In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Planning voor docent
Slides
Inhoud
Duur
2-6
Terugblik + programma
7
7-10
Eerste indruk
13
11-18
Winkelformule + exterieur
10
19
Pauze
5
20-31
Interieur
20
32-34
Begrippen
20
35
Afronding + Huiswerk
...
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Doel: opstarten, begroeten, inzicht geven, aandacht en betrokkenheid krijgen
Vertellen: In deze themaochtend verdiepen we ons in het taakgebied ‘werken in de winkelomgeving’ en gaan we specifiek in op Winkel- en productpresentatie.
Slide 4 - Tekstslide
Doel: voorkennis activeren
Werkvorm: onderwijsleergesprek - open vraag
Vraag: wat zijn ook al weer de 4 taakgebieden die horen bij werken in de winkel. Werken in......
Slide 5 - Tekstslide
Werkvorm: instructie (uitleggen)
Uitleg: benoem de vier taakgebieden nog eens
Slide 6 - Tekstslide
Werkvorm: instructie (uitleggen)
Uitleg: In deze thema-ochtend verdiepen we ons in het taakgebied ‘werken in de winkelomgeving’ en gaan specifiek in op Winkel- en productpresentatie. Vandaag gaan we bezig met winkeluitstraling in het algemeen.
Slide 7 - Tekstslide
Doel: bewustheid en betrokkenheid creëren
Werkvorm: instructie (bespreken: docent bespreekt de lesdoelen en de tijdsplanning)
NB: De tijdsplanning wordt door de docent zelf voor de les toegevoegd in deze slide of bijv. apart op een whiteboard geschreven
.
Slide 8 - Tekstslide
Doel: de student deelt basiskennis m.b.t. de begrippen rondom exterieur
Werkvorm: instructie (vertellen)
Vertellen: Als je iemand voor het eerst ziet heb je binnen een paar seconden al een beeld van iemand. Die eerste indruk heb je op basis van hoe iemand eruitziet en hoe iemand beweegt. Bij een winkel werkt dat eigenlijk net zo. Al binnen een paar seconden weet je of je wel of niet naar binnen wilt. Daarom is het voor winkeliers heel belangrijk om een goede eerste indruk te maken. Die indruk maak je met de buitenkant (het exterieur) van de winkel.
Slide 9 - Tekstslide
Doel: voorkennis activeren/delen + de student deelt basiskennis mbt de begrippen exterieur
Werkvorm: opdracht + interactie
Aanvulling :
Student kunnen in Lessonup aangeven welke Winkel hen vanaf de buitenkant erg aanspreekt. Ze gaan aangeven welke eerste indruk ze daarbij hebben (wat ze zien en voelen).
Vertel:
dat ze de antwoorden in Lessonup gaan geven (uitleg volgt in volgende slide)
dat alle antwoorden verschijnen in de presentatie
wat we met de antwoorden gaan doen (= aantal studenten wordt willekeurig gevraagd om hun antwoord toe te lichten)
code staat links onder in beeld
Slide 10 - Tekstslide
Doel:
studenten kunnen interactief meedoen in de Lessonup
studenten kent de spelregels
Aanvulling:
Verzoek de studenten hun mobiele telefoon te gebruiken.
Laat ze naar www.LessonUp.app gaan.
Laat studenten hun werkelijke naam invoeren. Indien ze een nickname gebruiken kan de docent dit verwijderen en de student verzoeken opnieuw in te voeren.
timer
1:00
deze winkel spreekt mij aan de buitenkant aan (benoem waarom)
Slide 11 - Woordweb
Aanvulling:
Geef aan hoeveel tijd de studenten krijgen voor het in voeren van hun antwoord.
Zet de timer aan.
Klik nadat de invoertijd voorbij is op “bekijk het eindresultaat”
Laat enkele studenten hun antwoord toelichten. (let op gevoel van veiligheid)
Filter samen met de studenten de begrippen uit de antwoorden en schrijf deze op (het bord bij een fysieke les).
Slotvraag: hoe belangrijk vinden de studenten die eerste indruk?
Slide 12 - Tekstslide
Doel: de student kan een winkelformule omschrijven van een winkelketen
Vertellen:
De doelgroep bepaalt het imago dat de winkelier kiest voor zijn winkel. Het imago is het beeld dat de winkel wil uitstralen naar de klanten.
De klant stelt hoge eisen aan het product, maar wil daarnaast ook op elk moment en overal kunnen kopen. De klant verwacht dat het online en offline winkelen steeds verder integreert. Bestellen in de webshop en ophalen in de fysieke winkel bijvoorbeeld. Of bestellen in de webshop en ruilen in de fysieke winkel.
