ExamenvoorbereidingGesprekkenZonderExamenboekje319AH

Het examen gesprekken voeren 1
  • Het examen is een dialoog. Je gesprekspartner is een docent. 
  • Het examen is een dialoog, maar het initiatief ligt bij jou!
  • Het gesprek moet ongeveer 8 minuten duren: 3F
  • Het gesprek moet ongeveer 6 minuten duren: 2F
  • Data: februari, maart of juni (na de stage)
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Het examen gesprekken voeren 1
  • Het examen is een dialoog. Je gesprekspartner is een docent. 
  • Het examen is een dialoog, maar het initiatief ligt bij jou!
  • Het gesprek moet ongeveer 8 minuten duren: 3F
  • Het gesprek moet ongeveer 6 minuten duren: 2F
  • Data: februari, maart of juni (na de stage)

Slide 1 - Tekstslide

Examen gesprekken voeren

Slide 2 - Woordweb

Het examen gesprekken
  • Je krijgt een examenboekje waarin de opdracht staat (thuis voorbereiden).
  • Je mag een briefje gebruiken met steekwoorden. 
  • Aanwezigen: docent Nederlands, beoordelaar/opname

Slide 3 - Tekstslide

De beoordeling
De beoordelaars letten op:
  • Beurten nemen
  • Bijdragen aan samenhang
  • Afstemming op doel
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Vloeiendheid en verstaanbaarheid
  • Grammatica

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Actieve gesprekshouding

Slide 7 - Woordweb

Gespreksregels

Slide 8 - Woordweb

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Wat is geen open vraag?
A
Is dit een gesloten vraag?
B
Welke gesloten vragen ken je?
C
Welke soorten vragen kun je stellen?
D
Waarom stel je een open vraag?

Slide 15 - Quizvraag

Waarom stel je een open vraag?
A
Om snel een antwoord te krijgen
B
Om veel informatie te krijgen
C
Om snel klaar te zijn met een gesprek
D
Om zelf ook veel te kunnen vertellen

Slide 16 - Quizvraag

Een open vraag is beter dan een gesloten vraag
A
Ja, altijd
B
Nee, nooit
C
Meestal wel
D
Hangt af van de informatie die je wil krijgen

Slide 17 - Quizvraag

Opdracht werkboek
Open vragen-gesloten vragen-doorvragen-vervolgvraag-controlevraag
Opdr. 5, blz. 87
Opdr. 9, blz. 94

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht: gespreksvaardigheid
Bekijk het volgende fragment en beantwoord de volgende vragen:
1. Gebruiken de gesprekspartners beleefde taal?
2. Nemen de gesprekspartners op gepaste wijze de beurt?
3. Blijven de gesprekspartners bij het onderwerp?

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

TIP 2: zorg dat datgene wat je zegt overeenkomt met je lichaamstaal
Bekijk op YouTube het filmpje 'Complimenten' van cabaretiers Kees Torn en Mike Boddé.
https://www.youtube.com/watch?v=CX9o8OxvoTc
1) Beschrijf tijdens het kijken van het filmpje:
a. de lichaamshouding van de twee mannen
b. de gebaren van de twee mannen
c. het stemgebruik van de twee mannen
2) Wat vind je belangrijker: de woorden die de mannen gebruiken, of hun lichaamstaal?
3) Wat heeft dit filmpje met ironie te maken?


TIP: zorg dat datgene wat je zegt overeenkomt met je lichaamstaal
Bekijk op YouTube het filmpje 'Complimenten' van cabaretiers Kees Torn en Mike Boddé.
https://www.youtube.com/watch?v=CX9o8OxvoTc
1) Beschrijf tijdens het kijken van het filmpje:
a. de lichaamshouding van de twee mannen
b. de gebaren van de twee mannen
c. het stemgebruik van de twee mannen
2) Wat vind je belangrijker: de woorden die de mannen gebruiken, of hun lichaamstaal?
3) Wat heeft dit filmpje met ironie te maken?


Slide 21 - Tekstslide

Nog
vragen
over het
examen
Gesprek-ken
voeren?

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Opdracht werkboek
Opdracht 2a-b-c, blz. 197 e.v.



Slide 24 - Tekstslide