16 juni - tekst en publiek

Welkom!
Tekst en publiek
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Tekst en publiek

Slide 1 - Tekstslide

H6 Tekst en publiek
doel: 
Ik kan uitleggen waarom het bij het schrijven van een tekst belangrijk is om rekening te houden met het publiek.

Slide 2 - Tekstslide

startopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Voor wie is deze tekst bedoeld en waarom?

Slide 4 - Woordweb

Voor wie is deze tekst bedoeld en waarom?

Slide 5 - Woordweb

tekst en publiek
Om zijn schrijfdoel te bereiken, houdt een schrijver rekening met zijn publiek, lezers. Bijvoorbeeld: jongeren, sportliefhebbers, ouderen.

Slide 6 - Tekstslide

Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan:

Het onderwerp – 
Een tekst over popmuziek is meestal voor jongeren bedoeld. Een tekst over wat je kunt doen na je pensioen is vooral bedoeld voor ouderen.

Slide 7 - Tekstslide

Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan:

Het taalgebruik –
Teksten in jongerentijdschriften hebben korte zinnen, weinig moeilijke woorden en meer moderne woorden. In teksten voor jongeren wordt de lezer met ‘je’ aangesproken. 

Teksten in tijdschriften voor volwassenen hebben vaak lange zinnen en veel moeilijke woorden.  In teksten voor volwassenen kan de lezer ook met ‘u worden aangesproken.

Slide 8 - Tekstslide

Voor welk publiek een tekst bedoeld is, kun je zien aan:

De bron  
Een tekst in het tijdschrift AutoWeek is bedoeld voor autofans, Voetbal International voor fans van voetbal en Cosmopolitan voor mode- en make-upfans.


De lay-out (opmaak) – 
In jongerentijdschriften zie je veel illustraties, grote koppen, veel kleuren en lettertypen. Teksten voor volwassenen zien er vaak neutraler uit dan teksten voor jongeren.

Slide 9 - Tekstslide

Maak H6 lezen startopdracht, 1 t/m 4

Slide 10 - Tekstslide

Maak startopdracht, 1, 2 en 4

Slide 11 - Tekstslide