Werkwoordspelling les 5: voltooid deelwoord

WERKWOORDSPELLING
                                 
                                Nederlands H3
                                         P1 - 24/25                                             


1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WERKWOORDSPELLING
                                 
                                Nederlands H3
                                         P1 - 24/25                                             


Slide 1 - Tekstslide

Terugblik vorige les

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag

Slide 3 - Tekstslide

Je kunt nu...
... een samengestelde zin herkennen.
... de persoonsvorm in een zin vinden.
... de persoonsvorm tt in een zin vervoegen.
... de persoonsvorm vt in een zin vervoegen.
... werkwoorden vervoegen, die oorspronkelijk uit het Engels komen.

Slide 4 - Tekstslide

Aan het einde van de les weet je...

... hoe je het voltooid deelwoord op de juiste manier vervoegt.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Opdracht voltooid deelwoord


Maak van de werkwoorden die achter de zin tussen haakjes staan een voltooid deelwoord.

Log in bij LU: werkwoordspelling les 4 en ga naar slide 9.


Slide 10 - Tekstslide

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

1. Marieke had zich echt wel …. (haasten)

Slide 11 - Open vraag

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

2. Waarom zou Erik deze rommelige camping … hebben? (promoten)

Slide 12 - Open vraag

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

3. Jacco heeft jarenlang zijn foto’s zelf …. (ontwikkelen)

Slide 13 - Open vraag

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

4. Door de natte bladeren is de auto …. (slippen)

Slide 14 - Open vraag

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

5. Heb je de afspraak echt …? (annuleren)

Slide 15 - Open vraag

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

6. De oude man was nog nooit …. (verhuizen)

Slide 16 - Open vraag

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

7. Els had nog nooit …, maar ’t lukte aardig. (lassen)

Slide 17 - Open vraag

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

8. Hij heeft lang …, maar is ten slotte gegaan. (dubben)

Slide 18 - Open vraag

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

9. Hij had het laatste stuk …, maar kwam toch te laat. (racen)

Slide 19 - Open vraag

Maak een voltooid deelwoord van het werkwoord.

10. In deze steeg wordt elke avond wel iemand …. (beroven)

Slide 20 - Open vraag

Oefenen
Op de volgende slides volgt een aantal opdrachten, die bedoeld zijn om het voltooid deelwoord als bijvoeglijk naamwoord te onderscheiden van de persoonsvorm verleden tijd.

Dus: 
Je leert wat het verschil is tussen het vdw als bn en de pv vt.

Slide 21 - Tekstslide

Kies de juiste vorm en leg uit
De begeleide/begeleidde man was blij met Antons hulp.

Slide 22 - Open vraag

Kies de juiste vorm en leg uit

De verwoeste/verwoestte kerktoren wordt weer snel gerepareerd.

Slide 23 - Open vraag

Kies de juiste vorm en leg uit

De storm verwoestte/verwoeste onlangs de kerktoren.

Slide 24 - Open vraag

Kies het juiste antwoord

Het (typen) adres
A
getypete
B
getypte

Slide 25 - Quizvraag

Kies het juiste antwoord

Het (verlichten) tuinpad
A
verlichten
B
verlichtte
C
verlichte
D
verlichtten

Slide 26 - Quizvraag

Vul de juiste vorm van de werkwoorden in

In de door de storm (vellen) boom staan de namen (kerven) van vele verliefden.

Slide 27 - Open vraag