Les 7 Als alles anders gaat

Les 7 Als alles anders gaat.
Boek DCO ho.5
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
PDOMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 7 Als alles anders gaat.
Boek DCO ho.5

Slide 1 - Tekstslide

Behandeld: Profielboek Didactiek
Hoofdstuk 1. Voorbereiden van lesactiviteiten
             ~1.2 wordt niet in zijn geheel getoetst. Enkel de stof over het lvf. 

Behandeld:
Profielboek Pedagogiek 
Ho. 3 Omgaan met verschillen 
Huidig boek:
Basisboek Didactiek, Organisatie en Communicatie 
Hoofdstuk 5. Als het anders gaat 
                            ~nb: 5.4 wordt niet getoetst~  
Toetsstof blok 6

Slide 2 - Tekstslide

Doel van deze les
Aan het eind van deze les weet je
                                


                                                             Doel van deze les:

Tijdens de les kun je: 
-theorie van de vorige les toepassen in de vragen.

Aan het eind van de les kun je: 
-verschillende vormen van opvallend gedrag benoemen en
-je weet wat deze vormen inhouden.

Slide 3 - Tekstslide

Welke uitspraak over faalangst is juist?
A
Faalangst komt alleen voor bij kinderen met een IQ onder de 80.
B
Bij faalangst is een persoon zo bang om fouten te maken, dat het zijn ontwikkeling bedreigt.
C
Faalangst is een vorm van dromerig gedrag
D
Faalangst komt alleen voor bij toetsen en spreekbeurten voor een groep mensen.

Slide 4 - Quizvraag

Waar of niet waar?

Een kind spreekt met korte zinnen. Dit kan een signaal zijn voor een taalachterstand.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat zijn de drie pedagogische basisbehoeftes?

Slide 6 - Woordweb

Ruimte geven en stimuleren van ideeën van leerlingen past bij:
A
Competentie
B
Relatie
C
Autonomie

Slide 7 - Quizvraag

                                 Opvallend gedrag

Het gedrag valt op doordat het afwijkt van het verwachte gedrag van kinderen in een bepaalde ontwikkelings- en leeftijdsfase.
We vergelijken het gedrag dat we zien dus met wat we mogen verwachten op basis van ontwikkeling of leeftijd om te bepalen of we kunnen spreken van afwijkend gedrag.

Slide 8 - Tekstslide

Wat valt je op? 

Slide 9 - Tekstslide

5.2 Problemen in de ontwikkeling en leren
                             Ontwikkelingsachterstand

→ kind ontwikkelt zich duidelijk langzamer dan andere
     kinderen van zijn leeftijd.

Dit kan zijn op gebied van:  
-Motorische ontwikkeling, 
-Sociaal- emotionele ontwikkeling, 
-Taal en spraak, 
-Cognitieve ontwikkeling of 
-Spelontwikkeling.

Slide 10 - Tekstslide

                            Achterstand in de motorische ontwikkeling

Jonge kinderen ontwikkelen zich in hun eigen tempo: lopen, draaien, zitten, etc.

Wanneer zorg?  
Weinig tot geen lichamelijke ontwikkeling of deze ontwikkeling komt zeer laat op gang.

Ouder basisschoolkind: problemen in de grove of fijne motoriek.

Vraag: wat zijn voorbeeld van grove en fijne motoriek? 

Slide 11 - Tekstslide

                                              Achterstand taal en spraak   


Geen zorgen: een peuter of dreumes praat minder goed of spreekt later dan leeftijdsgenoten.

Wanneer zorg?  
-een kind dat niet of nauwelijks praat,
-zinnen blijven kort/kloppen niet,
-het kind wordt boos als anderen hem niet begrijpen en/of
-andere mensen begrijpen het kind niet.

Spraakproblemen: stotteren. Gaat bij jonge kinderen vanzelf over.

Vraag: wie heeft er een leerling in de klas die stottert? Hoe wordt deze leerling begeleidt in de klas?


Slide 12 - Tekstslide

                               Achterstand op cognitief niveau

Elk kind heeft zijn eigen intelligentie niveau. Zo zijn er in elke klas leerlingen die meer tijd nodig hebben om kennis eigen te maken.

Wanneer zorg?
Het kind heeft moeite met het begrijpen van gewone dingen.
Een kind heeft opvallend meer uitleg en hulp nodig dan zijn klasgenoten.
 
Gaat meestal samen met andere achterstanden.

Cognitieve achterstand noem je in het onderwijs een leerachterstand. 

Slide 13 - Tekstslide

5.2 Problemen in ontwikkeling en leren
In deze les gaan jullie onderzoek doen naar verschillende ontwikkelingsstoornissen en  leerstoornissen:
-ADD/ADHD                                              
-ASS                                                   
-ODD  CD/DCD                                              
-Angststoornis en hechtingsstoornis
-leerstoornissen (dyslexie, dyscalculie, hyperlexie, hoogbegaafdheid en NLD)                                       -


Slide 14 - Tekstslide

5.2 Problemen in ontwikkeling en leren
In een groepje van 5 krijg je een ontwikkelings- of leerstoornis toebedeeld..
1) ADD/ADHD
2) ASS
3)ODD/CD/Normoverschrijdendgedrag / DCD
4)Angststoornis/hechtingsstoornis
5)Leerstoornisssen (dyslexie, dyscalculie, hoogbegaafdheid en hyperlexie, nld)


Slide 15 - Tekstslide

5.2 Problemen in ontwikkeling en leren
Wat moet je doen:

-Maak een pitch over het onderwerp dat jullie is toebedeeld.
-De presentatie mag max. 2 minuten duren
-In de presentatie leg je uit wat de stoornis(sen) inhoudt, kenmerken en bijzonderheden en vertel je hoe je een leerling met deze problematiek het best kunt ondersteunen en je maakt 1 vraag 
 -Jullie krijgen 10 minuten voorbereidingstijd.
-Na deze 10 minuten gaat ieder groepje hun pitch presenteren.
-Je maakt zelf aantekeningen of maakt foto's van de presentatie.
-Na afloop stellen we de vragen. 
                                                               ~succes~

Slide 16 - Tekstslide

5.2 Problemen in ontwikkeling en leren
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

5.2 Problemen in ontwikkeling en leren
Presentaties

Slide 18 - Tekstslide