - Tekstslide

8. 

De uitspraak


De rechter vertelt of je schuldig of onschuldig bent en welke straf hij wil geven.  Dit kan een gevangenisstraf zijn,  een voorwaardelijke straf of boete. 

Meestal is de uitspraak of het vonnis twee weken later. 

Slide 14 - Tekstslide

Wanneer ben je schuldig?
  • Gaat het om een strafbaar feit?
  • Is bewezen dat de verdachte het gedaan heeft?
  • Is de verdachte strafbaar?


3x ja = schuldig
Is de verdachte toerekeningsvatbaar?
Een verdachte die geestelijk gestoord was tijdens zijn daad, kan ontoerekeningsvatbaar worden verklaard.
In dat geval kan de rechter beslissen om de verdachte verplicht op te laten nemen in een tbs-kliniek waar hij wordt behandeld voor zijn stoornis.

Slide 15 - Tekstslide

Juryrechtspraak
In de VS

Burgers (jury) beslissen of de verdachte schuldig is..... (VS)

Slide 16 - Tekstslide

Juryrechtspraak. Voor- en nadelen
Duur.
Duurt lang... (geen contact juryleden met de buitenwereld)
Onafhankelijke rechtsspraak is in het geding.

Volk heeft gevoel dat ze inspraak hebben en erbij horen = goed!
Burgers controleren de overheid... = goed!
Zorgt voor vertrouwen bij het volk

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

7.2 De rechtzaak
Belangrijke personen bij een rechtszaak

Bij een rechtszaak zijn de volgende personen aanwezig:
  • de verdachte, bijgestaan door een advocaat.
  • de officier van justitie die de verdachte aanklaagt.
  • de rechter die bepaalt of iemand schuldig is en of hij een straf krijgt. 

         Rechters zijn in Nederland onafhankelijk en onpartijdig.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wie is wie?

  1. Verdachte
  2. Rechter
  3. Advocaat
  4. Getuige(n)
  5. Pers
  6. Publiek
  7. Officier van Justitie
  8. Griffier
Officier van Justitie
Getuige(n)
Verdachte
Advocaat
Griffier
Rechter
Pers
Publiek

Slide 22 - Tekstslide

We lezen verder op blz. 88
Reclassering: Toezicht houden op verdachten en veroordeelden, geven van gedragstrainingen en het begeleiden bij de uitvoering van een werkstraf.
Geestelijk verzorger: Professional die begeleiding, hulp en advies geeft aan mensen.
Psychiater: Behandelt mensen met complexe, psychische klachten.

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht
Schrijf de 10 geboden (10 woorden) in je schrift.
 
Zet bij elk gebod of je het een misdaad vindt
Leg uit waarom je iets geen misdaad vindt
Zet bij elk gebod waarvan jij vindt dat het bestraft moet worden een voor jouw passende straf



Slide 24 - Tekstslide

Tips en tops
Wat miste je? Wat vond je goed?

Slide 25 - Open vraag

Huiswerk
Leer de begrippen en je Cornell-schema

Slide 26 - Tekstslide