Op jullie verzoek: het lijdend voorwerp
1. /In de bossen /vonden /we /veel zwerfafval./
2. /Gideon /leert /de Franse woordjes /goed.
3. /Vorige week /had /v1a /online les./
4. /In de supermarkt /kun/ je /al een paar weken /paaseitjes /kopen.
5. /Heb/ je /al je spullen /voor het survivalweekend /ingepakt?/