Biomechanica

j
SBG: Biomechanica 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

j
SBG: Biomechanica 

Slide 1 - Tekstslide

Wat denk je dat biomechanica inhoudt?

Slide 2 - Woordweb

Biomechanica
De leer van krachten en het effect van krachten op het menselijk lichaam”

Slide 3 - Tekstslide

Krachten
- Afstand = Meters
- Temperatuur = Graden Celsius
- Massa = Kilogram
- Kracht = Newton
Kracht wordt aangegeven met de Hoofdletter F van het Engelse woord Force

Slide 4 - Tekstslide

Fz = Zwaartekracht
Fn = Normaalkracht

Slide 5 - Tekstslide

Fi =  Traagheidskracht
Fsp = spierkracht

Slide 6 - Tekstslide

Fz en Fsp zijn gelijk. Wat voor beweging vindt er dan plaats?
A
Er is geen beweging of een constante beweging
B
Er is een neerwaartse beweging
C
Er is een opwaartse beweging
D
Er is nooit beweging

Slide 7 - Quizvraag

Jan gaat backsquaten. Fz is groter dan de Fsp, wat voor beweging vindt er plaats
A
Jan staat stil
B
Jan zakt door zijn knieën.
C
Jan duwt het gewicht omhoog
D
Jan springt de lucht in

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Lichaamszwaartepunt

Steunvlak

Slide 10 - Tekstslide

Moment (M)
- Het moment is een rotatiekracht  (vast scharnierpunt of as)
- Hefboom = afstand tot het draaipunt
- Kracht of Spierkracht veroorzaakt een moment

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Momenten
M = F . d
F = Kracht (N)
d = distance 

M= 5m . 100N = 500Nm

Slide 13 - Tekstslide

Bereken met de formule M= F . d welke richting de balk op draait

Slide 14 - Open vraag

Arbeid & Vermogen
Arbeid =  de hoeveelheid energie die nodig is om een bepaalde afstand af te leggen, is de hoeveelheid arbeid die geleverd moet worden
Vermogen = Wanneer je dezelfde afstand in minder tijd af moet leggen ben je afhankelijk van een groter vermogen. Hoe groter het vermogen, hoe meer arbeid geleverd kan worden in minder tijd

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

High vs Low Impact
Impact wordt gezien als 'inslag' of 'indruk'. De impact moet je letterlijk zien als een botsing tussen twee krachten

- High impact, Hoog (afrem) vermogen
- Low impact, Laag(afrem) vermogen

Slide 17 - Tekstslide