Kengetallen - Liquiditeit en solvabiliteit

Kengetallen

Liquiditeit en solvabiliteit
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kengetallen

Liquiditeit en solvabiliteit

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk de balans
--> bereken hoe vaak de onderneming de kortlopende
         verplichtingen per 
1 januari 2007 
       op korte termijn kan betalen.

Slide 2 - Tekstslide

Vul hier jouw berekening plus antwoord in.

Slide 3 - Woordweb

Berekening
80 + 10 + 5  = 2,4 keer
     25 + 15

Slide 4 - Tekstslide

Financiering van investeringen:
Aandelen uitgeven (NV)
Winstinhouding 
Obligaties uitgeven
Lenen bij een bank                                                                                                                                                                                                                                        Geldverstrekkers willen graag weten hoe de onderneming   er voor staat  om hun risico in te schatten.

Slide 5 - Tekstslide

De financiële positie van een onderneming beoordelen m.b.v. 2 kengetallen:
1. de current ratio = vlottende activa + liquide middelen
                                                     kortlopende verplichtingen
    (dit heb je net gedaan)
2. de quick ratio =  vlottende activa-voorraden+liquide middelen
                                                     kortlopende verplichtingen

Slide 6 - Tekstslide

Solvabiliteit
  • Beoordelen of de onderneming aan alle verplichtingen kan voldoen:
  • op basis van 'going concern' : waardering activa volgens de balans (uitgangspunt: de onderneming blijft bestaan)
  • op basis van de liquidatiewaarde: waardering activa tegen executiewaarde (uitgangspunt: de onderneming wordt opgeheven)

Slide 7 - Tekstslide

Solvabiliteit
  • berekening: EV / VV x 100% = solvabiliteit

  • berekening: VV / TV x 100% = debt ratio

Slide 8 - Tekstslide

Welke bewering(en) is of zijn juist?
A
Liquidatie v.d. onderneming betekent dat de eigenaar vermoord is.
B
Als het VV sterker toeneemt dan het EV stijgt de solvabiliteit.
C
Als de debt ratio stijgt is dat niet goed voor de solvabiliteit.
D
Een emissie heeft geen invloed op de solvabiliteit van de onderneming.

Slide 9 - Quizvraag

Meld jezelf aan bij mijn klas.
1. Maak een account aan
2. Meld je aan met de code: isprl

Waarom? Dan kan ik de lessen en toetsen met jullie delen.

Slide 10 - Tekstslide

verwerken en oefenen 
  • Lees en leer blz. 259 en 260
  • Maak de 4 kleine opgaven
  • Maak 5.27, blz. 264

Slide 11 - Tekstslide