Het assortiment van de winkel wordt gevormd door alle artikelen die een winkelier in zijn winkel verkoopt. Elke winkel heeft een kernassortiment en een randassortiment. Bij het kernassortiment horen alle artikelen die de klant minimaal verwacht in de winkel aan te treffen. Tot het randassortiment behoren artikelen die een aanvulling zijn op het kernassortiment en zorgen voor bijverkoop.
Marktpositie is de plaats die de winkel inneemt in de markt ten opzichte van de concurrenten. Het kiezen voor een marktpositie noem je ook wel positioneren. Hier gaan we later in de opleiding verder op in.
Omschrijf de winkelformule van H&M aan de hand van: doelgroep - assortiment
timer
5:00
Slide 13 - Open vraag
Aanvulling:
de studenten mogen op het internet aanvullende informatie zoeken.
De studenten geven hun antwoord via Lessonup
Zet de timer aan.
Vraag bij de bespreking welke studenten hun antwoord met de klas willen delen en maak deze zichtbaar.
Mogelijk antwoord:
Doelgroep H&M:
Tussen de 18 & 34 jaar: De H&M is een goedkope en hippe modeketen, waardoor het vooral jongeren/studenten aanspreekt. Zij hebben veelal weinig te besteden door de hoge studiekosten.
Modaal inkomen: Deze doelgroep heeft genoeg te besteden, maar kan zich geen exclusieve kleding veroorloven.
Normaal opgeleid: Het niveau van de opgeleide doelgroep ligt van laag naar hoog. De H&M verkoopt namelijk voor iedereen wel wat.
Woont niet meer thuis: Deze doelgroep woont niet meer thuis maar zelfstandig, met een partner of heft een gezin. Ook is dit stukje geïnteresseerd in de H&M home, omdat ze voor die producten nu zelf moeten zorgen.
Meer vrouwen dan mannen: Het aantal H&M vrouwen winkels is meer dan mannen. Ook al zijn er meer vrouwen op de wereld zal het toch eraan liggen dat de vrouw meer van kleding houdt.
Assortiment H&M:
Het grootste deel, het kernassortiment is de confectie.
De kleding, vooral voor mannen en vrouwen.
Daarnaast bieden ze artikelen zoals, woonaccessoires, cosmetica, en modeaccessoires. Dit is het randassortiment waarmee ze de doelgroep verbreden.
H&M heeft een breed assortiment en diep assortiment.
Slide 14 - Tekstslide
Doel: de student deelt basiskennis mbt exterieur
Werkvorm: instructie (vertellen) – studenten maken aantekening
Hulpmiddelen: kladpapier + pen
Instructie:
Maak aantekeningen (docent deelt eventueel papier uit) - schrijf de belangrijkste hoofdbegrippen op
Vertellen: Het exterieur is heel belangrijk bij het trekken van klanten, omdat veel klanten nog niet precies weten wat ze gaan kopen. Bij een winkel met een aantrekkelijke buitenkant zullen de klanten eerder naar binnen gaan. Door de juiste indruk te maken, krijg je de juiste klanten binnen.
Een ander gebruikt begrip is ook Front.
Slide 15 - Tekstslide
Vertellen: Onder het winkelexterieur oftewel Front vallen:
Gevel (waaronder het logo)
Entree
Etalage / raampartij
Buitenpresentatie (bijv manden met restanten) en buitenaankleding (bijv planten)
Slide 16 - Tekstslide
Vertellen: Een goede buitenpresentatie nodigt de klant uit om naar binnen te gaan om nog meer artikelen van de winkel te bekijken. Een buitenpresentatie trekt dus klanten en is verkoop bevorderend. De winkelier kan met een buitenpresentatie ook het accent leggen op de nieuwe artikelen die hij binnen heeft gekregen. Of: hij heeft nog oude voorraad die weg moet, en biedt deze via een buitenpresentatie voordelig aan.
Belangrijk om te weten:
buitenpresentaties zijn diefstalgevoelig. Er is niet altijd voldoende zicht vanuit de winkel op de buitenpresentatie. Sommige winkels leggen de buitenpresentaties aan een ketting. Denk bijvoorbeeld aan een kledingrek met een ketting door de hangertjes, zodat niemand zomaar wat mee kan nemen. Schoenenwinkels plaatsen meestal alleen de linker- of rechterschoen in de buitenpresentatie.
niet elke gemeente staat buitenpresentaties toe. Soms moet hier precariobelasting voor betaald worden. Gemeenten heffen precariobelasting als vergoeding voor het gebruik van openbare grond. Deze belasting heft de gemeente op voorwerpen die je onder, op of boven openbare ruimtes plaatst, zoals zonneschermen, luifels, lichtreclames en vlaggen.
