2.4 De celkern (m/h), 2.5 voor (h/v)

welkom
  • Welkom! 
  • Doe je jas uit en tas van tafel
  • Ga rustig zitten en pak je boek, schrift en pen erbij 
  • Als je klaar bent: Maak je je schrift open, en schrijf je op wat je je nog kan herinneren van  wat we de vorige les hebben behandeld. 
timer
2:00
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

welkom
  • Welkom! 
  • Doe je jas uit en tas van tafel
  • Ga rustig zitten en pak je boek, schrift en pen erbij 
  • Als je klaar bent: Maak je je schrift open, en schrijf je op wat je je nog kan herinneren van  wat we de vorige les hebben behandeld. 
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Binnenkomst (5 min)
  • Terugblik (10 min)
  • Lesdoelen
  • Uitleg basisstof 2 (10 min)
  • Opdrachten/ controle spullen (15 min)
  • Nabespreken (10 min)
  • afsluiten (5 min) 

Slide 2 - Tekstslide

De celkern

Slide 3 - Tekstslide

verschil plantencel / dierlijke cel

Zie jij de verschillen tussen de dierlijke cel en de plantaardige cel?


Dit is een dierlijke cel.
Dit zie je omdat deze geen bladgroenkorrels, celwand en vacuole heeft
Dit is een plantaardige cel.
Dit zie je omdat je wel een celwand, vacuole en bladgroenkorrel kunt zien
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

fotosynthese in groene delen
bladgroenkorrels

Slide 5 - Tekstslide

Plastiden
Plastide  = korrel
  • Bladgroenkorrels
  • Kleurstofkorrels
  • Zetmeelkorrels


Slide 6 - Tekstslide

Is dit een dierlijke cel of een plantaardige cel?
A
Dierlijke cel
B
Plantaardige cel

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor cel is het? 
De dierlijke cel
De plantaardige cel

Slide 8 - Sleepvraag

Dierlijke cellen hebben een celmembraan.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quizvraag

Wat zijn GEEN plastiden?
A
Bladgroenkorrels
B
Zetmeelkorrels
C
Cytoplasmakorrels
D
Kleurstofkorrels

Slide 10 - Quizvraag

Leerdoelen
  • Je kunt de kenmerken van chromosomen noemen
  • Je kunt de bouw en functie van DNA beschrijven.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

celkern-chromosomen-DNA

Slide 13 - Tekstslide

Celkern.
 De celkern regelt alles wat er in de cel gebeurt. 
Net zoals je hersenen alles in je lichaam aansturen.

In de celkern zitten chromosomen

Slide 14 - Tekstslide

Chromosomen
Binnen in de cel ligt de celkern. In de celkern liggen de chromosomen. 

Mensen hebben 46 chromosomen. 

Slide 15 - Tekstslide

Chromosomen

Slide 16 - Tekstslide

Erfelijke eigenschappen
Chromosomen bestaan uit DNA
DNA bevat de informatie voor al je erfelijke eigenschappen

Erfelijke eigenschappen krijg je van je ouders

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Mens: 46 chromosomen (23 paren chromosomen)
Chromosomen paren

Slide 19 - Tekstslide

De bouw van DNA

Slide 20 - Tekstslide

Bouw van DNA
Chromosomen bestaan uit DNA
DNA bestaat uit basen: A, T, C, G

Slide 21 - Tekstslide

vragen
VRAGEN? 

Slide 22 - Tekstslide

Ik heb de uitleg begrepen
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll

Aan de slag 
  • Wat? Maak opdracht 1 t/m 8 
  • Hoe? Zelfstandig  
  • Hulp? Na 5 minuten (Steek je vinger op) 
  • Tijd? Tot het einde van de les
  • Klaar? Schrijf de begrippen van deze basisstof 5 in je schrift. 
  • Huiswerk = opdracht 1 t/m 8
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Hiernaast zie je een orgaanstelsel. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Beenderstelsel
D
Verteringsstelsel

Slide 25 - Quizvraag

Hiernaast zie je een orgaanstelsel van een hond. Welk orgaanstelsel is dit?
A
Ademhalingsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Skelet
D
Verteringsstelsel

Slide 26 - Quizvraag

Heeft een kip organen? En heeft een worm organen?
A
Alleen een kip heeft organen
B
Alleen een worm heeft organen
C
Een kip en een worm hebben allebei organen
D
Geen van beide hebben organen

Slide 27 - Quizvraag


Hoe heet nr. 2
A
Long
B
Hart
C
Nier
D
Maag

Slide 28 - Quizvraag

Dit cel onderdeel regelt alles wat er in de cel gebeurt
A
celmembraan
B
celkern
C
cytoplasma

Slide 29 - Quizvraag

Welke onderdelen horen bij welke cel?
(meerdere antwoorden zijn goed)
Plantencel
Dierlijke cel
Cytoplasma
Celmembraan
Pastiden
Celmembraan
Celwand
Vacuole
Celkern

Slide 30 - Sleepvraag

Celmembraan
Cytoplasma
Chromosomen
Celkern

Slide 31 - Sleepvraag

Erfelijke eigenschappen
Niet-erfelijke eigenschappen
Behaarde stengel van een plant
Plantenbladeren die slap hangen
Plantenbladeren met stekels
Een wipneus
Het zware lichaam van een sumoworstelaar
Kort haar
Bruine ogen
Krullend haar vanaf de geborte
Een extreem gespierd lichaam
Een litteken
Neus piercing
Rode bloemen van een plant

Slide 32 - Sleepvraag

Wat was de functie van de bladeren?
A
Zorgen dat een boom groen blijft
B
Het maken van voedingsstoffen
C
Water opnemen
D
Zorgen voor de voortplanting

Slide 33 - Quizvraag

Welke afbeelding is een
kruidachtige plant?
A
B

Slide 34 - Quizvraag

Wat is geen functie van een stengel?
A
water en voedingsstoffen vervoeren
B
de stengel in de grond zetten
C
dragen van bladeren en bloemen
D
dat de plant rechtop kan staan

Slide 35 - Quizvraag

kruidachtige planten zijn stevig door...
A
dat ze veel water opnemen
B
het houtstof
C
hun geneeskrachtige werking
D
hun skelet

Slide 36 - Quizvraag

Wat voor organen hebben planten?

A
stengels, bladeren en wortels
B
Bladstengels, bladeren en wortels
C
Bladeren en wortels
D
Geen

Slide 37 - Quizvraag

schrijf drie dingen op die je deze les hebt geleerd

Slide 38 - Open vraag