4 Havo Katern 4 RUILEN OVER TIJD (H1 t/m H3 en vooruitblik op H2)

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Oefenvragen 

Hierbij de oefen vragen voor katern 4 

Hoe maak je dat?

In Nederland is de inflatie 14%. De lonen zijn gemiddeld 5% gestegen. Hoeveel is je reëele koopkracht gestegen of gedaald? Gebruik de vuistregel.

In Nederland is de inflatie 14%. De lonen zijn gemiddeld 5% gestegen. Hoeveel is je reëele koopkracht gestegen of gedaald? Gebruik de uitgebreide berekening.

Waarom is inflatie ongunstig voor sparen bij een lage spaar rente?

Wat is de reden dat beginnende huizenkopers vaak een annuïteitenhypotheek verkiezen boven een lineaire hypotheek

Hoe kan een economische crisis leiden tot meer besparingen bij gezinnen?

Je maandelijkse inkomen is een

1. voorraadgrootheid
2. stroomgrootheid

De overheidsschuld is een

1. voorraadgrootheid
2. stroomgrootheid

Bekijk de afbeelding, geef aan bij 1,2,3 & 4 of het omhoog of omlaag gaat.

Bij de AOW wordt gebruik gemaakt van het

1. Kapitaaldekkingsstelsel
2. Omslagstelsel
3. Premiedekkingsstelsel
4. Geld van de ouderen

Leg uit wat het kapitaaldekkingsstelsel is.

Door de vergrijzing komen er steeds meer AOW'ers. De overheid wil de AOW premie voor werkenden verhogen. Leg uit dat dit de intergenerationele solidariteit onder druk zet.

Waarom is het volgen van een studie ook wel "ruilen over tijd"

Is hier sprake van intertemporele substitutie?

1. Nee, want er wordt hier geen geld geruild over de tijd.
2. Nee, er wordt hier alleen naar de consumenten kant gekeken -> geen handel.
3. Ja, op puntA is er de mogelijk om te handelen met je geld als consument
4. Ja, want op puntA is het mogelijk om de consumptie te ruilen over de tijd.

Tijdens de levensloop heb je te maken met ruilen over de tijd. Wat is een voorbeeld van ruilen over de tijd?

1. het kopen van schaarse goederen
2. lenen voor de studie
3. pensioen volgens het omslagstelsel
4. het krijgen van een uitkering

De afschrijvingskosten op de resultatenrekening zijn een goed voorbeeld van ‘ruilen over de tijd’. De afschrijvingskosten worden op het moment van afschrijven ? door het bedrijf als uitgave betaald.

1. wel
2. niet

Als de overheid de belastingen verhoogt om de zorgkosten in verband met de vergrijzing te betalen, vindt er ruilen over de tijd plaats.

1. Juist
2. Onjuist

Als de overheid geld leent voor de aanleg van wegen is er sprake van ruil over de tijd.

1. Juist
2. Onjuist

Ruilen over de tijd laat zich het best beschrijven als..

1. vervroegen van consumptie
2. uitstellen van consumptie
3. rente betalen
4. inkomen en koopkracht verschuiven tussen heden en toekomst

Tijdens de levensloop heb je te maken met ruilen over de tijd. Wat is een voorbeeld van ruilen over de tijd?

1. het kopen van schaarse goederen
2. Studeren
3. belasting betalen
4. het krijgen van een AOW uitkering

Een pensioen is een goed voorbeeld van ruilen over tijd

1. Juist
2. Onjuist

Sommige ouders helpen hun kind met een lening voor bijvoorbeeld het kopen van een huis.
Wat heeft dit te maken met ruilen over tijd?

1. Kinderen zien nu af van (toekomstige) consumptie
2. Ouders zien nu af van (toekomstige) consumptie

I: lenen is Ruilen over Tijd van het heden naar de toekomst
II: sparen is Ruilen over Tijd van de toekomst naar heden.

1. Beiden juist
2. Beiden onjuist
3. Alleen I juist
4. Alleen II juist

I: Bij de AOW is er sprake van Ruilen Over Tijd
II: Bij pensioen is er sprake van Intergenerationele solidariteit

1. beiden juist
2. beiden onjuist
3. alleen I juist
4. alleen II juist

Bij consumptie is altijd sprake van ruilen over tijd.

1. Juist
2. Onjuist

Als je consumeert besteed je nu en is er geen sprake van het uitstellen van consumptie.

Bron: LWEO, Jong en oud 5e druk.

Wat bedoelen we met ruilen over de tijd door middel van sparen?

1. Het verplaatsen van geld naar de bank
2. Het verplaatsen van geld naar achteren in de tijd
3. Het verplaatsen van geld naar voren in de tijd
4. het verplaatsen van geld naar een spaarvarken

Wat is GEEN voorbeeld van
ruilen over de tijd?

1. Je betaalt maandelijks premie voor je pensioen.
2. Je koopt met een persoonlijke lening een nieuwe wasmachine.
3. Je betaalt elke maand huur voor je woning.
4. Je koopt een telefoon op afbetaling.

I. Rente is een voorbeeld van ruilen over de tijd.
II. Hogere rente bevordert sparen en lenen.

1. Beide zijn goed
2. I is goed en II is fout
3. I is fout en II is goed
4. Beide zijn fout

Bij welke van de 2 is er sprake van ruilen over tijd?

Kapitaaldekkingsstelsel of omslagstelsel?

1. Kapitaaldekkingsstelsel
2. Omslagstelsel
3. Beide
4. Geen van beiden

Als je gaat studeren kies je voor een investering in je .............

1. Kapitaal
2. Menselijke kapitaal
3. Verdiencapaciteiten
4. Ruilen over de tijd

Bij welke van de 3 pijlers is er geen sprake van ruilen over de tijd?

1. Bedrijfspensioen
2. Geen van allen
3. A.O.W (basispensioen)
4. Vrijwillige pensioenopbouw

De AOW is een voorbeeld van ruilen over tijd.

1. juist
2. onjuist

Het synoniem voor ruilen over tijd is:

1. Substitutiegoed
2. Intertemporele subsitutie
3. interval substitutie
4. Interval substitutiegoed

De intertemporele budgetlijn geeft ruilen in de tijd aan in een model.

1. Juist
2. Onjuist

Hoe doet de overheid aan ruilen over tijd?

1. Investeren in onderwijs
2. Kopen van straatlantaarns
3. Uitgeven van staatsobligaties
4. Alle antwoorden zijn juist

Intertemporele substitutie is ....

1. hetzelfde als ruilen over de tijd
2. consumptie vervroegen
3. sparen
4. hetzelfde als lenen