Grammatica les 4

WELKOM
Vandaag:
1) Waarom grammatica? 
2) Proefwerk - wat te verwachten?
3) Herhaling
4) Zinsdelen

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
Vandaag:
1) Waarom grammatica? 
2) Proefwerk - wat te verwachten?
3) Herhaling
4) Zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

Grammatica / waarom moet ik dit leren? 

* Helder communiceren: Grammatica helpt je om zinnen correct te formuleren, zodat anderen begrijpen wat je bedoelt.
* Verbeteren van mondelinge en schriftelijke vaardigheden: goede beheersing van grammatica zorgt ervoor dat je zelfverzekerd en effectief kunt communiceren.
* Er wordt van je verwacht dat je grammatica correct gebruikt. Dit kan invloed hebben op je geloofwaardigheid en de manier waarop anderen je zien.
* Grammatica leert je de structuur en de regels van de taal, waardoor je een beter gevoel krijgt voor hoe zinnen goed opgebouwd worden. Dit helpt je om moeilijkere teksten begrijpen en te produceren.
* Taal beter begrijpen: Door grammatica te bestuderen, krijg je inzicht in hoe taal werkt, wat het gemakkelijker maakt om nieuwe talen te leren.

Slide 2 - Tekstslide

Wat kan ik verwachten van de toets: Grammatica & formuleren? Onderdeel grammatica:
* Stellingen theorie waar/ niet waar
Bijv. "Het meewerkend voorwerp moet een mens of dier zijn, geen ding" = dit waar of niet waar 
* Zinsdelen benoemen: 
"Alle leerlingen hebben gisteren een boek gekozen" : wat voor zinsdeel is een boek? 
* Zinnen volledig ontleden t/m de bijwoordelijke bepaling 
* Samengestelde zinnen herkennen & Pv's herkennen in enkelv. en samengestelde zinnen
* Maak een zin met de volgende zinsdelen ( volgorde niet veranderen): 
Bijv. BWB / PV / OW / LV / MW 
* Woordsoorten benoemen (zoals de oefening in de les vorige week)
* Maak een zin met de volgende woordsoorten ( zoals de oefening in de les vorige week)


Slide 3 - Tekstslide

Wat kan ik verwachten van de toets: Grammatica & formuleren? Onderdeel grammatica:
* Stellingen theorie waar/ niet waar
Bijv. "Het meewerkend voorwerp moet een mens of dier zijn, geen ding" = dit waar of niet waar 
* Zinsdelen benoemen: 
"Alle leerlingen hebben gisteren een boek gekozen" : wat voor zinsdeel is een boek? 
* Zinnen volledig ontleden t/m de bijwoordelijke bepaling 
* Samengestelde zinnen herkennen & Pv's herkennen in enkelv. en samengestelde zinnen
* Maak een zin met de volgende zinsdelen ( volgorde niet veranderen): 
Bijv. BWB / PV / OW / LV / MW 
* Woordsoorten benoemen (zoals de oefening in de les vorige week)
* Maak een zin met de volgende woordsoorten ( zoals de oefening in de les vorige week)


Slide 4 - Tekstslide

De kracht van herhaling 
Wat weten we nog van vorige week? 
 lidwoord/ werkwoord / zelfstandig naamwoord / bijvoeglijk naamwoord / voorzetsel / voegwoord / persoonlijk voornaamwoord / bezittelijk voornaamwoord / aanwijzend voornaamwoord / vragend voornaamwoord /
 

Fientje is een lieve kip want ze wil op mijn schoot zitten. Dat vind ik een gezellig onderonsje. 



timer
3:00

Slide 5 - Tekstslide

Om persoonsvormen te vinden gebruik je de tijdproef.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Een enkelvoudige zin heeft twee persoonsvormen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Wat weet je nog van het werkwoordelijk gezegde

Slide 8 - Woordweb

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Hij zou het hebben gedaan.

Slide 9 - Open vraag

Grammatica 
1. Lidwoord
2. Werkwoord
3. Zelfstandig naamwoord
4. Bijvoeglijk naamwoord
5. Voorzetsel
6. Voornaamwoorden 
7. Voegwoord
8. Bijwoord
9. Telwoord
10. Tusssenwerpsel 

1. Persoonsvorm (tijdproef)
2. Onderwerp (wie/wat + pv)
3. Werkwoordelijk gezegde
4. Lijdend voorwerp
5. Meewerkend voorwerp
6. Bijwoordelijke bepaling


Woordsoorten benoemen 
oftewel Taalkundig ontleden 
Zinsontleding 
oftewel Redekundig ontleden 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Oefening zinsdelen 
Zie prints

Slide 12 - Tekstslide