In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
SO spelling bk2 blok 1
Slide 1 - Tekstslide
Je hebt zojuist een dictee gemaakt. Zet hieronder een X
Slide 2 - Open vraag
spellingcontrole uitzetten!
Zet je spellingcontrole uit.
Dat doe je zo:
instellingen van je iPad - algemeen - controleer spelling - UIT
De docent komt dit zo controleren.
Je kan alvast beginnen met de toets.
Slide 3 - Tekstslide
Kevin ... (slapen) als een roosje.
Slide 4 - Open vraag
Hij ... (sporten) drie keer in de week.
Slide 5 - Open vraag
... (kopen) jij de nieuwe PSP?
Slide 6 - Open vraag
Zijn moeder ... (wassen) zijn kleding.
Slide 7 - Open vraag
... (vinden) jij deze broek leuk?
Slide 8 - Open vraag
De dokter... (lachen) vriendelijk naar de patiënt.
Slide 9 - Open vraag
... voor een bakje koffie!
A
teit
B
tijd
C
tijt
D
teid
Slide 10 - Quizvraag
Een bakje koffie zorgt altijd voor ...
A
gezelligheid
B
gezelligheit
C
gezelligheit
D
gezellighijd
Slide 11 - Quizvraag
Voor je het weet, moeten we de klok weer verzetten en is het ...
A
wintertijd
B
winterteit
C
wintertijt
D
winterteid
Slide 12 - Quizvraag
Johan is altijd erg ...
A
eerluk
B
eerlijk
Slide 13 - Quizvraag
Koning Willem-Alexander is onze ...
A
majestijt
B
majesteit
C
majesteid
D
majestijd
Slide 14 - Quizvraag
Deze taart is ...
A
heerlijk
B
heerlik
C
heerlik
Slide 15 - Quizvraag
Je hebt ...
A
gelijk
B
geleik
Slide 16 - Quizvraag
Hoofdletters
Er volgen nu 2 stukjes tekst.
Noteer de woorden die met een hoofdletter moeten.
(dus niet het hele verhaal overschrijven; alleen de woorden met een hoofdletter)
Slide 17 - Tekstslide
mijn zus kan heel goed paardrijden. haar paard is een van de beste paarden van nederland. haar paard heet meibloem. ik vind dat een mooie naam.
Slide 18 - Open vraag
je kan mij altijd wakker maken voor een broodje hagelslag van venz. superlekker! als je dat wil doen, dan kun je me vinden in de dorpstraat in groningen.
Slide 19 - Open vraag
Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord 'stappen'. De zin moet in het enkelvoud staan.
Slide 20 - Open vraag
Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord 'luisteren'. De zin moet in het enkelvoud staan.
Slide 21 - Open vraag
Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord 'leven'. De zin moet in het meervoud staan.
Slide 22 - Open vraag
Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord 'horen'. De zin moet in het meervoud staan.
Slide 23 - Open vraag
Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord 'hebben'. De zin moet in het meervoud staan.
Slide 24 - Open vraag
Maak een zin in de verleden tijd met het werkwoord 'lezen'. De zin moet in het enkelvoud staan.
Slide 25 - Open vraag
Ik heb ...
A
goed geleerd
B
te weinig geleerd
Slide 26 - Quizvraag
Ik denk dat mijn cijfer ... is.
A
tussen 1 en 4
B
5 of 6
C
7 of 8
Slide 27 - Quizvraag
Ik vond de toets
A
gemakkelijk
B
moeilijk
C
ik weet het niet
Slide 28 - Quizvraag
Dit wil ik nog even zeggen over de toets:
Slide 29 - Open vraag
Bijna klaar...
Vergeet niet op de X te drukken en de toets in te leveren.
Als je dat gedaan hebt mag je de spellingcontrole weer aanzetten:
instellingen > algemeen > controleer spelling > AAN