Slide 17 - Tekstslide
Vertellen:
De etalage moet aansluiten bij de winkelformule:
Doelgroep: De etalage moet de juiste doelgroep aanspreken. Als je dure juwelen wilt verkopen, moet je ervoor zorgen dat de doelgroep die je voor ogen hebt, ook voor de etalage blijft stilstaan en binnenkomt om wat te kopen.
Assortiment: Het assortiment dat je in de etalage tentoonstelt, moet een afspiegeling zijn van wat je in de winkel kunt kopen.
Etalages heb je in verschillende vormen (zie plaatjes):
Gesloten etalage
Halfgesloten etalage
Open etalage
ETALAGEVARIANTEN
Front-
etalage
Hoek-
etalage
Portiek-
etalage
Eiland-
etalage
Slide 18 - Sleepvraag
Doel: de student krijgt en verwerkt informatie mbt exterieur
Werkvorm: spel/opdracht (sleepvraag)
Instructie: Pak je mobiele telefoon weer. Ga naar de volgende opdracht in Lessonup. Sleep de afbeeldingen naar bijbehorende begrip.
timer
5:00000
Slide 19 - Tekstslide
5 minuten pauze
Aanvulling:
Docent kan de Timer inschakelen.
Slide 20 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Vertellen:
Bij een goede winkelinrichting is aandacht besteed aan het ontwerp van het interieur.
De gebruikte kleuren en materialen passen bij de winkelformule. Ze stralen een bepaalde sfeer uit.
Ook de verlichting en de muziek die in de winkel te horen is, spelen hierbij een belangrijke rol en passen bij de winkelformule.
Met de inrichting kan de winkelier veel doen om de winkelformule duidelijk te maken.
Slide 22 - Tekstslide
Vertellen: Het gedrag van een klant kun je sturen door gebruik te maken van een effectieve winkel route.
Consumenten leggen in veel gevallen een automatische route af in uw winkel.
Zo stappen klanten over het algemeen rechts binnen en maken vervolgens een ronde waarbij ze voornamelijk naar rechts kijken.
Wanneer je vanuit zakelijk oogpunt gebruik maakt van de bestaande kennis over routing en deze combineert met de producten die wij ontwikkelen dan heeft dit positieve gevolgen voor de verkoop van je producten en/of diensten.
Slide 23 - Tekstslide
Vertellen:
Slide 24 - Tekstslide
Vertellen:
We gaan dus verder met de verkoopruimte.
De verkoopruimte neemt meestal een groot deel van de ruimte in beslag.
Klanten moeten de winkel goed kunnen overzien en de artikelen op hun gemak kunnen bekijken.
Als je de gangpaden te smal maakt, of het gangpad blokkeert met rolcontainers of tijdelijke presentaties, komen ouders met kinderwagens niet meer binnen. Ook voor mindervaliden is een te smal gangpad een reden om de winkel niet meer te bezoeken.
Slide 25 - Tekstslide
Vertellen: De serviceruimte is het vloeroppervlak dat is gereserveerd om service te kunnen verlenen en aandacht te geven aan de klant. De serviceruimte maakt het winkelen voor klantenprettiger.
In sommige winkels is een apart toilet voor de klanten beschikbaar. Deze ruimte wordt dus niet door klanten gebruikt om te winkelen, maar wel om de winkel goed te laten functioneren.
Slide 26 - Tekstslide
Vertellen: in de operationele ruimte komen geen klanten
Slide 27 - Tekstslide
Vertellen: Een ruime kassahoek wordt door de klant erg op prijs gesteld en geeft bovendien de mogelijkheid voor het aanbieden van impulsartikelen. Een impulsartikel is een artikel dat de klant niet echt nodig heeft, maar in een opwelling koopt. Het aanbieden van impulsartikelen is een vorm van bijverkoop. Bij verschillende winkelketens worden medewerkers getraind op bijverkoop aan de kassa.
We gaan kijken wat jullie nog weten. We doen een korte quiz. Ga weer naar de Lessonup op je telefoon.
Doel: de student verwerkt informatie mbt interieur
Werkvorm: quiz
Instructie: Pak je mobiele telefoon weer en ga verder in Lessonup
Met winkelinterieur wordt het ontwerp bedoeld van hoe de meubels geplaatst zijn op de winkelvloer.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 28 - Quizvraag
Antwoord
= niet waar. Met winkelinterieur wordt het ontwerp van de binnenkant van de winkel bedoeld. Onder het winkelinterieur valt de verlichting, plafond, wanden, meubels, kassa, vloeroppervlakte en de artikelen.
Wat hoort wel bij winkelinterieur? (meerdere antwoorden mogelijk)